3 Soorten ethiek 3.3 Plichtethiek

Hoofdstuk 3
afwerken en oefenen leerstof
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
FilosofieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3
afwerken en oefenen leerstof

Slide 1 - Diapositive

ethiek waarbij het ethisch juist handelen gekenmerkt wordt door een goed resultaat van ons handelen
A
plichtethiek
B
gevolgenethiek
C
conscequentialisme
D
atheïsme

Slide 2 - Quiz

De gulden regel
Jullie zagen dit reeds bij godsdienst.. Dus hier gaan we snel over.
zie oef. 9 p. 52: hier vind je allerlei versies.

Behandel anderen zoals je door hen behandeld wil worden.

Slide 3 - Diapositive

Deze les leer je
-wat de plichtethiek inhoudt (in vergelijking met de gevolgenethiek)
-leer je wat de categorisch imperatief van Immanuel Kant inhoudt.
-uitleggen waarom de morele regels volgens Kant universeel zijn.

Slide 4 - Diapositive

Immanuel Kant
Voeg toe aan je filosofenlijst
Duitser (1724-1804) 

 ‘Sapere aude,’ durf te denken

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Immanuel Kant
pleitte voor de autonomie (=zelfstandigheid) van de mens die
zich voor zijn ethische handelen als rationeel wezen beroept op de rede. 

Met andere woorden: de mens kan door rationeel nadenken zelf weten hoe hij goed moet handelen.

Slide 7 - Diapositive

Het goed handelen is
onafhankelijk van de situatie of de gevolgen ervan, altijd en voor iedereen geldig. (in tegenstelling tot de gevolgenethiek)

Daarom formuleerde Kant zijn categorische imperatief: ‘Handel zo, dat de stelregel van uw wil tegelijkertijd altijd als stelregel van een algemene wetgeving kan gelden.’ (zie volgende slides)

Slide 8 - Diapositive

‘Handel zo, dat de stelregel van uw wil tegelijkertijd altijd als stelregel van een algemene wetgeving kan gelden.’
Met andere woorden: Je moet zo handelen, dat als iedereen zo handelt het een goede zaak zou zijn.

Slide 9 - Diapositive

Categorisch imperatief
Imperatief betekent dat een persoon iets moet doen.
Voor wie bijvoorbeeld geen dorst meer wil hebben, is het noodzakelijk dat hij iets drinkt. 

Een imperatief is ‘categorisch’, wanneer het ten alle tijden en in alle situaties waar is. 

Slide 10 - Diapositive

oef. 11 p. 53 Formuleer de categorisch imperatief in je eigen woorden.
A
handel nooit alleen
B
handel zoals je zou willen dat iedereen zou handelen.
C
handel zoals je moeder zou handelen
D
handel zoals de politiek zegt dat je moet handelen

Slide 11 - Quiz

oefening 11 - pagina 53

Welk principe herken je erin?

Slide 12 - Diapositive

oplossingen oef. 11
Handel zoals je zou willen dat iedereen zou handelen. 
De gulden regel.


Lees volgende 2 slides zeer aandachtig.

Slide 13 - Diapositive

Kant doet een beroep op de intrinsieke of wezenlijke goede bedoeling, en zet de autonomie van de wil
centraal. Wanneer je immers bepaalt wat het juiste is om te doen, dan komt die beslissing uit jezelf. 
Je laat je oordeel niet afhangen van wat een godsdienst voorschrijft of van iemand anders die zou straffen of belonen. Kant rekent op het onafhankelijk denkvermogen van de mens als basis van de categorische
imperatief.  
 

Slide 14 - Diapositive

Hij keurt de heteronomie, de
 afhankelijkheid van de wetten of regels van anderen, af. De mens mag enkel steunen op de rede.
Maak oefening 12 p. 54

Wat bedoelt je moeder met die uitspraak?
Waarom is je moeder (g)een Kantiaan (=akkoord met de visie van Kant)?


Slide 15 - Diapositive

oplossingen oef. 12
x Wat bedoelt je moeder met die uitspraak?
Ze suggereert dat je je bij beslissingen laat leiden door je vrienden, alsof je niet zelfstandig zou nadenken.
x Waarom is je moeder (g)een Kantiaan?
Door die vraag te stellen, doet je moeder een beroep op je eigen denkvermogen en op je vrije wil om je eigen keuze te maken. Ze geeft kritiek op het feit dat je te veel de beslissingen van anderen volgt. In die zin is ze een Kantiaan. In de rivier springen omdat je vrienden het doen, beantwoordt niet aan de categorische imperatief.

Slide 16 - Diapositive

oplossingen oef. 13
Welke regels van de plichtethiek komen met elkaar in conflict?
Het voelt als jouw plicht om beleefd te zijn en appreciatie te tonen voor hun gastvrijheid. Dus je vertelt een leugentje om bestwil en geeft aan dat het erg lekker is. Maar dat gaat in
tegen de plicht om de waarheid te zeggen en eerlijk te zijn.

