voedselproductie

voedselproductie 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

voedselproductie 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van de les kan je uitleggen......
 .... wie ons voedsel produceert.
.... wat de verschillen zijn tussen landbouw, veeteelt en tuinbouw.
.... wat grondstoffen zijn.
.... wat een gemengd bedrijf is.
.... op welke 4 manieren boeren zoveel mogelijk proberen te produceren.

.... waar jouw eten vandaan komt (= huiswerkopdracht)


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

herkomst

Eten is gemaakt van verschillende ingrediënten. Daar bestaat dat eten dus uit. Die ingrediënten komen niet allemaal uit Nederland. Maar die ingrediënten hebben een verschillende herkomst. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent herkomst?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar komt het voedsel vandaan?
Bijna alles wat je eet en drinkt komt van boerenbedrijven.

Boeren produceren grondstoffen voor je voedsel.





Welke grondstoffen zitten er in dit broodje hamburger, denk je? Vul het woordweb in.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

grondstoffen broodje hamburger

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

grondstoffen
graan
(lijnzaad)olie
uien
tomaat
sla
koe / varken

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie produceert ons voedsel?
Boeren produceren de grondstoffen voor ons voedsel.
Er zijn drie soorten boeren:
1. Akkerbouwers
2. Tuinbouwers 
3. (Pluim)veehouders

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Akkerbouw
- Voedingsgewassen:
graan, aardappelen,
suikerbiet, maïs......  

- Monocultuur:
1 soort verbouwen 
op groot gebied.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

opdracht
Zet het productieproces van suikerbiet tot suikerklontje in een pijlenschema.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veeteelt
Veeteeltbedrijven fokken en houden dieren (vee)

melkveehouders: koeien, geiten, paarden, varkens, schapen,.....

pluimveehouders: kippen, kalkoenen, ganzen, eenden,......


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tuinbouw

Vorm van akkerbouw maar dan speciaal voor groenteteelt, sierteelt (bloemen), fruitteelt, boomteelt en paddenstoelenteelt. 


Tuinbouw in open grond: buiten in volle grond

Glastuinbouw (kassen)

  • Hele jaar door gewassen verbouwen
  • altijd optimale omstandigheden

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bio-industrie
Biologische veeteelt

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

akkerbouw
tuinbouw
veehouderij

Slide 15 - Question de remorquage

3 soorten agrarische bedrijven
welke producten maken ze?
Een gemengd bedrijf
bijvoorbeeld: akkerbouw - veeteelt

Mest van het vee geeft voeding voor de planten.

Een deel van de planten dient als voeding voor de dieren.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Efficient voedsel produceren 
Vroeger hadden veel boeren een gemengd bedrijf: met akkerbouw en veeteelt. Om zo veel mogelijk voedsel te produceren voor zo weinig mogelijk geld hebben boeren 4 mogelijkheden:

1. veel van hetzelfde produceren
2. opbrengst verhogen
3. ziekte en schade voorkomen
4. supergewassen en supervee. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Efficient voedsel produceren 
1. veel van hetzelfde produceren
  • Monocultuur:  1 soort gewas 
  • Intensieve veeteelt/bio-industrie: 1 soort dier houden in een zo klein mogelijke ruimte (veeteelt)
2. opbrengst verhogen
  • Mest gebruiken (akkerbouw)
  • Krachtvoer gebruiken (veeteelt) 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Efficient voedsel produceren 
3. ziekte en schade voorkomen
Plagen voorkomen door gewasbeschermingsmiddelen (akkerbouw)
Ziektes voorkomen door antibiotica toe te voegen aan veevoer (Veeteelt)

4. supergewassen en supervee. 
Veredeling: Kruisen van plantenrassen om een nieuwe ras met gunstige eigensschappen te krijgen (akkerbouw)
Fokken: kruisen van rassen met gunstige eigenschappen. (veeteelt)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zijn er veel regels voor boeren? 
Veeteelt: er mag geen mestoverschot zijn omdatdat invloed heeft op het bestaan van planten en dierensoorten (vermesting en verzuring)

Akkerbouw: gewasbeschermingsmiddelen moeten aan de volgende eisen voldoen:
werken selectief en zijn biologisch afbreekbaar. 


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

huiswerkopdracht
Onderzoek waar één avondmaaltijd van jou vandaan komt.
1. Wat heb je gegeten?
2. Beschrijf zoveel mogelijk grondstoffen.
3. Geef per grondstof aan uit welke soort landbouw het afkomstig is (akkerbouw, tuinbouw, veeteelt)
4. Groep 6+7: geef ook aan wat voor soort tuinbouw of veeteelt.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions