De tijd van monniken en ridders

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Leerdoelen

Je kunt.....

• beschrijven hoe West-Europa zich na de val van het Romeinse Rijk bestuurlijk   ontwikkelde.
• beschrijven wat feodale verhoudingen zijn en hoe ze ontstonden.
• de oorzaken beschrijven van de verbrokkeling van de macht in de late negende en   tiende eeuw.
• beschrijven waardoor West Europa weer een landbouwsamenleving werd.
• het ontstaan van horigheid verklaren.
• uitleggen dat domeinen via het hofstelsel zelfvoorzienend waren.

Kenmerkende aspecten

• De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-
   urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur,
   georganiseerd via hofstelsel en horigheid
• Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

                                           Sint Maarten

Kenmerkende aspecten

Gevolgen einde West-Romeinse Rijk

-Eenheid van bestuur verdwijnt

-Steden worden kleine nederzettingen

-Wegen vervallen

-Handel en nijverheid nam sterk af
-Geld verdwijnt 
-Ontstaan verschillende kleine koninkrijken
-Agrarische samenleving
-Autarkisch (niet volledig)

Standensamenleving

De derde stand:

-horigen (herendiensten)

-vrije boeren (militaire dienst)
-lijfeigenen (onvrij)

In meer of mindere mate

verbonden aan de 

landheer (edelman/geestelijke)

Het hofstelsel/domeinstelsel

Leven op een domein:

Driedeling grond:
- het vroonhof
- akkers
- woeste grond

christendom in Europa

Kenmerkend aspect:

De verspreiding van het christendom in geheel Europa

Bekering van de Franken

Verspreiding van het christendom

Koningen steunden de kerk door:

-bekeren onderdanen 
-beschermen geestelijken/
 missionarissen
-schenken geld en goederen  

Verspreiding van het christendom

De kerk steunde de koningen door:

-helpen bij het bestuur

-vergeestelijken van de machtspositie

Kloosters in de vroege Middeleeuwen

Monniken 
Nonnen
Afzondering

Theorie vs. realiteit

Wetenschap

Het feodaal stelsel

Het grote Sinterklaasdobbelspel Ronde 1

1. Pak een cadeau en pak het uit

2. Alle cadeaus naar links

3. Ruil een cadeau met iemand anders

4. Alle cadeaus naar rechts

5. Het spel draait om (de persoon voor jou mag weer gooien)

6. Pak een cadeau en pak het uit

Het grote Sinterklaasdobbelspel Ronde 2

1. Geef een cadeau aan een ander

2. Alle cadeaus naar links

3. Ruil een cadeau met iemand anders

4. Alle cadeaus naar rechts

5. Geef een cadeau aan degene met de minste cadeaus

6. Ruil allemaal een cadeau met een ander