Klas 3 Hoofdstuk 8 Tangens 1

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

Tangens

1

langste zijde

(altijd tegenover de rechte hoek)

rechthoekszijde

rechthoekszijde

Tangens kan je alleen gebruiken bij een rechthoekige driehoek.

C

A

B

Vanuit LC gezien: 

Zijde AB is de overstaande rechthoekszijde van LC, 

zijde AC is de aanliggende rechthoekszijde van LC.

Vanuit LB gezien: 

Zijde AC is de overstaande rechthoekszijde van LB, 

AB is de aanliggende rechthoekszijde van LB.

Zijde BC is altijd de langste zijde.

(Altijd tegenover de rechte hoek.)

Wat is de langste zijde in deze driehoek?

1. PQ
2. QR
3. PR

Vanuit LP, wat is de 

aanliggende rechthoekszijde van LP?

1. Zijde PQ
2. Zijde QR
3. Zijde PR

Vanuit LP, wat is de 

overstaande rechthoekszijde van LP?

1. Zijde PQ
2. Zijde QR
3. Zijde PR

Vanuit ∠ Q, wat is de 

aanliggende rechthoekszijde van LQ?

1. Zijde PQ
2. Zijde QR
3. Zijde PR

Vanuit LQ, wat is de 

overstaande rechthoekszijde van LQ?

1. PQ
2. QR
3. PR

Onthoudt

Tangens is:

tan∠A=​aanliggenderechthoekszijdevan∠A​​overstaanderechthoekszijdevan∠A​​

Wat is de tangens van LQ?

1. tan∠Q=​4​​3​​
2. tan∠Q=​3​​4​​

Wat is de tangens van LP?

1. tan∠P=​4​​3​​
2. tan∠P=​3​​4​​

Wat is de tangens van hoek A in de figuur hiernaast?

Wat is de tangens van hoek B in de figuur hiernaast?

Wat is de tangens van hoek C in de figuur hiernaast?

Wat is het ezelsbruggetje voor het onthouden van de tangens?
Schrijf het op en lever hier de foto in.