week 3 (enk en sam zinnen, voegwoorden)

Planning
  • Mededelingen
  • Lesdoel
  • Uitleg
  • Aan het werk
  • Vragen 
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Planning
  • Mededelingen
  • Lesdoel
  • Uitleg
  • Aan het werk
  • Vragen 

Slide 1 - Diapositive

Waar hebben we het vorige week over gehad?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Mededelingen
Blijven jullie lezen?

Slide 4 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden herkennen en gebruiken.

Slide 5 - Diapositive

Voegwoorden
Voegwoorden verbinden twee woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar:
- twee woorden: pizza of hamburger;
- twee woordgroepen: de zware training en de spannende wedstrijd;
- twee zinnen: Ruby en Nathalie sparen voor een tent, want ze gaan in juli kamperen in de Ardennen

Slide 6 - Diapositive

Twee soorten: nevenschikkend en onderschikkend (1)
Nevenschikkende voegwoorden:
  • verbinden twee woorden/twee woordgroepen/twee hoofdzinnen
  • Lars kan goed koken, maar zijn zus Jiska bakt er niets van.

dus, en, maar, of, want

Slide 7 - Diapositive

Twee soorten: nevenschikkend en onderschikkend (2)
Onderschikkende voegwoorden: 
  • Verbinden meestal een bijzin met een hoofdzin
  • Pak je een paraplu voordat je naar buiten gaat?


dat, of, waar, omdat, doordat, als, hoewel, nadat, opdat, tenzij, terwijl, toen, voordat, zodat en zodra

Slide 8 - Diapositive

Aan de slag
Opdracht 1, 2, 3, 4 en 5 (blz. 150-151)


Inleveren op Its inleverpunt voor 18:00 uur.
Donderdag nakijken.

Slide 9 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden herkennen en gebruiken.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Mededelingen
  • Lesdoel
  • Uitleg
  • Aan het werk
  • Vragen 

Slide 12 - Diapositive

Mededelingen
Iemand iets te melden?

Slide 13 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je hoofd- en bijzinnen herkennen in samengestelde zinnen.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Enkelvoudige zinnen:
- Één persoonsvorm. - Evelien (ow) werkt bij de bakker.

Samengestelde zinnen:
- Meer dan één persoonsvorm. -> Evelien werkt bij de bakker (hoofdzin), want zij bakt graag koekjes (hoofdzin)

Slide 16 - Diapositive

Voorbeeld
Samengestelde zinnen: meer dan één persoonsvorm. 

- (hoofdzin) Evelien werkt bij de wakker, (hoofdzin)want zij bakt graag koekjes.
- (bijzin) Omdat Evelien graag koekjes bakt, (hoofdzin) werkt zij bij de bakker.
- (hoofdzin) Evelien werkt bij de bakker, (hoofdzin) want zij bakt graag koekjes, (bijzin) omdat ze die zo lekker vindt. 

Slide 17 - Diapositive

Hoofdzinnen en bijzinnen
Hoofdzinnen
- Een 'zelfstandige zin', kan alleen voorkomen (Eva loopt naar haar werk.)
- Je kunt geen 'niet' tussen het ow en de pv zetten.

Bijzinnen
- Een 'onzelfstandige zin', kan niet alleen voorkomen. (...,omdat ze die zo lekker vindt.) ?!?!
- Er kan een woord tussen de pv en het ow staan.

Slide 18 - Diapositive

Hoofdzin <-> Hoofdzin
Nevenschikkende voegwoorden: en, of, want, maar, dus

Slide 19 - Diapositive

Samengestelde zin: hoofdzin-hoofdzin?
Stap 1: welk voegwoord past er? -> en, of, want, maar, dus (nevenschikkend!)
Stap 2: 'niet' proberen ertussen te plaatsen

Stap 1: Ik ga naar school en dan ga ik een boek lezen. 
Stap 2: Ik niet ga naar school en dan ga niet ik een boek lezen.
Dus ... Twee hoofdzinnen!

Slide 20 - Diapositive

Hoofdzin <-> Bijzin 
Onderschikkende voegwoorden: dat, of, waar, omdat, doordat, als, hoewel, nadat, opdat, tenzij, terwijl, toen, voordat, zodat en zodra

Slide 21 - Diapositive

Samengestelde zin: hoofdzin-bijzin
Stap 1: zoek de hoofdzin
Stap 2: zoek de bijzin, waar staat de pv? -> vaak achterin de zin.

Joris denkt dat Marit altijd lopend naar school gaat.
    hoofdzin                                             bijzin

Slide 22 - Diapositive

Hoe ziet dat er dan uit?..
- (hoofdzin) Evelien werkt bij de wakker, (hoofdzin) want zij bakt graag koekjes.
- (bijzin) Omdat Evelien graag koekjes bakt, (hoofdzin) werkt zij bij de bakker.
- (hoofdzin) Evelien werkt bij de bakker, (hoofdzin) want zij bakt graag koekjes, (bijzin) omdat ze die zo lekker vindt. 

Slide 23 - Diapositive

Samengesteld of enkelvoudig?:
Grote gezinnen worden zeldzaam, maar er bestaan nog altijd gezinnen met zes of meer kinderen.
A
samengesteld
B
enkelvoudig

Slide 24 - Quiz

Hoofdzin-hoofdzin of hoofdzin-bijzin?:
Grote gezinnen worden zeldzaam, maar er bestaan nog altijd gezinnen met zes of meer kinderen.
A
hoofdzin-bijzin
B
hoofdzin-hoofdzin

Slide 25 - Quiz

Wat zijn alle voegwoorden van een samengestelde zin: hoofdzin-hoofdzin?

Slide 26 - Question ouverte

Tips
  • Leer de voegwoorden uit je hoofd! (Als eerst de nevenschikkende voegwoorden). 
  • Bekijk het filmpje op Its!

Huiswerk: voor morgen heeft iedereen een samengestelde zin bedacht en in Padlet gezet (kijk op Magister).

Slide 27 - Diapositive

Aan de slag
Maken: 
- Opdracht 1, 2 en 3 (blz. 148-149)
- Samengestelde zin bedenken en op Padlet zetten.

Inleveren voor 18:00 uur via het inleverpunt op Its.

Slide 28 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je hoofd- en bijzinnen herkennen in samengestelde zinnen.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Padlet bekijken
  • Huiswerk bespreken
  • Lesdoel
  • Formuleren H5  
  • Aan de slag
  • Nakijken

Slide 31 - Diapositive

- Welke zin valt je op?
- Zie je ook een zin met hoofdzin-bijzin?

Slide 32 - Diapositive

Voegwoord 'of'
- Kan voorkomen in de hoofdzin-hoofdzin (meestal), maar ook in de hoofdzin-bijzin. Doe dan altijd stap 2: staat er een woord tussen de pv en het ow?

Slide 33 - Diapositive

Huiswerk bespreken
- Zijn er vragen?
- Lijst woordsoorten op Its + linkjes

Slide 34 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je een tekst aantrekkelijker maken door te variëren in zinslengte.

Slide 35 - Diapositive

Formuleren H5
Pak blz. 152-153 erbij

Slide 36 - Diapositive

Aan het werk
Maken: opdracht 3
Tijd: 10 min.

Daarna bespreken.


Slide 37 - Diapositive

Hoe heb je zin 1 opgedeeld? Vul het hier in.

Slide 38 - Question ouverte

Hoe heb je zin 3 opgedeeld? Vul hier in.

Slide 39 - Question ouverte

Vandaag: Geen huiswerk
Dinsdag starten we met Spelling H5

Slide 40 - Diapositive