Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
§6.3 Veelkleurige samenleving
Nederland na 1945
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Herhaling 6.2
Leerdoelen 6.3
Uitleg 6.3
Video
Deze les
Slide 3 - Diapositive
Hoe ontwikkelde de economie van Nederland zich na de Tweede Wereldoorlog?
Sleep de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeg naar laat
De Verenigde Staten geven Marshallhulp aan Nederland
Er zijn veel verwoestingen. De economie is tot stilstand gekomen
Mensen kunnen geld besteden aan luxeproducten
Werknemers krijgen meer loon
Slide 4 - Question de remorquage
Noem een voorbeeld van de verzorgingsstaat
Slide 5 - Question ouverte
Noteer 1 t/m 5 onder elkaar. Vul de lege woorden in.
De Nederlandse samenleving in de jaren 50 was verdeeld in ...[1]... , die ieder hun eigen politieke of godsdienstige overtuigingen hadden. Dit verschijnsel heet ...[2]... . Mensen werkten ...[3]... dagen in de week en gingen op zondag naar de ...[4]... . In hun vrije tijd deden mensen dingen die niet veel geld kostten, zoals luisteren naar de ...[5]... .
Slide 6 - Question ouverte
Wat is GEEN oorzaak voor het ontstaan van jeugdculturen?
A
Jongeren kregen meer geld
B
Jongeren kregen meer vrije tijd
C
Jongeren kregen een betere opleiding
D
Jongeren betaalden nu mee aan het huishouden
Slide 7 - Quiz
Welke jeugdcultuur is dit?
A
Hippie
B
Provo
C
Nozem
D
Punk
Slide 8 - Quiz
Wat is GEEN doel van de Tweede Feministische Golf?
A
Seksuele vrijheid
B
Recht op abortus
C
Gelijke beloning
D
Kiesrecht
Slide 9 - Quiz
§6.3 Veelkleurige samenleving
Nederland na 1945
Slide 10 - Diapositive
...vijf groepen migranten noemen
en uitleggen waarom deze naar Nederland kwamen
...uitleggen dat migratie en integratie voor
spanningen in de Nederlandse samenleving zorgden
...drie belangrijke veranderingen noemen op sociaal en cultureel gebied in de Nederlandse samenleving vanaf de jaren 90
Leerdoelen
AAN HET EINDE VAN DE LES KAN JE...
Slide 11 - Diapositive
1950
Indonesiërs
Eind 1950-1970
Gastarbeiders
1975
Surinamers
Vanaf jaren 80
Vluchtelingen
Vanaf 2000
Arbeidsmigranten
5 groepen migranten
Slide 12 - Diapositive
Migranten
1950: Indonesiërs 1949 onafhankelijk, 300.000 mensen naar NL
Eind 1950-1970: Gastarbeiders Arbeiders uit het buitenland die tijdelijk in NL komen werken. Eerst uit Spanje en Italië, later uit Turkije en Marokko. Gezinshereniging
1975: Surinamers De helft van de Surinamers kwamen naar NL
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Migranten
Vanaf 1980: vluchtelingen Vroegen asiel aan: het aanvragen van bescherming in een land door iemand die in zijn eigen land vervolgd wordt of gevaar loopt.
Vanaf 2000: arbeidsmigranten Om te werken
Slide 15 - Diapositive
Zet de migranten in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Gastarbeiders
Arbeidsmigranten
Surinamers
Vluchtelingen
Indonesiërs
Slide 16 - Question de remorquage
= een samenleving waarin mensen met verschillende culturen en geloven samenwonen
Vanaf jaren '90 discussie over de integratie: onderdeel van de Nederlandse samenleving worden
NL wordt een multiculturele en pluriforme samenleving:
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Jaren 70/80: einde econ. groei. veel fabriekswerk verdween. Gevolg: Hierdoor raakten veel gastarbeiders werkloos
Jaren 90: economie groeit weer. Maar NL'se bedrijven doen diensten (bankieren, games maken). Gevolg: Migranten nog steeds vaak werkloos
Integratie
Slide 19 - Diapositive
Achterstanden bij migranten: - lager opgeleid - Minder beheersing taal
Zorgen om ideeën van sommige migranten: - positie vrouw - homoseksualiteit
Integratie
Slide 20 - Diapositive
Sindsdien:
Overheid bemoeit zich meer met migranten: - Migranten moeten Nederlands leren - Meer aandacht voor discriminatie
Integratie
Slide 21 - Diapositive
Welke zin over migratie is juist?
A
De integratie van gastarbeiders ging in het begin heel goed
B
Discriminatie is een voorbeeld van intergratie
C
In een multiculturele samenleving is er maar één cultuur in een land
D
Veel migranten bleven laag opgeleid waardoor velen werkloos waren
Slide 22 - Quiz
Welke omschrijving past bij de multiculturele en pluriforme samenleving?
A
Een samenleving met een protestantse, katholieke en socialistische zuil
B
Een samenleving waarin iedereen dezelfde godsdienst heeft
C
Een samenleving waarin iedereen aardappelen, vlees en groente eet
D
Een samenleving waarin moslims, joden en christenen samenwonen
Slide 23 - Quiz
De samenleving verandert
Homoseksualiteit / LHBTQ
Jaren '60: openlijk homoseksueel zijn
Vanaf 1990: zelfde rechten als hetero's
2001: trouwen is toegestaan
Slide 24 - Diapositive
De samenleving verandert
Gezins-samenstelling
Scheiden werd makkelijker - eenoudergezinnen - samengestelde gezinnen
Veel mensen trouwen niet meer - In jaren 50 ondenkbaar!
Slide 25 - Diapositive
De samenleving verandert
Politiek gebied
Vanaf jaren '60: ontzuiling, mensen stemden op eigen partij
Jaren '90: opkomst nieuwe politieke partijen, bijv. LPF --> Lijst Pim Fortuyn
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Vidéo
De samenleving verandert
Cultureel gebied
2000: Internet
Gevolgen: - mening geven via social media - nieuws verspreid zich snel - moeilijk na te gaan of berichten waar zijn
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Vidéo
Zet de ontwikkelingen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
De kerk krijgt minder invloed op het dagelijks leven van mensen.
Je vindt op internet snel informatie voor je spreekbeurt over de Filipijnen.
Er worden wetten aangenomen waardoor twee vrouwen samen een kind kunnen krijgen.
Trouwen, kinderen krijgen en altijd bij elkaar blijven is de norm.