Woordsoorten

Woordsoorten
Weet je het nog?
Woordsoorten
Weet je het nog?
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Woordsoorten
Weet je het nog?
Woordsoorten
Weet je het nog?

Slide 1 - Diapositive

Doel: 
Je herhaalt verschillende woordsoorten
Let op:
-We herhalen werkwoorden.
-We herhalen zelfstandige naamwoorden.
-We herhalen bijvoeglijke naamwoorden.
-We herhalen aanwijzende voornaamwoorden.

Het is goed als: je de woordsoorten allemaal kunt benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat is een werkwoord?

Slide 4 - Question ouverte

Werkwoord
voorbeelden

Slide 5 - Carte mentale

Wat is een zelfstandig naamwoord? Noem kenmerken

Slide 6 - Question ouverte


Zelfstandig naamwoord
voorbeelden

Slide 7 - Carte mentale

Wat zijn de kenmerken van een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 8 - Question ouverte

Bijvoeglijk naamwoord
voorbeelden met zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Carte mentale

Wat is een aanwijzend voornaamwoord?

Slide 10 - Question ouverte

Aanwijzende voornaamwoorden:
-geeft aan wie of wat je bedoelt, alsof je iets of iemand aanwijst.
- kan voor een zelfstandig naamwoord staan, in plaats van het lidwoord.
-Bij een het-woord gebruik je dit (dichtbij) of dat (verder weg).
-Bij een de-woord gebruik je deze (dichtbij) of die (verder weg).


Slide 11 - Diapositive

Wat is het?
werkwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
aanwijzend voornaamwoord

Slide 12 - Diapositive

De jongens voetballen op dat plein.

voetballen
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord

Slide 13 - Quiz

De jongens voetballen op dat plein.

dat
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord

Slide 14 - Quiz

De jongens voetballen op dat plein.

plein
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord

Slide 15 - Quiz

Het lieve meisje kijkt in deze spiegel.

lieve
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord

Slide 16 - Quiz

Het lieve meisje kijkt in deze spiegel.

meisje
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord

Slide 17 - Quiz

Het lieve meisje kijkt in deze spiegel.

deze
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord

Slide 18 - Quiz

Het lieve meisje kijkt in deze spiegel.

spiegel
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord

Slide 19 - Quiz

Maak de opdracht in Classroom
- Ga naar Classroom 7a
-Maak de opdracht "aanwijzende voornaamwoorden"
Klaar? Druk op inleveren

-Ga aan je weektaak

Slide 20 - Diapositive

Mix en Ruil
Je krijgt een kaartje. 
Je loopt rond en zoekt een maatje. 
Je benoemt bij het aanwijzend voornaamwoord wat op de streep moet.
Daarna ruil je van kaartje en zoek je een nieuw maatje op.

Slide 21 - Diapositive