Kommagetallen

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1-4

Cijferen

Kommagetallen afronden,

grote getallen en

breuken vs kommagetallen.

Afronden

- op 1 decimaal

- op 2 decimalen

- op hele getallen

- op 5 eurocent
- grote eenheden

Let op: gebruik steeds een komma!!

Rond af op 1 decimaal:
3,58

Rond af op 2 decimalen:
1,464

Rond af op 2 decimalen:
8,437

nog 1 som:

Rond af op 1 decimaal:
8,437

Afronden met contant geld

Tegenwoordig hebben wij 

in Nederland geen 1 en 2 

centen meer, 5 cent 

hebben we nog wel. 

Daarom moeten bedragen 

worden afgerond. 

Rond het geldbedrag af op 5 eurocent:
€ 14,43
(Geen euroteken invoeren)

Rond het geldbedrag af op 5 eurocent:
€ 27,58
(Geen euroteken invoeren)

Omrekenen grote eenheden

Schrijf voluit in cijfers
4,65 miljoen
(zonder spaties , komma's,, of punten.)

Hoeveel miljard is 1300 miljoen?

1. 13
2. 1,3
3. 0,13
4. 1300000

81800000000

1. 81,8 miljoen
2. 818 miljoen
3. 8,18 miljard
4. 81,8 miljard

Breuk vs. kommagetal

Wat heb je liever
1/3, 33% of 0,33
van 10 miljoen Euro?

1. Het is hetzelfde
2. ik heb liever 1/3
3. ik heb liever 33%
4. ik heb liever 0,33

Verschil 1/3, 33% en 0,33 van 10.000.000 (10 miljoen)

1. 1/3 van 10.000.000 (10 miljoen : 3) = € 3.333.333,33
2. 33% van 10.000.000 (0,33 x 10 miljoen) = € 3.300.000
3. 0,33 van 10.000.000 = € 3.300.000

Bij antwoord 1 heb je € 33.333,33 meer!

Leuk autootje toch?

3/5 = 

5/8 = 

2 1/4 = 

0,8 = 

0,375 = 

1,75 = 

Breuk <--> kommagetal

4/5

3/10

3/8

2,25

2,4

1 3/4

0,3

0,6

0,65

0,125

0,625

1 4/5

Kommagetallen

• optellen en aftellen                 
  

• vermenigvuldigen en delen

Je mag pen en papier gebruiken

4,2 + 5,31 =
(Let op: gebruik de komma en geen punt ---- geen rekenmachine!!)

5,1 - 2,28 =
(Let op: gebruik de komma en geen punt ---- geen rekenmachine!!)

8,76 x 10000 =
(zonder spaties , komma's,, of punten.)

976,65 : 100 =
(zonder spaties of punten. Niet afronden)

11 ÷ 0,25 =

Hoe groot is het verschil tussen
50 ÷ 0,2 en 50 x 0,2?

1. 1
2. 7,5
3. 50
4. 240

Hoe groot is het verschil tussen
50 ÷ 0,2 en 50 x 0,2?

1. 50 ÷ 0,2 = 50 ÷ 1/5 = 50 x 5/1 = 250
2. 50 x 0,2 = 5 x 2 = 10

                                250 - 10 = 240

Volgende week donderdag 21 januari toets Deel 2 (3F)

Opdrachten moeten af zijn op woensdag 20 januari

Veel succes!