Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Lezen
timer
5:00
Slide 1 - Diapositive
Terugblik
Geoefend met de alineafuncties.
schrijfschema (inleiding en kern) bij tekststructuur geschreven.
Slide 2 - Diapositive
5 tekststructuren
voordelen-en-nadelenstructuur
verschijnsel-en-verklaringstructuur
verschijnsel-en-besprekingstructuur
probleem-en-oplossingstructuur
bewering-en-argumentstructuur
Slide 3 - Diapositive
Overigens, ik wil niet beweren dat alle genetische gemanipuleerde voeding per definitie ongezond of zelfs onnatuurlijk zou zijn. Wat is de alineafunctie?
A
argument
B
weerlegging
C
nuance
D
bewijs
Slide 4 - Quiz
Dit jaar is er wat veranderd op school (het onderwijsbeleid). Niet alles loopt lekker en jij denkt te weten hoe dit beter kan. Welke structuur kies je?
Slide 5 - Question ouverte
Je zit in de leerlingenraad en bent gevraagd jouw positieve en negatieve ervaringen rondom de flexuren te noteren. Welke tekststructuur kies je?
Slide 6 - Question ouverte
De algemene regel zou zijn dat deze situaties nooit toegestaan zijn. Wat is de alineafunctie?
Zoaps zijn erg populair. Op de Nederlandse zenders worden per dag gemiddeld zes soaps uitgezonden.
Slide 10 - Diapositive
Ervaringsargument
Je kunt beter elke dag een bladzijde woordjes leren dan in één keer alles. Dan onthoud je er veel meer van.
Slide 11 - Diapositive
Gezagsargument
De nieuwe roman van Thomas Roosenboom vertreft al zijn eerdere werk, zoals de criticus van NRC terecht opmerkt.
Je haalt dus een autoriteit aan die bevoegd is hier iets over te zeggen.
Slide 12 - Diapositive
Veronderstelling / vermoeden
De gevolgen van het broeikaseffect zijn steeds duidelijker te merken. Volgend jaar zal de temperatuur op aarde weer hoger zijn dan die van vorig jaar.
Het is een goede zaak als leerlingen op verschillende niveaus examen kunnen doen. Ik denk dat scholen zo beter kunnen inspelenop individuele behoeften van leerlingen.
Slide 13 - Diapositive
Nut of (on) gewenst gevolg
Zo veel mogelijk landen moeten hun munt inwisselen voor de euro. Dat is gunstig voor het betalingsverkeer en zal de concurrentiepositie van Europa ten goede komen.
Slide 14 - Diapositive
Vergelijking
Mariëlle houdt waarschijnlijk niet van 'All you need is love'. Ze heeft immers ook de pest aan die datingshows op tv.
Slide 15 - Diapositive
Emotioneel argument
Ik vind die nieuwe roman erg goed. Ik kan me echt inleven in de hoofdpersoon en het boek is nog spannend ook.
Slide 16 - Diapositive
Het debat:
Iedere keer komen 6 leerlingen (3 voor en 3 tegen het beleid) voor de klas. Zij krijgen op papier een argument toegewezen dat zij moeten inzetten in het debat. Het publiek probeert te achterhalen wie welk argument heeft gekregen/gebruikt.
Bij het debat mag je jouw schrift met aantekeningen over de argumenten erbij houden.
Slide 17 - Diapositive
Netflixen onder de les
Lees de tekst in drive in de map 'lezen'
Opdracht: Noteer duidelijke argumenten voor en tegen dit schoolbeleid. Zorg dat je beide kanten kunt vertegenwoordigen.