Past Simple - regular verbs

Past simple
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Past simple

Slide 1 - Diapositive

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is het verleden op een specifiek moment en het nu niet meer zo is.

Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.


Slide 2 - Diapositive

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een wanneer het gebeurd is.

  • yesterday
  • last week
  • ten minutes ago
  • in 2007
  • this morning

Slide 3 - Diapositive

 Regelmatige werkwoorden

Achter het werkwoord plaats je 'ed'

I walk -> I walked
it rains-> it rained
they listen-> they listened

Slide 4 - Diapositive


Wat is de Past Simple van work?
A
works
B
worked
C
working
D
work

Slide 5 - Quiz


Wat is de Past Simple van help?
A
helping
B
helpd
C
helps
D
helped

Slide 6 - Quiz


Wat is de Past Simple van recommend?
A
recommanding
B
recommend
C
recommended
D
recommends

Slide 7 - Quiz

 Spelling Past Simple
Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
I live - I lived
you move - you moved

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:
I drop - I dropped
they plan - they planned

Slide 8 - Diapositive

 Spelling Past Simple
Als een werkwoord eindigt op -y, dan komt er in de past simple een -ied achter:
I carry- I carried
you study- you studied

In de past simple komt er een -ed achter als er een klinker voor staat:
I play - I played

Slide 9 - Diapositive


Wat is de Past Simple van stay?
A
staid
B
stayed
C
stayid
D
stayied

Slide 10 - Quiz


Wat is de Past Simple van believe?
A
believeed
B
believes
C
believe
D
believed

Slide 11 - Quiz


Wat is de Past Simple van stop?
A
stoped
B
stopied
C
stopped
D
stopd

Slide 12 - Quiz


Wat is de Past Simple van study?
A
studyd
B
studyied
C
studyed
D
studied

Slide 13 - Quiz


Wat is de Past Simple van determine?
A
determined
B
determineed
C
determind
D
determinied

Slide 14 - Quiz


Wat is de Past Simple van shop?
A
shopped
B
shoped
C
shopd
D
shoppd

Slide 15 - Quiz


Wat is de Past Simple van marry?
A
marryd
B
marryed
C
married
D
marryied

Slide 16 - Quiz

I understand the past simple.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Slide 18 - Lien