Vragen over het hormoonstelsel.

Het hormoonstelsel
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Het hormoonstelsel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand met suikerziekte heeft hormonen nodig. Deze hormonen worden in het bloed ingespoten.

Welke uitspraak over deze hormonen is juist

A
Deze hormonen zijn eiwitten
B
Deze hormonen zijn koolhydraten
C
Deze hormonen zijn vetten
D
Deze hormonen zijn vitaminen

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is GEEN hormoon
A
glucose
B
insuline
C
glucagon
D
glycogeen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn hormonen?
A
Stofjes die ervoor zorgen dat je beter kunt presteren
B
Stofjes die allerlei processen in het lichaam regelen
C
Stofjes die alleen jongens hebben om geslachtsrijp te worden
D
Stofjes die alleen meisjes hebben om geslachtsrijp te worden

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De alvleesklier maakt de hormonen insuline en glucagon aan. Wat is de functie van deze twee hormonen? Deze hormonen regelen de:
A
hoeveelheid gal.
B
bloedsuikerspiegel.
C
dikte van de klieren.
D
productie van maagsap.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk van de onderstaande hormonen
is een eiwit hormoon
A
adrenaline
B
insuline
C
oestrogeen
D
glucagon

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hormonen zijn directe hormonen van de hypofyse?
A
Groeihormoon en adenocorticotrope hormoon
B
Groeihormoon en pigmenthormoon
C
Pigmenthormoon en thyroxine

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij IVF wordt bij de vrouw van te voren een hormoon toegediend. Daarmee wordt de natuurlijke hormonale regulatie versterkt. Welk hormoon is dit?
A
FSH
B
oestrogeen
C
progesteron
D
testosteron

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk hormoon behoort tot de gonadotrope hormonen?
A
Het adrenocorticotrope hormoon
B
Het follikelstimulerend hormoon
C
Het thyreotrope hormoon

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn hormonen?
A
Vloeistof in het lichaam dat andere stoffen vervoerd
B
stof die de werking van bepaalde organen regelt

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk hormoon is een mannelijk hormoon?
A
oestrogeen
B
FSH
C
progesteron
D
ICSH

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In het filmpje hebben ze het over hormonen. Wat zijn hormonen?
A
Bouwstoffen die processen in je lichaam aansturen
B
Regelstoffen die processen in je lichaam aansturen
C
Bloedcellen die werken tijdens de menstruatie
D
Bloedcellen die werken tijdens de ovulatie

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat komt er bij je op als je denkt aan diabetes?

Slide 14 - Carte mentale

Suikerziekte
Insuline = hormoon dat bloedsuikerspiegel regelt, bij DM verstoord
Type I en Type II (en zwangerschapsDM)
Risicofactoren (overgewicht, ongezonde leefstijl, leeftijd, erfelijke aanleg)
Medicijnen oraal of insuline 


Wat weet je van hormonen?

Slide 15 - Carte mentale

Wat zijn hormonen?
Welke cel reageert op welk hormoon?

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormonen ______________van alles met je lichaam. 
een ander woord voor hormonen is ____________
Hormonen worden gemaakt in _______________
Via het _____________ komen de hormonen bij alle organen. 
regelen
regelstoffen
hormoonklieren
bloed

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hormonen horen bij welke hormoon klier?
Adrenaline
Insuline
Mannelijk geslachtshormoon
Vrouwelijk geslachtshormoon

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort bij wat?
een belangrijke hormoonklier
een ander woord voor hormonen
stoffen die berichten doorgeven aan organen
vervoert hormonen
Organen die hormonen maken
hormonen
hormoonklieren
bloed
regelstoffen
hypofyse

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormoon dat het glucosegehalte van het bloed laat dalen
Hormoon dat het glucosegehalte van het bloed laat stijgen
Insuline
Glucagon

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormonen _______________ organen wat ze moeten doen.
Hormonen regelen dat zaadballen ______________ gaan maken. 
Hormonen regelen dat meisjes ___________ krijgen. 
zaadcellen
vertellen
borsten

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke twee hormonen produceren de eilandjes van Langerhans? En wat doen deze hormonen?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk hormoon of welke hormonen zorgen voor het dikker worden van het baarmoederslijmvlies?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormonen in anticonceptiemiddelen zijn schadelijk voor je gezondheid.
Waar
Niet waar

Slide 24 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Glucose kan alleen worden opgenomen als het hormoon insuline zich bindt aan de insuline receptor op de celwand

Slide 25 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde quiz
Het hormoonstelsel.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions