Much, many, a lot of recap for the SO MH1F/HA1B

Much, 
Many 
A lot of
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Much, 
Many 
A lot of

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen
Aan het einde van de les...
  • kan ik telbare znw & ontelbare zwn herkennen
  • snap ik wat "much", "many" & "a lot of" betekent
  • waar "much", "many" & "a lot of" voor word gebruikt
  • weet ik wanneer ik "much", "many" & "a lot of" moet gebruiken

Slide 2 - Diapositive

Much, Many & a lot of
Geeft aan dat er veel van iets is. 

Je kijkt naar het zelfstandig naamwoord ( noun)  in de zin   ->

Om te weten of je "much", "many" of "a lot of" moet gebruiken moet je kijken of het telbare znw of ontelbare znw zijn. 


Slide 3 - Diapositive

Telbaar zelfstandig naamwoord
  • Kun je tellen
  • Is meestal te herkennen door een lidwoord wat de hoeveelheid aangeeft
  • Heeft een meervoudsvorm/kan je in meervoud zetten

Slide 4 - Diapositive

ontelbaar zelfstandig naamwoord
  • Kun je niet tellen
  • Staat altijd in enkelvoudsvorm 
  • Worden gebruikt bij:
  •  Abstract ideas  like freedom or justice.
  •  Natural phenomena (Natuurlijke fenomenen) like lightning, thunder etc.
  • feelings (gevoelens) like love, joy, anger etc.
  •  Liquids (Vloeistoffen)
  • Gasses (Gassen)

Slide 5 - Diapositive

River
A
telbaar
B
ontelbaar

Slide 6 - Quiz

Rice
A
telbaar
B
ontelbaar

Slide 7 - Quiz

Air
A
telbaar
B
ontelbaar

Slide 8 - Quiz

Woman
A
telbaar
B
ontelbaar

Slide 9 - Quiz

Elephant
A
telbaar
B
ontelbaar

Slide 10 - Quiz

Much
  • Gebruik je bij ontelbare zelfstanding naamwoorden
  • gebruik je als de zin ontkennend (-),
    dit kun je herkennen aan het woordje "not" in de zin
  • gebruik je als de zin vragend is (+)

Slide 11 - Diapositive

Many
  • Gebruik je bij telbare zelfstanding naamwoorden
  • gebruik je als de zin ontkennend (-),
    dit kun je herkennen aan het woordje "not" in de zin
  • gebruik je als de zin vragend is (+)

Slide 12 - Diapositive

Welk woord hoort waarbij? Sleep het woord naar het juiste witte vlak.
MANY
MUCH
pocketmoney
tables
witches
buses
fun
light
fans

Slide 13 - Question de remorquage

A lot of
  • Gebruik je bij  zowel telbare als ontelbare zelfstanding naamwoorden
  • Gebruik je als de zin bevestigend (+) is

Slide 14 - Diapositive

I have got ... problems. (+)
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 15 - Quiz

We don't see ... flowers in winter. (-)
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 16 - Quiz

How ... milk is left in the fridge? (?)
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 17 - Quiz

Are there ... ghosts in that creepy building?
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 18 - Quiz

They haven't got ... paint left in the store
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 19 - Quiz

My brother has ... problems with my dad.
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 20 - Quiz

There aren't....people in the shop.
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 21 - Quiz

How....time is left?
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 22 - Quiz

Samenvatting
'Much', 'many' & 'a lot of' betekenen allemaal 'veel'.
Enkelvoud / ontelbaar
Meervoud / telbaar
Bevestigende zinnen
We have a lot of money.
They have a lot of friends.
Ontkennende zinnen
We don't have much money.
They don't have many friends.
Vragende zinnen
Do we have much money?
Do they have many friends?

Slide 23 - Diapositive


How did the lesson go?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage