Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
3FH04: Kommagetallen (4.1 en 4.2)
1 / 29
suivant
Slide 1:
Diapositive
Rekenen
MBO
Studiejaar 2
Cette leçon contient
29 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
80 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Afronden
- op 1 decimaal
- op 2 decimalen
- op hele getallen
- op 5 eurocent
- grote eenheden
Let op: gebruik steeds een komma!!
Slide 2 - Diapositive
Rond af op 1 decimaal:
3,58
Slide 3 - Question ouverte
Rond af op 2 decimalen:
1,464
Slide 4 - Question ouverte
Rond af op 2 decimalen:
8,437
Slide 5 - Question ouverte
Rond af op een geheel getal:
5,487
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Rond af op 1 decimaal:
8,437
Slide 8 - Question ouverte
Rond het geldbedrag af op 5 eurocent:
€ 14,43
(Geen euroteken invoeren)
Slide 9 - Question ouverte
Rond het geldbedrag af op 5 eurocent:
€ 27,58
(Geen euroteken invoeren)
Slide 10 - Question ouverte
Afronden met contant geld
Tegenwoordig hebben wij
in Nederland geen 1 en 2
centen meer, 5 cent
hebben we nog wel.
Daarom moeten bedragen
worden afgerond.
Slide 11 - Diapositive
Schrijf voluit in cijfers
4,65 miljoen
(zonder spaties , komma's,, of punten.)
Slide 12 - Question ouverte
Hoeveel miljard is 1300 miljoen?
A
13
B
1,3
C
0,13
D
1300000
Slide 13 - Quiz
Omrekenen grote eenheden
Slide 14 - Diapositive
81800000000
A
81,8 miljoen
B
818 miljoen
C
8,18 miljard
D
81,8 miljard
Slide 15 - Quiz
Breuk vs. kommagetal
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
3/5 =
5/8 =
2 1/4 =
0,8 =
0,375 =
1,75 =
Breuk <--> kommagetal
4/5
3/10
3/8
2,25
2,4
1 3/4
0,3
0,6
0,65
0,125
0,625
1 4/5
Slide 18 - Question de remorquage
Kommagetallen
- optellen en aftellen
- vermenigvuldigen en delen
Slide 19 - Diapositive
4,2 + 5,31 =
(Let op: gebruik de komma en geen punt ---- geen rekenmachine!!)
Slide 20 - Question ouverte
5,1 - 2,28 =
(Let op: gebruik de komma en geen punt ---- geen rekenmachine!!)
Slide 21 - Question ouverte
8,76 x 10000 =
(zonder spaties , komma's,, of punten.)
Slide 22 - Question ouverte
976,65 : 100 =
(zonder spaties of punten. Niet afronden)
Slide 23 - Question ouverte
2,66 x 9 =
Slide 24 - Question ouverte
1
Slide 25 - Vidéo
00:48
121 x 59 = 7139.
Hoeveel is dan 1,21 x 5,9?
Slide 26 - Question ouverte
11 ÷ 0,25 =
Slide 27 - Question ouverte
(3F)
Hoe groot is het verschil tussen
50 ÷ 0,2 en 50 x 0,2?
A
1
B
7,5
C
50
D
240
Slide 28 - Quiz
Samenvatting
Afronden met decimalen
Kijk naar het getal rechts naast het getal waarop je moet afronden.
Is dit getal ≥ 5: afronden naar boven;
is dit getal < 5: afronden naar beneden.
Afronden op 5 eurocent
1, 2 <-
0
3, 4 ->
5
<- 6, 7
8, 9 ->
0
Slide 29 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
3FH04 (minder interactief): Kommagetallen en negatieve getallen
Février 2020
- Leçon avec
38 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 2
3FH04: Kommagetallen en negatieve getallen
Octobre 2022
- Leçon avec
46 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 2
3FH04: Kommagetallen (4.1)
Janvier 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 2
Kommagetallen
Juin 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1-4
Afronden
Janvier 2019
- Leçon avec
21 diapositives
par
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Hoofdstuk 4 Herhaling + oefenen
Janvier 2024
- Leçon avec
40 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Hoofdstuk 4 Herhaling + oefenen
Janvier 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Afronden van decimale getallen, 2F
Avril 2018
- Leçon avec
11 diapositives
par
SCORE Rekenen vo/mbo
Rekenen
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2-4
SCORE Rekenen vo/mbo