Les 3
1 / 24
La durée de la leçon est: 80 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wie krijgt er naast zakgeld, ook kleedgeld of een abonnement voor de mobiel?
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Primaire behoefte....
Slide 5 - Question ouverte
Secundaire behoefte....
Slide 6 - Question ouverte
vrije goederen........
Slide 7 - Question ouverte
Wat zijn diensten
A
Dingen die je vast kunt pakken
B
spullen die je moet kopen
C
dingen die schaars zijn
D
iets dat je voor een ander doet of voor jou gedaan wordt
Slide 8 - Quiz
Wat is geen dienst?
A
Rijles
B
Tandarts
C
Auto
D
Autoverzekering
Slide 9 - Quiz
Welke uitspraak over alternatief aanwendbaar is juist?
A
Een goed is alternatief aanwendbaar als je het voor verschillende prijzen kunt kopen.
B
Een voorbeeld van alternatief aanwendbaar is dat tijd ingezet kan worden voor verschillende activiteiten.
