VWO 1 Hfst.2 paragraaf 3 leerboek

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Par. 2.3   De Inuit in het poolgebied

In het poolgebied is het altijd koud. Hoe komt dat? En waar wonen de bewoners van het poolgebied?

Leerdoelen

- Je kunt uitleggen welke landschappen met welke kenmerken er voorkomen bij de polen

- je kunt uitleggen wat het verschil is tussen landijs, pakijs en drijfijs

--> Klassikale interactieve uitleg, daarna zelf aan de slag!

Aan het einde van de les ken je deze begrippen:

• noordpoolcirkel
• toendra (klimaat)
  
• taiga
  
• permafrost
• landijs
• zee-ijs
• pool (klimaat)
  

Bevolkingsdichtheid van het noordpoolgebied

- de bevolkingsdichtheid in het poolgebied is extreem laag 

- Een voorbeeld van een volk die wel hier woont is de Inuit

• extra info: vroeger werd de term Eskimo gebruikt voor vrijwel elke bevolkingsgroep levend in het poolgebied, maar, 'Noordpool'-bewoners van:
• - Canada = Inuit
  
• - Groenland = Kalaallit
  
• - Oost-Rusland = Yupik

Oppervlakte

Groenland: 2.166.000 km²

Provincie Utrecht: 1.449 km²

Bangladesh: 148.460 km²

Nederland: 41.543 km²

Inwonersaantal

Groenland: 56.025 inwoners

Provincie Utrecht: 1.307.000 inwoners

Bangladesh: 161.400.000 inwoners

Nederland: 17.280.000 inwoners

Bevolkingsdichtheid

- hoeveelheid inwoners per km2

- vergelijking:

• Bangladesh: 1252 mensen per km2
  
• Provincie Utrecht: 904 mensen per km2


• Nederland (gemiddeld): 508 mensen per km2
• Groenland 0,03 mensen per km2

• oftewel: de provincie Utrecht is 30.133 x dichter bevolkt dan Groenland

Vergelijking bevolkingsdichtheid per km2

Groenland

.

Provincie Utrecht

Van koud naar warm

1.  landijs/zeeijs (Groenland)

2. Toendra (Noord-Zweden)

3. Taiga ( Centraal-Zweden)

4. loofbos (Nederland)

Toendra

Boomloos gebied in de poolstreek met begroeiing van grassen, mossen en lage struikjes. En een bevroren bodem (permafrost)

Permafrost

Altijd bevroren ondergrond.

(noord)poolcirkel en permafrost

• (Noord)poolcirkel: op 66.5 N.b. Alleen daar is het poolklimaat
• permafrost: grond die nooit ontdooit. water loopt moeilijk weg. Zomers meer een moeras (muggen!)
  

poolklimaat

• Sneeuw en ijs
• Temperatuur komt bijna nooit boven 0 graden
• IJsberen op de Noordpool
• Pinguïns op de Zuidpool
• Geen planten

00:45

zee-ijs dat smelt kan nooit meer aangroeien

1. waar
2. niet waar

terugblik vragen

1. Noem een kenmerk van toendra.
   
2. Noem een kenmerk van taiga.
3. Waar komt permafrost voor?
4. Noem een verschil tussen land- en zee ijs
   

Aan de slag

- Lees §3 van hoofdstuk 2 goed door

- Maak heel opdracht 1, opdracht 2c-1, 2c-2, 2d en 2e, heel opdracht 3 en heel opdracht 4.

- Daar mag je gewoon even zelf mee aan de slag. Je hoeft niet online te blijven en ook niet terug te komen.

Leerdoelen

- Je kunt uitleggen welke landschappen met welke kenmerken er voorkomen bij de polen

- je kunt uitleggen wat het verschil is tussen landijs, pakijs en drijfijs

--> Klassikale interactieve uitleg, daarna zelf aan de slag!

Programma

- Klassikale interactieve start en bespreking van de basisboeknummers

- Aan de slag

- Klassikale afsluiting met een filmpje

Basisboeknummers bij paragraaf 3 

BB 48 breedteligging en temperatuur

BB 49 luchtstreken

BB 85 loofbos

BB 86 naaldbos

De grens tussen een gebied waar nog wel bomen groeien en het gebied waar geen bomen groeien heet

1. toendra
2. boomgrens
3. landijs
4. taiga

Welke landschapszone zie je hier?

luchtstreken

• gebieden die aangeven hoe warm of koud het daar kan worden
• dit kan door middel van breedtecirkels of gebieden van gelijke temperatuur met elkaar verbinden door een lijn

tropen/tropische zone

• hele jaar door warm
• tussen de 23.5 N.B. en de 23.5 Z.B. 

gematigde zone

• tussen de 23.5 en 66.5 N.B. en Z.B.
• niet te warm of te koud. in winter vriest het weinig en niet lang/vaak 30 graden

poolstreken/polaire zone

• vanaf 66.5 N.B. of Z.B.
• bijna altijd onder de 0 graden
• in de zomer bijna 24 uur licht
• in de winter bijna 24 uur donker

B85: loofbos

• komt voor in de gematigde , tropische en subtropsiche zone
• heeft een warme periode van 10+ graden nodig

B86: naaldbos

• groeien in het taiga klimaat
• kunnen tegen -3 graden maar hebben ook een warme (10+) zomer nodig

polaire zone

gematigde zone

subtropen

tropische zone

terugblik vragen

1. benoem de verschillende luchtstreken
2. noem een kenmerk van één van de luchtstreken
3. noem één verschil tussen een loofbos en naaldbos

Aan de slag!

Maak in edition de opdrachten 5,6,7, 8 en 9 van paragraaf 3. 

Atlasvragen mag je overslaan

Dit is huiswerk voor woensdag

Zorg dat je uiterlijk om 5 over half 2 weer terugbent! Want dan sluiten we af met een kort filmpje en een paar vragen

02:14

welk begrip past bij grond die maar voor een klein deel ontdooit

04:15

Boodschappen doen in Barrow is goedkoper dna in Nederland

1. waar
2. niet waar

05:53

waarom wonen mensen al zo lang in dit gebied