H3 Sparen en lenen

H3 Sparen en lenen 
3 vwo 
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H3 Sparen en lenen 
3 vwo 

Slide 1 - Diapositive

Wat is de juiste omschrijving van een persoonlijke lening?
A
Je mag telkens tot een maximum bedrag lenen. Het bedrag dat je hebt afgelost, mag je opnieuw lenen.
B
Je krijgt een bedrag dat je in een vast aantal termijnen terug moet betalen.
C
Als je meerderjarig bent, dan mag je rood staan op je bankrekening.
D
Als iemand je geld persoonlijk uitleent wat eigenlijk van hem/haar was.

Slide 2 - Quiz

De resultaten van een examengroep economie zijn samengevat in de tabel.
Bereken het gemiddelde economiecijfer.

Slide 3 - Question ouverte

Het indexcijfer van 2010 is 120
Het indexcijfer van 2020 is 160
Wat is de Procentuele verandering?
A
33%
B
40%
C
25%
D
60%

Slide 4 - Quiz

Samengestelde interest:
€ 1.000 op je spaarrekening tegen 3% samengestelde interest per jaar. Looptijd 3 jaar. Hoeveel interest heb je na 3 jaar ontvangen?

Slide 5 - Question ouverte

Is de rente op een lening hoger of lager dan de rente op een spaarrekening?
A
Hoger
B
Lager

Slide 6 - Quiz

Jaap wil graag een scooter kopen. Hij heeft een mooie Vespa gezien voor €4.000,-. De afgelopen twee jaar heeft hij hard gewerkt en al €1.750,- gespaard. Het overige bedrag zou hij moeten lenen. Hij sluit een persoonlijke lening af bij de bank. Hoeveel moet Jaap in totaal betalen als de bank wil dat hij binnen 48 maanden terugbetaald?

Slide 7 - Question ouverte

Jaap wil graag een scooter kopen. Hij heeft een mooie Vespa gezien voor €4.000,-. De afgelopen twee jaar heeft hij hard gewerkt en al €1.750,- gespaard. Het overige bedrag zou hij moeten lenen. Hij sluit een persoonlijke lening af bij de bank
Berken het verschil in de te betalen rente voor Jaap tussen een looptijd van 48 en 60 maanden.

Slide 8 - Question ouverte

Wat is een annuiteit?
A
Een termijnbedrag bestaande uit rente en aflossing
B
Een eenmalig bedrag bestaande uit interest en aflossing
C
Een eenmalig bedrag bestaande uitgaven en kosten
D
Een termijnbedrag bestaande uit uitgaven en kosten.

Slide 9 - Quiz

Frietprijs
2016 - €3,10 - indexcijfer 100
2017 - €3,00 - indexcijfer ?
Bereken het indexcijfer van 2017

Slide 10 - Question ouverte

Wat is een doorlopend krediet?
A
Je kan tot een maximaal bedrag lenen. Dit mag je in delen of in een keer opnemen.
B
Rood staan
C
Je leent een bedrag en betaalt in gelijke termijnen terug
D
Leasen

Slide 11 - Quiz

Bereken de enkelvoudige interest van een spaarbedrag € 12.000, dat 2 jaar uitstaat tegen 6,5% per jaar.

Slide 12 - Question ouverte

Waarom krijg je van de bank rente als je geld op een spaarrekening hebt?
A
Omdat de bank jouw geld veilig bewaart.
B
Omdat de bank jouw geld weer kan uitlenen.
C
Omdat de bank jou wil aanmoedigen om te sparen.
D
Omdat de bank tevreden is dat je hen vertrouwt.

Slide 13 - Quiz

In drie maanden tijd is de prijs van diesel gestegen van €1,22 naar €1,44 per liter. Bereken hoeveel procent de prijs van diesel is gestegen.

Slide 14 - Question ouverte


Wat is het indexcijfer van 2015?
A
90
B
91
C
92
D
93

Slide 15 - Quiz