Vorbereitung Kapitel 3 Neue Kontakte

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Vorbereitung Kapitel 3 Neue Kontakte

In deze toets krijgen jullie:

Woorden (Wörter) 

Dezelfde Grammatik als in toets Kapitel 2 

Lesetext 

Gatentekst (zoals in Kapitel 2) 

Antwoorden geven op zinnen 

Kapitel 3 = 

Bladzijden 

96, 97 en 98 in jouw boek! 

Leer en oefen deze LessonUP en leer de woorden die je vindt op deze bladzijden. 

Hoe leer jij? 

Maandag 4 december

Woensdag 6 december

Donderdag 7 december

Vrijdag 8 december het 1e uur nog even samen oefenen 

Wörter 

Ik deel zowel de Blooket, als de Quizlet. 

https://dashboard.blooket.com/set/656995aacfc8670e988469ad

https://quizlet.com/nl/858019805/kapitel-3-neue-kontakte-flash-cards/?i=y5c9i&x=1jqt

Artikel/ lidwoord

overzicht!

der	die	das	die
der Vater	die Mutter	das Kind	die Kinder
Mannelijk	Vrouwelijk	onzijdig	meervoud

Artikel? Welches Artikel gibt es?

regels

Lidwoorden (= Artikel)

der (mnl.)	die (vrl.)	das (onz.)
mannelijke personen/dieren (der Mann, der Stier)	vrouwelijke personen/dieren (die Frau, die Kuh)	de meeste het-woorden in het Nederlands (das Buch, das T-Shirt, das Mädchen!!!)
seizoenen/dagen/maanden	woorden met de uitgang -e	verkleinwoorden (uitgang -chen of -lein)

De lidwoorden (Artikel)

We hebben ze al behandeld in de toets hoofdstuk 2.

Toch blijven we deze lidwoorden herhalen. 

- alle maanden van het jaar = mannelijk (der) 

- alle bloemen/planten (die) 

- alle fruit, behalve de appel, (die) 

- alle verkleinwoorden (das) 

En die (het vrouwelijke lidwoord) 

gebruiken we ook wanneer het zelfstandig naamwoord eindigt op:

- heit 

- keit 

-     schaft

Fragewörter

herhaling 

wo	waar
wann	wanneer
wohin	waarheen
woher	waarvandaan
wer	wie
wie	hoe
was	wat

haben & sein

herhaling (telkens weer) 

Haben & sein

	haben	sein
ich	habe	bin
du	hast	bist
Peter/Sarah/de hond	hat	ist
wir	haben	sind
ihr	habt	seid
sie/Sie	haben	sind

Vervoegen van werkwoorden

Wie lauten die Regeln?

Hoe doe je dat?

Lernen 

Ich lerne 

Du lernst 

Lisa lernt 

wir lernen 

ihr lernt 

Peter und Sarah lernen 

Sie lernen 

In de volgende slide 

verschijnt een schema. 

Leg dit maar eens naar jouw te oefenen wordwall die ik verderop deel in deze LessonUP. Dit schema helpt je bij het maken van de opgaven

Schwache Verben vervoegen

	Stam op -d of -t	Stam op sisklank	Stam normaal
ich	-e	-e	-e
du	-est	-t	-st
er/sie/es	-et	-t	-t
wir	-en	-en	-en
ihr	-et	-t	-t
sie/Sie	-en	-en	-en

Ein Verb im Präsens (OTT) konjugieren 

Verb konjugieren:
                                  stam + (fe) E – ST – T – EN – T – EN

stam = hele werkwoord min -en/-n

kommen: komm-

arbeiten: arbeit-

regnen: regn-

Aufgabe:

Vervoeg de volgende werkwoorden in de tegenwoordige tijd

machen        

warten

kaufen

antworten

De zinnen in jullie toets

Jullie gaan antwoorden geven op de zinnen dit ik jullie vraag. 

De antwoorden geef je in de Duitse taal 

Vraagwoorden 

https://wordwall.net/de/resource/4711312/fragewörter-a12

https://wordwall.net/de/resource/56458377/deutsch-als-fremdsprache/a1-fragewörter

Artikel (Lidwoorden) 

https://wordwall.net/de/resource/60139569/deutsch/artikel

of een kortere:

https://wordwall.net/de/resource/60332206/deutsch-a1/lückentext

Haben und sein 

https://wordwall.net/de/resource/6015397/haben-oder-sein

https://wordwall.net/de/resource/7646714/daf/hueber-plc-a11-l4-verben-haben-und-sein

vervoegen werkwoorden

https://wordwall.net/resource/59852176/präsens-schwache-verben-4