gouden regel en deugden 7 maart M1E

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 5

- de gouden regel

- wat deugden zijn

- wat ondeugden zijn

Opdr. 15, p.90

Bij tekening 1

Hier wordt nagedacht: zou ik willen dat men mij zou slaan?

Bij tekening 2

Er wordt geconcludeerd dat een andere dit ook niet leuk vindt

Bij tekening 3

Hier wordt het besluit genomen af te zien van het slaan. 

Opdr. 16, p.91

a) Twee voorbeelden: roddelen (1) en pesten (2)

b).Stap 1. 

Vind ik het fijn als er over mij geroddeld wordt? (1) 

Vind ik het fijn als ik gepest word? (2)

Stap 2. 

Als ik het niet fijn vind, dan zal een ander  dat ook niet fijn vinden. 

Stap 3. 

Dan roddel ik zelf ook niet (1). Dan pest ik zelf ook niet (2). 

Opdr. 17a, p.91

Drie voorbeelden: 

• dat iemand je helpt als je je huiswerk niet snapt
• dat men vriendelijk is
• dat je serieus genomen wordt

Opdr. 17b, p.91

Stap 1 Ik wil zelf graag geholpen worden als ik mijn huiswerk niet snap, ik wil graag dat anderen vriendelijk zijn, ik graag dat anderen mij serieus nemen. 

Stap 2 Dan willen ook anderen graag geholpen worden bij hun huiswerk, vriendelijk behandeld worden en serieus genomen worden

 Stap 3 Daarom help ik ook een ander bij zijn huiswerk, behandel hem/haar vriendelijk, neem ik hem/haar serieus

Opdr. 18, p.91

a. zin 1 is positief geformuleerd, zin 2 negatief

b. zin 1 en 2 gaan alleen over mensen, zin 3 over alle levende wezens

Par. 5: Wat is een deugd?

we lezen samen pagina 92, bron 8 

Wat is een deugd?

1. iets dat goed is
2. iets dat je goed doet
3. een goede eigenschap
4. een goede opmerking

Ondeugden zijn slechte eigenschappen

1. waar
2. niet waar

Dapperheid is een

1. deugd
2. ondeugd

Iemand die een keertje vriendelijk is, heeft 'vriendelijkheid' als deugd.

1. waar
2. niet waar

Wat zijn deugden precies?

1. Menselijke karakterkwaliteiten die we goed noemen
2. goede daden van mensen
3. intrinsieke persoonlijkheidstrekken
4. antwoord op de vraag: wat voor mens ben jij?

Een deugd is altijd positief

1. waar
2. niet waar

Gulzig zijn is een deugd

1. waar
2. niet waar

Bij welke deugd past dit symbool?

1. Rechtvaardigheid
2. Moed
3. Wijsheid
4. Matigheid

Bij welke deugd past deze afbeelding?

1. Hoop
2. Moed
3. Rechtvaardigheid
4. Geloof

Bij welke deugd past deze afbeelding?

1. Liefde
2. Hoop
3. Wijsheid
4. Geloof

Zelf aan de slag

Lezen: 

Bron 8, pagina 92

Maken: 

opdr. 19 en 20, pagina 92

Opdr. 19, p.92

Wel: Deugd is een deel van iemands karakter.

Niet: Deugd is als je iemand één keer geholpen hebt.

Wel: Deugd is een goede eigenschap.

Wel: Deugd is als iemand steeds goed handelt, bijvoorbeeld je altijd zal helpen.

Wel: Deugd is als je van iemand zegt: 'Hij/zij is eerlijk.' 

Opdr. 20, p.92

Deugden: 

eerlijk, vrijgevig, rechtvaardig, vriendelijk, matig, gastvrij, behulpzaam, dapper

Ondeugden:

laf, onsportief, gulzig, jaloers, gierig, oneerlijk

Werk voor nu (wordt huiswerk)

pagina 93

- maken opdracht 21

- lezen bron 19

pagina 94

- maken opdracht 22 t/m 25

Hoofdstuk 5

- de gouden regel

- wat deugden en ondeugden zijn

- welke filosoof de deugden bedacht

- een deugd ligt altijd tussen twee uitersten

Deugden zijn altijd aangeboren.

1. klopt
2. klopt niet

Deugden kun je ook aanleren.

1. klopt
2. klopt niet

Deze deugden hebben
mijn ouders mij aangeleerd

Aristoteles

Griekse filosoof die als eerste les gaf over deugden en ondeugden

Deugd ligt tussen twee uitersten

laf     -       moedig     - roekeloos

ongeïnteresseerd      -       betrokken      - bemoeizuchtig

Vrijgevigheid is een deugd. Tussen welke twee extremen situeer je deze deugd?

1. Gierigheid/gulheid
2. over de balk smijten/ gierigheid
3. Rechtvaardigheid/ gulheid
4. Noodzaak/ over de balk smijten

Iemand die een keertje vriendelijk is, heeft 'vriendelijkheid' als deugd.

1. waar
2. niet waar

Wie was de bedenker van Deugdethiek?

1. Charles Darwin
2. Aristoteles
3. Plato
4. Alexander de Grote

Aan de slag

Maken vanaf blz 95

opdrachten 21 t/m 26