Brugklas H3 + H4

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 3 en 4

Je bent met Oud en Nieuw vuurwerk aan het afsteken. Dit is een voorbeeld van....

1. slecht gedrag
2. neutraal gedrag
3. goed gedrag
4. abnormaal gedrag

Tijdens een wedstrijd valt je tegenstader op de grond. Je geeft hem een trap na en scoort een goal.

1. goed gedrag
2. neutraal gedrag
3. slecht gedrag
4. vreemd gedrag

Je kijkt bij de s.o. af bij je buurman

1. Goed gedrag
2. Slim gedrag
3. Neutraal gedrag
4. Slecht gedrag

Geef een voorbeeld van neutraal gedrag.

Geef een voorbeeld van slecht gedrag

Geef een voorbeeld van goed gedrag.

Geef een voorbeeld van een norm bij gezondheid

Wat zijn normen?

Geef een voorbeeld van een norm op school.

Geef een voorbeeld van een norm bij sport

Opdracht 4

A. Sport

B. Schoolregels

C. Verkeersregels

D. Regels voor een luchtkussen

Opdracht 6
De volledige leerplicht van 5 jaar tot 16 jaar.

1. Zinvol
2. Niet zinvol

In Nederland kan een persoon die seks heeft met iemand tussen 12 en 16 jaar strafbaar zijn.

1. Zinvol
2. niet zinvol

Welke waarde vind je belangrijk. Vul er max. 3 in.

Opdracht 8.
Afbeelding 1: fair trade

1. milieu
2. gezondheid
3. trouw
4. rechtvaardigheid

Opdracht 8 afbeelding 2
geen discriminatie; wel democratie

1. gelijkheid
2. democratie
3. gezondheid
4. milieu

Opdracht 8. Afbeelding 3
mens in schapenpak

1. gezondheid
2. democratie
3. dierenwelzijn
4. vrijheid

Opdracht 8

Sportiviteit

Duurzaamheid

Gezondheid

Opdracht 8B

1. D.       5. T 

2. T.       6. G

3. G.       7. D

4. S.       8. S

Wat zijn waarden?

Gelijkheid is een ....

1. norm
2. waarde

Gezondheid is een ....

1. deugd
2. norm
3. waarde

We gaan naar H3 Paragraaf 3

DE GOUDEN REGEL

Blz 39

Maak opdr. 15, 16 en 17

Een deugd is een goede eigenschap

1. waar
2. niet waar

Een deugd is als je een ander wel eens een keer helpt.

1. waar
2. niet waar

Noem zoveel mogelijk deugden

Wat zijn de drie kenmerken van dapperheid?

Wat zijn de drie kenmerken van dapperheid?

1. Goed doel

2. praktisch inzicht

3. angst overwinnen

Noem een dappere daad.

DE GOUDEN REGEL

1. Wat zou ik fijn / niet fijn vinden?

2.Dan vindt de ander dit ook fijn/niet fijn.

3. Ik doe het wel / niet.

Wat vind jij leuk als anderen doen/zeggen?

Pas dit toe op een ander.