Deel 6: Ethische theorieën: Epicurisme, Plichtsethiek en Gevolgenethiek

Deel 6: Ethiek 
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
FilosofieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Deel 6: Ethiek 

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog over ethische theorieën?

Slide 2 - Carte mentale

Wat zijn ethische theorieën?
Ethische theorieën zijn verschillende benaderingen om te bepalen welke handelingen goed of fout zijn.

Slide 3 - Diapositive

Wat is het verschil tussen waarden en normen?
A
Waarden zijn principes en idealen, normen zijn gedragsregels die hierbij horen.
B
Waarden zijn gedragsregels en normen zijn principes en idealen.
C
Er is geen verschil tussen waarden en normen.
D
Waarden en normen zijn hetzelfde.

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wat is het verschil tussen instrumentele en intrinsieke waarden?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Moreel, immoreel en amoreel 
Draai aan het rad en leg het begrip uit. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Epicurisme (hedonisme) 
Epicurisme is een ethische theorie die stelt dat het doel van het leven is om gelukkig te zijn en pijn te vermijden.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Welk gedachte-experiment is een tegenvoorbeeld voor Epicurus zijn theorie?

Slide 14 - Question ouverte

De pleziermachine van Nozick 
De pleziermachine van Nozick: Het toont aan dat ervaring van geluk voor mensen niet het belangrijkste is in hun leven. Wat wel belangrijk is, is dat we écht iets kunnen realiseren en op een bepaalde manier kunnen zijn.

Slide 15 - Diapositive

Plichtsethiek
Plichtsethiek is een ethische theorie die stelt dat bepaalde handelingen intrinsiek goed of fout zijn, ongeacht de gevolgen.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Hypothetische imperatief 
Categorische imperatief 
"Om je dorst te lessen, moet je drinken." 
"Druk op de aan-knop om de tv aan te zetten."
"Maak geen misbruik van een kwetsbaar persoon." 
Sta op de bus je plaats af voor senioren.

Slide 18 - Question de remorquage

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Diapositive

Wat is volgens Kant een morele wet?
A
Een wet die door de natuur wordt opgelegd
B
Een wet die door de samenleving wordt opgelegd
C
Een wet die de rede zichzelf oplegt
D
Een wet die door God wordt opgelegd

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Gevolgenethiek
Gevolgenethiek is een ethische theorie die stelt dat de juistheid van een handeling wordt bepaald door de gevolgen ervan.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Welke 2 filosofen waren de grondleggers van de gevolgenethiek?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Wat is een kritiek op het utilitarisme? (niet gezien in de les, maar denk logisch na)
A
Het kan leiden tot onrechtvaardige beslissingen
B
Het houdt geen rekening met minderheden
C
Het is te individualistisch
D
Het is niet praktisch toepasbaar

Slide 32 - Quiz

Moreel relativisme 
Moreel universalisme 

Slide 33 - Diapositive

Wat is het verschil tussen moreel universalisme en moreel relativisme?
A
Moreel universalisme stelt dat er geen universele morele normen zijn, terwijl moreel relativisme stelt dat morele normen afhankelijk zijn van de cultuur waarin ze voorkomen.
B
Moreel universalisme stelt dat culturen hun eigen morele normen hebben, terwijl moreel relativisme stelt dat er één set morele normen geldt voor alle mensen.
C
Moreel universalisme stelt dat er één set morele normen geldt voor alle mensen, terwijl moreel relativisme stelt dat morele normen afhankelijk zijn van de cultuur waarin ze voorkomen.
D
Moreel universalisme stelt dat individuen hun eigen morele normen bepalen, terwijl moreel relativisme stelt dat er geen universele morele normen zijn.

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Geef een punt van kritiek op de UVRM en leg dit uit.

Slide 38 - Question ouverte

Slide 39 - Diapositive

Samenvattende kennisclip 

Slide 40 - Diapositive