Slide 17 - Diapositive

De categorische imperatief legt de dubbelzijdigheid van jouw rechten bloot. Anderen hebben namelijk dezelfde rechten als jij, wat inhoudt dat jij plichten hebt tegenover anderen. 
Als je als mens geboren
wordt, heb je bijvoorbeeld recht op een naam. Maar dat houdt in dat jij zelf de morele plicht hebt om de ander ook bij zijn naam aan te spreken (en geen scheldwoorden of vernederende bijnamen te gebruiken).

Slide 18 - Diapositive

Maak oefening 14 p.55
Het samengaan van rechten en plichten in onze samenleving zorgt ervoor dat er ethische principes nodig zijn, die de maatstaven vormen van het ethische en politieke handelen in de wereld. Volgens Kant is het
belangrijk dat die principes universeel over de verschillende landen en culturen heen hanteerbaar zijn én dat ze gebaseerd zijn op de rede. Persoonlijke emoties of intuïtie tellen niet mee.

Slide 19 - Diapositive

Oefening 15 p.55
Waar zijn die ethische principes neergeschreven?
Door welke politieke organen worden ze vooropgesteld?
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (door de Verenigde Naties)

Slide 20 - Diapositive

oplossingen p. 53-55
gebruik de verbetersleutel
'kant' om de oplossingen te bekijken.

Markeer de laatste begrippen (categorisch imperatief, universeel en plichtethiek, absoluut)

Slide 21 - Diapositive

extra inoefening
Maak p. 56-57 als extra oefening. Met de code 'plichtethiek' kan je de verbetering raadplegen. Fop jezelf niet door deze meteen in te geven. Maar probeer deze oefeningen eerst zelf.

Slide 22 - Diapositive

De gevolgenethiek
A
is bedacht door Kant
B
is bedacht door Mill
C
is bedacht door Bentham
D
is bedacht door Socrates

Slide 23 - Quiz

Leg in eigen woorden uit wat het categorisch imperatief betekent

Slide 24 - Question ouverte

Lees het dilemma van Rune. 
Rune en zijn familie zijn verhuisd. De jongen gaat naar een andere school, waar hij nieuwe vrienden maakt. Zij weten echter niet dat Runes moeder enkele jaren geleden haar werk verloor. Sindsdien leeft Runes familie op de rand van de kansarmoede. Rune geniet van zijn nieuwe vriendenkring, maar er is één probleem: zijn vrienden hebben genoeg zakgeld om na school samen pizza’s en andere snacks te gaan eten. Rune krijgt maar een beetje zakgeld en verzint vaak excuses of leugentjes om bestwil om te kunnen ontsnappen aan de naschoolse snackmomenten. Hij zegt dat hij geen zin heeft in pizza, dat hij zijn portefeuille vergeten is, dat hij nog veel huiswerk moet maken … Uiteindelijk is Rune die situatie beu. Hij besluit om wat geld uit zijn moeders portemonnee te ‘lenen’.  Zijn moeder merkt later het vermiste geld op en eist een verklaring. 

Slide 25 - Diapositive

p.53 oef. 10
Wat is er erger: liegen tegen je vrienden of geld stelen van je moeder? Leg uit waarom.

=> eigen antwoord



Slide 26 - Diapositive

EXTRA vraag bij casus: Weeg de gevolgenethiek en de plichtethiek tegen elkaar af.
Volgens de plichtethiek is geen van beide correct handelen: je mag niet stelen en je mag niet liegen. Rune zou eerlijk tegen zijn vrienden moeten vertellen dat hij niet het geld heeft voor naschoolse snackmomenten.
Volgens de gevolgenethiek vallen er meer afwegingen te maken: de leugentjes om bestwil sparen de gevoelens van de vrienden en verbergen de schaamte van Rune. Volgens Bentham en Mill wordt hier het grootste geluk voor het grootste aantal personen nagestreefd.

Slide 27 - Diapositive

gevolgethiek
plichtethiek
gulden regel
durf te denken
er zijn factoren waar je rekening mee moet houden bv. de intentie, aanleiding, ...
een handeling staat los van de intentie
utilisme
Er is nood aan universele ethische principes gebaseerd op rede.

Slide 28 - Question de remorquage

Na deze les voel ik mij..
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Na het volgen van deze LessonUp
Begrijp ik alles
Heb ik nog enkele vragen
Begrijp ik er nog niets van

Slide 30 - Sondage

Duidde je aan..
Dat je nog enkele vragen hebt?
Stuur een smartschoolbericht met je vragen.
Dat je er nog niets van begreep?
Bekijk de lessonup en je cursus opnieuw. Noteer concrete vragen en stuur ze in een smartschoolbericht naar je leerkracht. 
Morgen worden àlle mogelijke vragen overlopen.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo