Oefentoets Stevigheid en Beweging

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Oefentoets Stevigheid

Hieronder staan 3 uitspraken over het skelet van een organisme
1. Het skelet bestaat geheel uit kraakbeen
2. Het skelet beschermt een aantal organen
3. Het skelet geeft vorm aan het lichaam

Welke van deze uitspraken gelden voor het skelet van de mens?

1. Alleen uitspraak 1 en 2
2. Alleen uitspraak 2 en 3
3. Alleen uitspraak 1 en 3
4. Uitspraak 1, 2 en 3

Welke botten horen bij de wervelkolom?

1. alleen de wervels
2. alleen het heiligbeen en de wervels
3. alleen het heiligbeen en het staartbeen
4. het heiligbeen, het staartbeen en de wervels

Aan welke wervels zijn de ribben verbonden?

1. Aan de halswervels
2. Aan de borstwervels
3. Aan de lendenwervels
4. Aan de hals- en borstwervels

Je ziet een gedeelte van het skelet van de mens.
Wat stellen de nummers 8 en 10 voor?

1. 8 = spaakbeen 10 = middenhandsbeentjes
2. 8 = spaakbeen 10 = handwortelbeentjes
3. 8 = ellepijp 10 = middenhandsbeentjes
4. 8 = ellepijp 10 = handwortelbeentjes

Armen en benen hebben vergelijkbare botten.
Welk bot(ten) uit het been heeft/hebben geen vergelijkbaar bot in de arm?

Hoeveel teenkootjes heeft een voet van de mens?

1. 16 teenkootjes
2. 15 teenkootjes
3. 14 teenkootjes
4. 5 teenkootjes

Welk onderdeel bestaat uit kraakbeen?

1. Onderdeel 1
2. Onderdeel 2
3. Onderdeel 3

Hiernaast zie je het geraamte van een vogel.
Wat stellen de letters G en H voor?

1. G = borstbeen H = dijbeen
2. G = sleutelbeen H = opperarmbeen
3. G = borstbeen H = opperarmbeen
4. G = sleutelbeen H = dijbeen

De mens is een...

1. zoolganger
2. teenganger
3. hoefganger
4. voetganger

Waar hoort de beer bij, zoolganger of teenganger?
Wat stelt bot nummer 5 voor?

1. zoolganger, 5 = hielbeen
2. zoolganger, 5 = middenvoetsbeentje
3. teenganger, 5 = hielbeen
4. teenganger, 5 = middenvoetsbeentje

Lees onderstaande beweringen:
1. De beenderen van het skelet zijn dood
2.De kleine teen heeft drie teenkootjes

Is bewering 1 juist? En bewering 2?

1. Alleen bewering 1 is juist
2. Alleen bewering 2 is juist
3. Bewering 1 en 2 zijn allebei juist
4. Bewering 1 en 2 zijn allebei onjuist

Bekijk de afbeelding.
Welk bot is gebroken?

1. Het dijbeen
2. Een middenhandsbeentje
3. Het opperarmbeen
4. Een rib

Hiernaast zie je het skelet van een eekhoorn.
Wat stellen de nummers 2, 5 en 6 voor?

1. 2 = borstwervel, 5 = lendenwervel, 6 = staartbeen
2. 2 = halswervel, 5 = borstwervel, 6 = heiligbeen
3. 2 = halswervel, 5 = lendenwervel, 6 = staartbeen
4. 2 = borstwervel, 5 = lendenwervel, 6 = heiligbeen

De afbeelding stelt een poot van een koe voor.
Hoe heet het bot dat met de letter P aangegeven wordt?

1. P = handwortelbeentje
2. P = voetwortelbeentje
3. P = knieschijf
4. P = teenkootje

Welke bewering over de ribben van de mens is juist?

1. Alle ribben zitten vast aan de wervelkolom
2. Alle ribben zitten vast aan het borstbeen
3. De mens heeft 2 zwevende ribben
4. De mens heeft 24 paar ribben

Welke spieren zijn elkaars antagonisten?

Spier 1 en spier

Spier 2 en spier

3

4

2

1

Welke spieren zijn antagonisten van elkaar?

--  Buikspier

--  Triceps

--  Scheenbeen

spier

Rugspier

Biceps

Kuitspier

Waar zitten pezen?

1. Tussen 2 gewrichten
2. Tussen botten en spieren
3. Tussen gewrichten en spieren
4. Tussen 2 spieren

Wat is een antagonist?

1. Een spier met een tegengestelde werking
2. Een spier met dezelfde werking
3. Allemaal pezen bij elkaar

Rechts zie je een voorbeeld van een
gewricht.

Welk type gewricht is dit?

1. kogelgewricht
2. scharniergewricht
3. rolgewricht

sommige gewrichten moeten meer werk verrichten dan andere. Welk deel die het gewricht extra verstevigd, hebben deze gewrichten wel en andere gewrichten niet.

1. gewrichtskom
2. kraakbeen
3. gewrichtsband
4. gewrichtskapsel

Wat is de functie van gewrichtbanden?

1. soepel bewegen van het gewricht
2. houdt de 2 botten bij elkaar
3. zorgt voor extra stevigheid van het gewricht

Wat voor beenverbinding is de knie?

1. Kraakbeenverbinding
2. Vergroeid
3. Gewricht
4. Naden (naadverbinding)

In de afbeelding hiernaast is een beenverbinding aangegeven met Q.

Welke beenverbinding is aangegeven met Q?

1. vergroeide beenverbinding
2. naadverbinding
3. kraakbeenverbinding
4. gewricht

Hoe noem je deze beenverbinding?

1. Gewricht
2. Vergroeid
3. Kraakbeen
4. Naad

Gewricht

1. Het zijn kraakbeenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten t.o.v. elkaar kunnen bewegen.
2. Het zijn beenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten niet kunnen bewegen.
3. Het zijn kraakbeenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten t.o.v. elkaar kunnen bewegen.
4. Het zijn beenverbindingen. De meeste gewrichten zorgen ervoor dat botten t.o.v. elkaar kunnen bewegen.

Wat voor gewricht is dit?

1. Kogelgewricht
2. Rolgewricht
3. Scharniergewricht
4. Geen van allen

In je skelet zitten vier soorten beenverbindingen.
Bij welke beenverbindingen is er veel beweging mogelijk?

1. gewrichten en kraakbeenverbindingen
2. gewrichten en naadverbindingen
3. gewrichten, vergroeiingen, naad- en kraakbeenverbindingen
4. naadverbindingen en vergroeiingen

Een grafiek heeft

1. een as
2. twee assen
3. kolommen
4. rijen

Wat is een hypothese?

1. Het antwoord op de onderzoeksvraag
2. Hier beschrijf je wat er fout is gegaan
3. Het verwachte antwoord op de onderzoeksvraag
4. De resultaten

Bekijk de grafiek
Welke lijn geeft de geeft
het verloop van
collageen (lijmstof) aan
in de grafiek?

1. Blauw
2. Rood

Wat klopt niet aan deze
grafiek?

1. Schaalverdeling
2. Assen verkeerd om
3. Het had een staafdiagram moeten zijn
4. Er moet geen lijn door de punten heen getrokken worden