Woordvolgorde

Uitleg woordvolgorde
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Uitleg woordvolgorde

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordvolgorde - hoofdzin
Rule 1: Verb comes in second place.
Rule 2: Extra verbs will go to the end of the sentence.
Rule 3: Only in questions and commands can the verb come first.
Rule 4: Time can come in either third or first place.

Voorbeelden:
Ik heb vandaag een appel gegeten en de appel was niet lekker. - (2 hoofdzinnen)
Vandaag heb ik een appel gegeten maar de appel was niet lekker. - (2 hoofdzinnen)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

General rule
After a main clause (hoofdzin), when we start a sentence with any other conjunction than Want - Of - Dus - En - Maar (WODEN), a subordinate clause (bijzin) follows. In the subordinate clause (bijzin), all verbs are at the end.
  

Bijvoorbeeld:
Ik vind dat boterhammen lekker zijn.
Ik eet graag boterhammen omdat ze lekker zijn.
Ik kijk graag televisie terwijl ik een boterham eet.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zinsdelen
De studenten / willen / een ijsje / kopen / op de markt.

Op de markt / willen / de studenten / een ijsje / kopen.

Een ijsje / willen / de studenten / op de markt / kopen.

Willen / de studenten / op de markt / een ijsje / kopen?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zinsdelen (welke volgordes?)
Wie? Wat? Waar? Wanneer? 

Slide 5 - Diapositive

Bedenk samen met de lln zinnen door de vraagwoorden te beantwoorden
 bv.
De docent staat deze ochtend voor de klas.
zij 
zijn 
aan 
het 
eten

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

het
lezen
aan 
is
hij

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In maart 
we
zijn
In maart
naar Eindhoven
gegaan

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij
klimmen
hij
gaat
dit weekend

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zij
worden
zij
kapster
wil

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

hij
Arabisch
en Nederlands
spreekt

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vrijdag
vrijdag
hebben
we
gespeeld.
een spelletje

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf op...
  1. Ik eet veel groente want / is / gezond / groente
  2. Ik eet veel groente omdat / is / gezond/ groente
  3. Ik eet elke ochtend 2 eieren zodat / binnenkrijg / ik / genoeg eiwitten
  4. Ik drink vaak water maar / soms / ik / ook / frisdrank / drink
  5. Ik ontbijt alleen als / tijd / heb / ik

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf op...antwoorden
  1. Ik eet veel groente want groente is gezond.
  2. Ik eet veel groente omdat groente gezond is.
  3. Ik eet elke ochtend 2 eieren zodat ik genoeg eiwitten binnenkrijg.
  4. Ik drink vaak water maar soms drink ik ook frisdrank.
  5. Ik ontbijt alleen als ik tijd heb.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meer oefenen?
https://wordwall.net/nl/resource/9748070/woordvolgorde
https://wordwall.net/nl/resource/17720439/woordvolgorde-bijzin
https://wordwall.net/nl/resource/58396021/voegwoorden-2x-hoofdzin-want-maar-en-of-dus



Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions