2.3 De Inuit in het poolgebied HSX

Par. 2.3   De Inuit in het poolgebied
In het poolgebied is het altijd koud. Hoe komt dat? En waar wonen de bewoners van het poolgebied?
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Par. 2.3   De Inuit in het poolgebied
In het poolgebied is het altijd koud. Hoe komt dat? En waar wonen de bewoners van het poolgebied?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van de les ken je deze begrippen:
  • noordpoolcirkel
  • toendra (klimaat)
  • taiga (klimaat)
  • permafrost
  • landijs
  • zee-ijs
  • pool (klimaat)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

0

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Slide 10 - Diapositive

poolklimaat
  • Sneeuw en ijs
  • Temperatuur komt bijna nooit boven 0 graden
  • IJsberen op de Noordpool
  • Pinguïns op de Zuidpool
  • Geen planten

Slide 11 - Diapositive

(noord)poolcirkel en permafrost
  • (Noord)poolcirkel: op 66.5 N.b. Alleen daar is het poolklimaat
  • permafrost: grond dat nooit ontdooit. water loopt moeilijk weg. Zomers meer een moeras (muggen!)

Slide 12 - Diapositive

land en zeeijs
  • zeeijs: bevroren zeewater. De Noordpool is vooral zeeijs. uitzondering: Groenland = landijs.
  • soms wel 3 km dik ijspakket
  • landijs: dikke laag sneeuw geperst tot ijs. Vooral te vinden op de Zuidpool (Antarctica) hier vind je ook zeeijs. Sneeuw van duizenden jaren oud!

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

3

Slide 18 - Vidéo

00:45
zee-ijs dat smelt kan nooit meer aangroeien
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

01:27
welke twee oorzaken zorgen ervoor dat zee ijs smelt?

Slide 20 - Question ouverte

03:04
land ijs is gevaarlijker dat zee ijs
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Planning:
  • terugblik vragen in 2-tallen
  • afronden par. 3.
  • laatste vragen/ herhalen par. 1 en 2
  • Leren voor de toets
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • B49
  • B85
  • B86
  • wat de verschillende luchtstreken zijn
  • wat de kenmerken van een loofbos en naaldbos is

Slide 22 - Diapositive

terugblik vragen
  1. Noem een kenmerk van toendra.
  2. Noem een kenmerk van taiga.
  3. Waar komt permafrost voor?
  4. Noem een verschil tussen land en zee ijs

Beantwoord in tweetallen deze vragen binnen 2 minuten 
timer
2:00

Slide 23 - Diapositive

luchtstreken
  • gebieden die aangeven hoe warm of koud het daar kan worden
  • dit kan door middel van breedtecirkels of gebieden van gelijke temperatuur met elkaar verbinden door een lijn

Slide 24 - Diapositive

tropen/tropische zone
  • hele jaar door warm
  • tussen de 23.5 N.B. en de 23.5 Z.B. 

Slide 25 - Diapositive

keerkringen
  • 21 Juni langste dag op noordelijk halfrond
  • de zon staat dan loodrecht op de Kreeftskeerkring (23,5 Graden N.B.)
  • december langste dag op zuidelijk halfrond zon staat dan loodrecht op de steenbokskeerkring (23,5 Graden Z.B.)

Slide 26 - Diapositive

gematigde zone
  • tussen de 23.5 en 66.5 N.B. en Z.B.
  • niet te warm of te koud. in winter vriest het weinig en niet lang/vaak 30 graden

Slide 27 - Diapositive

subtropen
  • niet zo warm en vochtig als de tropen
  • warmer dan de gematigde zone
  • minder regen dan beide zones
  • tussen 23.5 en 40° noorderbreedte en 23.5 - 40° zuiderbreedte

Slide 28 - Diapositive

poolstreken/polaire zone
  • vanaf 66.5 N.B. of Z.B.
  • bijna altijd onder de 0 graden
  • in de zomer bijna 24 uur licht
  • in de winter bijna 24 uur donker

Slide 29 - Diapositive

loofbos
  • komt voor in de gematigde , tropische en subtropsiche zone
  • heeft een warme periode van 10+ graden nodig

Slide 30 - Diapositive

naaldbos
  • groeien in het taiga klimaat
  • kunnen tegen -3 graden maar hebben ook een warme (10+) zomer nodig
  • toendra is een mix van naald en loofbos

Slide 31 - Diapositive

polaire zone
gematigde zone
subtropen
tropische zone

Slide 32 - Question de remorquage

terugblik vragen
  1. benoem de verschillende luchtstreken
  2. noem een kenmerk van één van de luchtstreken
  3. noem één verschil tussen een loofbos en naaldbos

Slide 33 - Diapositive

3

Slide 34 - Vidéo

02:14
welk begrip past bij grond die maar voor een klein deel ontdooit

Slide 35 - Question ouverte

04:15
boodschappen doen in Barrow is goedkoper dan in Nederland
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quiz

05:53
waarom wonen mensen al zo lang in dit gebied

Slide 37 - Question ouverte