Emoji's - Ameland; Schiermonnikoog

Emoji's
Ameland - Schiermonnikoog
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Emoji's
Ameland - Schiermonnikoog

Slide 1 - Diapositive

Na deze les:

* Ken je verschillende redenen waardoor mensen emoticons en emoji's verkeerd kunnen interpreteren.
* Heb je je verdiept in de tekstopbouw van twee verschillende teksten.

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn jouw favoriete emoji's?
Noem er drie.

Slide 3 - Question ouverte

8

Slide 4 - Vidéo

01:08
Door wie is de eerste emoji bedacht?
A
Japanse tekenaar
B
Japanse computerprogrammeur
C
Chinese computerprogrammeur
D
Japanse programmeur

Slide 5 - Quiz

01:27
Hoelang worden emoji's algebruikt?
A
In Nederland 20 jaar In Japan 10 jaar
B
In Nederland 10 jaar In China 20 jaar
C
In Nederland 10 jaar In Japan 20 jaar
D
In Nederland 20 jaar In Japan 5 jaar

Slide 6 - Quiz

02:02
Emoji is een Japans woord dat uit twee delen bestaat.
Wat betekent 'E'?

Slide 7 - Question ouverte

02:02
Emoji is een Japans woord dat uit twee delen bestaat.
Wat betekent 'moji'?

Slide 8 - Question ouverte

02:14
Een paar feitjes over de 'oer-emoji.'
Het totaal aantal was ... .
A
167
B
76
C
250
D
176

Slide 9 - Quiz

02:14
Een paar feitjes over de 'oer-emoji.'
Een plaatje bestond uit ... .
A
12 x 12 pixels
B
17 x 17 pixels
C
24 x 12 pixels
D
36 x 36 pixels

Slide 10 - Quiz

02:33
Waar staat het museum waar de 'oer-emoji's' hangen?
A
Tokio
B
Berlijn
C
New York
D
Amsterdam

Slide 11 - Quiz

02:35
Waarom hangen juist deze emoji's in een museum?
A
Omdat ze gewoon leuk zijn.
B
Omdat dit de nieuwste emoji's zijn.
C
Omdat dit het begin van de schrijftaal is.
D
Omdat dit het begin van de digitale beeldtaal is.

Slide 12 - Quiz

5

Slide 13 - Vidéo

00:06
Hoeveel emoji's worden wereldwijd ongeveer per dag verstuurd?
A
2 miljard emoji's
B
800.000 emoji's
C
6 miljard emoji's
D
50 miljoen emoji's

Slide 14 - Quiz

00:39
Geef twee redenen waarom er zoveel emoji's uit Japan zijn.
Antwoord in twee goede zinnen!

Slide 15 - Question ouverte

00:59
😤
Wat betekent deze emoji in Manga?

Slide 16 - Question ouverte

01:37
Waarom is het logisch dat verschillende landen verschillende emoji's gebruiken?
Antwoord met een goede zin.

Slide 17 - Question ouverte

01:37
Waarom is het belangrijk om te weten dat emoji's in sommige landen iets anders betekenen?
Antwoord met een goede zin.

Slide 18 - Question ouverte



Lees de tekst 'Het emoticon. Een hulp bij de interpretatie?'.


Beantwoord daarna de vragen op de volgende slides in een bestand dat je opslaat in jouw persoonlijke mapje voor Nederlands.

Slide 19 - Diapositive

Vragen:
1) Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst 'Het emoticon. Een hulp bij de interpretatie?'
2) Op welke twee manieren wordt de tekst ingeleid?
3) Waarom heeft de schrijver in de derde alinea een (gecursiveerd) stuk Engelse tekst opgenomen? En waarom heeft hij dit niet vertaald?
4) De schrijver stelt de vraag of je "echt zo’n gek gezichtje nodig [hebt] om een zin te interpreteren zoals de schrijver hem bedoelde". Volgens Ray Shea niet, maar wat denkt de schrijver zelf?

Slide 20 - Diapositive

Vragen:
5) De schrijver heeft een onderzoek gedaan om te kijken of emoticons hielpen bij de (juiste) interpretatie van een bericht.
Vul de ontbrekende gegevens over zijn onderzoek in.
Aantal gebruikte berichtjes mét emoticons: ........
Aantal gebruikte berichtjes zonder emoticons: ........
Aantal proefpersonen: ........
Manier van afnemen: ........
6) De schrijver wilde weten of emoticons nu wel of niet helpen bij het interpreteren van een zin. Wat was de uitkomst van zijn onderzoek? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Diapositive

Vragen:
7) Past het tussenkopje "Verwarring" boven de alinea? Leg je antwoord uit.
8) Welke twee manieren om een tekst af te sluiten gebruikt de schrijver in de laatste alinea?

Slide 22 - Diapositive



Lees de tekst 'Emoji's blijken enorme bron van misverstanden te zijn'.


Beantwoord daarna de vragen op de volgende slides in een bestand dat je opslaat in jouw persoonlijke mapje voor Nederlands.

Slide 23 - Diapositive

Vragen:
9) In de vorige tekst deed de schrijver onderzoek naar de interpretatie van emoticons. De tekst 'Emoji's blijken enorme bron van misverstanden te zijn' gaat over de uitkomsten van een onderzoek naar emoji's. Zijn de uitkomsten uit beide onderzoeken vergelijkbaar? Leg je antwoord uit.
10) Het onderzoek naar emoji's verschilde van het onderzoek naar emoticons. Wat werd er precies onderzocht in beide onderzoeken? Hoe verschillen die twee dingen van elkaar?
11) De tekst bevat veel plaatjes en grafieken. Waarom denk je dat de schrijfster voor deze afbeeldingen gekozen heeft?

Slide 24 - Diapositive

Vragen:
12) De plaatjes van de telefoons van Abby en Bill illustreren een situatie waarin een emoji verkeerd begrepen wordt. Citeer de zin uit de tekst die het beste weergeeft wat we op het plaatje zien.
13) Vind jij dat de tekst goed is afgesloten? Leg je antwoord uit.

Als je klaar bent met het beantwoorden van de vragen tag je je docent in je bestand. Je krijgt vervolgens de antwoorden en kijkt je werk zelfstandig na. Verbeteringen / aanpassingen kleur je rood.

Slide 25 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

* Je kent verschillende redenen waardoor mensen emoticons en emoji's verkeerd kunnen interpreteren.
* Je hebt je verdiept in de tekstopbouw van twee verschillende teksten.

Slide 26 - Diapositive

Wat bereid je voor voor de volgende les?

* Je leest in je leesboek.
* Je maakt de dagelijkse oefeningen op www.beterspellen.nl.

Slide 27 - Diapositive