H2.3 De Inuit in het poolgebied

Par. 2.3   De Inuit in het poolgebied
In het poolgebied is het altijd koud. Hoe komt dat? En waar wonen de bewoners van het poolgebied?
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Par. 2.3   De Inuit in het poolgebied
In het poolgebied is het altijd koud. Hoe komt dat? En waar wonen de bewoners van het poolgebied?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Op groenland wonen de mensen ..
A
Aan de kust
B
In het binnenland

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Waarom is het koud op de noordpool
A
De zonnestralen vallen schuin in en verwarmen een groot oppervlak
B
De zonnestralen vallen loodrecht, verwarmen een klein oppervlak
C
De zonnestralen leggen een lange weg af naar de polen
D
Ze zonnestralen leggen een korte weg af naar de polen

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

De noordpoolcirkel ligt op...
A
63,5 N.B.
B
66,5 N.B.
C
69,5 N.B.
D
67,5 N.B.

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

De boomgrens is...
A
10 graden in de zomer
B
10 graden in de winter
C
0 graden in de zomer
D
0 graden in de winter

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

loofbos
  • komt voor in de gematigde , tropische en subtropsiche zone
  • heeft een warme periode van 10+ graden nodig

Slide 15 - Diapositive

naaldbos
  • groeien in het taiga klimaat
  • kunnen tegen -3 graden maar hebben ook een warme (10+) zomer nodig

Slide 16 - Diapositive

de bevolkingsdichtheid op Groenland is... dan in Nederland
A
Hoger
B
Lager

Slide 17 - Quiz

Wat is permafrost?
A
Eeuwige sneeuw
B
Altijd bevroren ondergrond
C
Gletsjers
D
de bovenste laag van de grond bevriest in de winter

Slide 18 - Quiz

Aan de slag!

Maak van paragraaf 2.3:
Opdracht 1 t/m 3d




Slide 19 - Diapositive

Wat groeit er op de toendra?
A
Loofbomen
B
Naaldbomen
C
Grassen en struiken
D
Niets

Slide 20 - Quiz

Wat groeit er in de taiga?
A
Loofbomen
B
Grassen en struiken
C
Niets
D
Naaldbomen

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Diapositive

Belangrijk: Bij aardrijkskunde moet je vaak gebieden met elkaar vergelijken.
--> Zorg dat beide gebieden in je antwoord staan!

Slide 25 - Diapositive

Iqaluit - Tefé: In Iqaluit is de temperatuur lagen dan in Tefé, en er valt minder neerslag.

Iqaluit - Oodnadatta: In Iqaluit is het veel kouder dan in Oodnadatta, en er valt iets meer neerslag.

Slide 26 - Diapositive

Aan de slag!

Werkboek blz 30-32
Maken: 5 t/m 8 

Heb je 1 t/m 4 niet af, begin je daar eerst mee.

Eerste 5 minuten in stilte!
timer
5:00

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Aan het einde van de les kan/weet je:
  • B49
  • B85
  • B86
  • wat de verschillende luchtstreken zijn
  • wat de kenmerken van een loofbos en naaldbos zijn

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Maken:
Opdracht 6 t/m 8  (=huiswerk)

Slide 33 - Diapositive

terugblik vragen
  1. Noem een kenmerk van toendra.
  2. Noem een kenmerk van taiga.
  3. Waar komt permafrost voor?
  4. Noem een verschil tussen land en zee ijs

Beantwoord in tweetallen deze vragen binnen 2 minuten 
timer
2:00

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

luchtstreken
  • gebieden die aangeven hoe warm of koud het daar kan worden
  • dit kan door middel van breedtecirkels of gebieden van gelijke temperatuur met elkaar verbinden door een lijn

Slide 36 - Diapositive

tropen/tropische zone
  • hele jaar door warm
  • tussen de 23.5 N.B. en de 23.5 Z.B. 

Slide 37 - Diapositive

keerkringen
  • 21 Juni langste dag op noordelijk halfrond
  • de zon staat dan loodrecht op de Kreeftskeerkring (23,5 Graden N.B.)
  • december langste dag op zuidelijk halfrond zon staat dan loodrecht op de steenbokskeerkring (23,5 Graden Z.B.)

Slide 38 - Diapositive

gematigde zone
  • tussen de 23.5 en 66.5 N.B. en Z.B.
  • niet te warm of te koud. in winter vriest het weinig en niet lang/vaak 30 graden

Slide 39 - Diapositive

subtropen
  • niet zo warm en vochtig als de tropen
  • warmer dan de gematigde zone
  • minder regen dan beide zones
  • tussen 23.5 en 40° noorderbreedte en 23.5 - 40° zuiderbreedte

Slide 40 - Diapositive

poolstreken/polaire zone
  • vanaf 66.5 N.B. of Z.B.
  • bijna altijd onder de 0 graden
  • in de zomer bijna 24 uur licht
  • in de winter bijna 24 uur donker

Slide 41 - Diapositive

polaire zone
gematigde zone
subtropen
tropische zone

Slide 42 - Question de remorquage

terugblik vragen
  1. benoem de verschillende luchtstreken
  2. noem een kenmerk van één van de luchtstreken
  3. noem één verschil tussen een loofbos en naaldbos

Slide 43 - Diapositive