les 4 kabinetsformatie

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Lesdoel: je weet hoe een kabinet tot stand komt, wat een oppositie, regering, parlement is

Wat is de rol van de kiezer, de verkenner (informateur) en de formateur in dit formatieproces? 

TELEFOON IN TELEFOONTAS

ZITTEN OP PLATTEGROND

OVERLEG FLUISTERENDE TOON

WAT DOEN WE?

             11.30-11.40 Uitleg MAATSCHAPPELIJKE STAGE

                       11.40-12.10 WERKKAART/WERKBOEK CONTROLE     

12.10-12.25 lessonup kabinet /quiz!       

 12.25- traktatie winnaars                             

                    WAT DOE JE DEZE LES

* De werkboek opdrachten nakijken  CONTROLEER VIA                  ANTWOORDBLAD IN TEAMS!

* We werken aan de folder/werkkaart 

** uitgeprinte werkkaart en werkboek inleveren week 41 want na de herfstvakantie zijn jullie BUITENLAND

week 44 in de les de folder afmaken.

 

HOE VORM JE  EEN KABINET 

VERKENNER-INFORMATEUR-FORMATEUR

COALITIE- OPPOSITIE 

Welke partijen behoren tot een linkse (sociaal-democratische) blok?

1. CDA, ChristenUnie, D66
2. ChristenUnie, SP, PvdA
3. Groenlinks, CDA, D66
4. PvdA, GroenLinks, SP

Hoeveel zetels moet je hebben voor een meerderheid van de Tweede Kamer?

1. 38
2. 75
3. 76
4. 150

De regering bestaat uit...

1. Eerste en Tweede kamer
2. Koning en Ministers
3. Ministers en staatssecretarissen
4. Parlement en Koning

Een coalitiekabinet bestaat altijd uit twee of meer partijen

1. juist
2. onjuist

Het kabinet bestaat uit..

1. Eerst en Tweede Kamer
2. Koning en Ministers
3. Ministers en staatssecretarissen

Prinsjesdag!

Wat staat er in de miljoenennota?

1. Hoeveel geld er dit jaar binnenkomt en hoeveel geld er wordt uitgegeven: de begroting.
2. Waaraan het geld wordt uitgegeven: een toelichting op de begroting.
3. Antwoord A en B zijn allebei goed.
4. Antwoord A en B zijn allebei niet goed.

Wat zijn de algemene beschouwingen?

1. bespreken de fractieleiders van de politieke partijen in de Kamer de hoofdlijnen van de miljoenennota en de rijksbegroting.
2. Afspraken over wat elke minister afzonderlijk aan geld mag besteden in zijn werkgebied.
3. Met elkaar bespreken welke partij het meest te zeggen krijgt in het komende jaar.

Noem een voorziening voor ons allemaal.

Wat vind jij belangrijk om geld aan uit te geven?

Veiligheid

Milieu

Werk

Vervoer

Woningen

Ouderen

Sport

Cultuur

Jongeren

Zorg