4.1 compleet

Paragraaf 4.1 - De stad
Tekst 4.1.1 'De Boer op gaan'
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 4.1 - De stad
Tekst 4.1.1 'De Boer op gaan'

Slide 1 - Diapositive

Je kan uitleggen wat het verschil tussen een stad en een dorp is.

Slide 2 - Diapositive

Lezen
Lees tekst 4.1.1 in Paspoort21 

Slide 3 - Diapositive

Wat betekent de titel van tekst 4.1.1?
'De boer op'
A
Eropuit trekken
B
Op een boer klimmen
C
Thuis blijven
D
Naar familie gaan

Slide 4 - Quiz

Vat thema 4 in één woord samen.

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Vidéo

Welke stad werd niet bezongen in het intro van de video?
A
Havana
B
Parijs
C
New York
D
Rome

Slide 7 - Quiz

Wat is niet waar over de stad?
A
Mensen wonen er vaak dicht op elkaar
B
Het is vaak druk
C
Er zijn weinig voorzieningen
D
Er komen veel mensen bij elkaar

Slide 8 - Quiz

Voeding
Ontspanning
Veiligheid
Persoonlijke ontwikkeling
Opdracht: Sleep de voorzieningen naar de bijbehorende behoefte
Sportschool
Ziekenthuis
Restaurant
Supermarkt
School
Gebedshuis
Politiebureau
Bioscoop

Slide 9 - Question de remorquage

Noem drie verschillen tussen een stad en een dorp

Slide 10 - Question ouverte

Paragraaf 4.1 - De Stad
Tekst 4.1.2 'De Randstad'

Slide 11 - Diapositive

  • Je kan de vijf grootste steden noemen die bij de Randstad horen.
  • Je kan uitleggen wat het Groene Hart met de Randstad te maken heeft.
  • https://youtu.be/q5bqwmJlz6Q

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Lezen
Lees tekst 4.1.2 'De Randstad'

Slide 14 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met de Randstad?
A
Een stedelijk gebied in het westen van Nederland
B
Een stedelijk gebied in het oosten van Nederland
C
Een stedelijk gebied in het zuiden van Nederland
D
Een natuurgebied in het noorden van Nederland

Slide 15 - Quiz

Welke stad maakt volgens de tekst geen deel uit van de Randstad?
A
Almere
B
Utrecht
C
Den Haag
D
Den Bosch

Slide 16 - Quiz

Hoe heet het natuurgebied in het midden van de Randstad?

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Vidéo

Hoeveel procent van de Nederlanders woont in een stad?
A
25%
B
55%
C
70%
D
80%

Slide 19 - Quiz

Opdracht: Sleep de kenmerken en gebouwen naar de juiste stad
Grootste havenstad
Hoofdstad
Snelst groeiende stad
Regeringsstad
Meest centraal gelegen

Slide 20 - Question de remorquage

Paragraaf 4.1 - De stad
Tekst 4.1.3 'De val van het West-Romeinse Rijk'

Slide 21 - Diapositive

  • Je kan uitleggen wat Germaanse volken te maken hebben met de val van het Romeinse Rijk.
  • Je kan uitleggen waarom mensen aan het einde van de Romeinse tijd van de stad naar het platteland verhuisden.
  • Je kan uitleggen wat de Middeleeuwen zijn.
  • https://youtu.be/VYR7O6seM8o

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Diapositive

Lezen
Lees tekst 4.1.3 'De val van het West-Romeinse Rijk'

Slide 26 - Diapositive

In welke twee delen werd het Romeinse Rijk opgesplitst?
A
Westen en Oosten
B
Noorden en zuiden

Slide 27 - Quiz

De mensen die op het platteland gingen wonen waren zelfvoorzienend.
Welke van de onderstaande zinnen past daar het best bij?
A
'Ik verbouw mijn eigen eten, maar mijn schoenen koop ik in de stad.'
B
'Ik verbouw mijn eigen eten, maak mijn eigen gereedschap en maak mijn eigen kleding.'
C
'Ik koop mijn eten bij mijn buurman. Ik betaal hem met geld. De rest wat ik nodig heb maak ik allemaal zelf.'
D
'Ik maak kleding. Dit ruil ik tegen voedsel bij de boer.'

Slide 28 - Quiz

Wat is ruilhandel?
A
Het ruilen van producten tegen geld
B
Het ruilen van producten tegen producten

Slide 29 - Quiz

Hoe noemden de Romeinen de volken die buiten het Romeinse Rijk woonden?

Slide 30 - Question ouverte

Hoe noem je de tijd na de Oudheid?
A
De prehistorie
B
De Romeinse Tijd
C
De Middeleeuwen
D
De Gouden Eeuw

Slide 31 - Quiz

Opdracht: Sleep de kenmerken naar de juiste periode
De Oudheid
De Middeleeuwen
Tijdvak 4
Tijdvak 3
Grieken en Romeinen
Tijdvak 2
Grote miljoenensteden
Mensen wonen op het platteland
Monniken en ridders
Steden en staten

Slide 32 - Question de remorquage

HUISWERK
Maken opdracht 1 t/m 15

Slide 33 - Diapositive