Les over Wijnbouw

Les over Wijnbouw

Aan het eind van de les kun je...

• De geschikte klimaatzones voor wijnbouw identificeren
• Het belang van zonne-uren en gemiddelde jaartemperaturen voor de wijnbouw begrijpen
• Uitleggen hoe microklimaten de wijnbouw beïnvloeden
• Beschrijven hoe weersomstandigheden de kwaliteit van de wijnbouw beïnvloeden
• De cyclus in de wijngaard en het werk dat daarin plaatsvindt toelichten
• Gangbare ziektes in de wijngaard benoemen en hun effect op de wijnbouw uitleggen
• De rol van de bodem in de wijnbouw beschrijven, inclusief de invloed op de druivenstok

Wat weet je al over wijnbouw?

Klimaatzones geschikt voor wijnbouw

Gebieden tussen de 30-50 graden noorder- en zuiderbreedte waar wijnbouw optimaal is

Benodigde zonne-uren en optimale jaartemperaturen

Ongeveer 2000 zonne-uren per jaar en een gemiddelde jaartemperatuur tussen 10 en 21 graden Celsius

Microklimaten en hun invloed

Kleine, lokale klimaatverschillen veroorzaakt door natuurlijke factoren zoals bergen en oceanen

Impact van weersomstandigheden op de wijnbouw

Nachtvorst, hagel en regen tijdens de oogst kunnen de kwaliteit van een wijnjaar beïnvloeden

De cyclus en werkzaamheden in de wijngaard

De jaarlijkse groei- en oogstcyclus van de wijnstok, inclusief alle benodigde werkzaamheden

Veelvoorkomende ziektes in de wijngaard zoals meeldauw

Een veelvoorkomende schimmelziekte in wijngaarden die de planten kan aantasten

Kenmerken van een geschikte bodem voor wijnbouw

De bodem speelt een cruciale rol door warmte en vocht te reguleren en voedingsstoffen zoals mineralen en water te leveren aan wortels die variëren in lengte

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.