Mens en gezondheid les 17

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Wat gaan we vandaag doen:
  • H5 Start met theorie blz 213 t/m 219
Maken/lezen opdracht 5.13 t/m 5.17

  • H5 Start met praktijkopdracht blz 59 t/m 61


Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Maak een foto van de opdrachten en zet deze hieronder

Slide 14 - Question ouverte

Leg uit wat het woord Obesitas betekent:

Slide 15 - Question ouverte

Wanneer kan een energiebeperkt dieet nodig zijn?
A
Als iemand een allergie voor noten heeft
B
Als iemand een te hoge BMI heeft
C
Als iemand een reumatische aandoening heeft
D
Als iemand een te laag lichaamsgewicht heeft

Slide 16 - Quiz

Welke soorten broodbeleg komen in aanmerking voor een streng natriumbeperkt dieet?
A
Ei, komkommer, tomaat
B
Hagelslag, kwark, zure haring
C
Garnalen, radijs, rookvlees
D
Rosbief, sandwichspread, wortel

Slide 17 - Quiz

Welke voedingsmiddelen zijn het meest geschikt voor een energiebeperkt dieet?
A
Aardappelgratin
B
Gekookte aardappelen
C
Aardappelkroketjes
D
Patates frites

Slide 18 - Quiz

Wat kan iemand met een glutenallergie niet eten?
A
Fruit
B
Popcorn
C
Pizza margarita
D
Rijstwafel met zeezout

Slide 19 - Quiz

Wat kan iemand met een lactosevrij dieet niet eten?
A
Kokosyoghurt
B
Pasta
C
Volkorenbrood
D
Melk

Slide 20 - Quiz

Wat zijn richtlijnen voor een energie- en eiwit verrijkt dieet?
A
Beperk koolhydraatrijke voeding
B
Gebruik voeding met veel vet en eiwit
C
Gebruik dagelijks drie maaltijden en beperk de tussendoortjes
D
Maak gebruik van grote maaltijden

Slide 21 - Quiz

Van welke ziekte is dit een kenmerk: ‘Door braken of met laxeermiddelen het overmatig eten wegwerken.’ ?
A
Anorexia
B
Obesitas
C
Boulimia
D
Osteoporose

Slide 22 - Quiz

Op welke aandoening heb je een verhoogde kans door obesitas?
A
Bloedarmoede
B
Griep
C
Hart- en vaatziekten
D
Osteoporose

Slide 23 - Quiz

Rens heeft een BMI van 20. Wat geeft dit aan?
A
Hij heeft ondergewicht
B
Hij heeft overgewicht
C
Hij heeft een gezond gewicht
D
Hij heeft ernstig overgewicht

Slide 24 - Quiz

Op de afbeelding zie je een gedeelte van de kaart van een ijssalon. Wie kan er geen ijshoorn eten?
A
Iemand met een allergie voor noten
B
Iemand met een intolerantie voor noten
C
Iemand met een allergie voor soja
D
Iemand met een intolerantie voor soja

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien