inhaalles vwo 4

Verklaringen geven voor het ontstaan van een directe democratie in de polis Athene


  • Griekenland bestond uit ruim 200 zelfstandige stadstaten (poleis)

  • Dit waren vaak (grote) steden die als landen werden bestuurd: met eigen wetten en een eigen bestuur 
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Verklaringen geven voor het ontstaan van een directe democratie in de polis Athene


  • Griekenland bestond uit ruim 200 zelfstandige stadstaten (poleis)

  • Dit waren vaak (grote) steden die als landen werden bestuurd: met eigen wetten en een eigen bestuur 

Slide 1 - Diapositive

Verklaringen geven voor het ontstaan van een directe democratie in de polis Athene 

  • Poleis (meervoud van polis) worden op verschillende manieren bestuurd

  • Ze hebben wel vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden

  • De bekendste poleis waren Athene en Sparta

Slide 2 - Diapositive

Verklaringen geven voor het ontstaan van een directe democratie in de polis Athene 
  • In Athene werden de politieke beslissingen genomen door het volk.
  • Alle burgers in Athene hadden stemrecht (maar niet iedereen was een burger...)
  • Athene was de eerste democratie
  • Om mee te beslissen moet je aanwezig zijn = directe democratie

Slide 3 - Diapositive

Verschillende bestuursvormen
  • Democratie: macht bij het volk
  •  Monarchie: macht bij 1 persoon --> koning of keizer
  • Aristocratie: macht bij kleine groep --> mensen van adel
  • Tirannie: 1 persoon grijpt de macht --> Tiran, niet eerlijk
  • Oligarchie: macht bij kleine groep --> niet van adel
  • Maak bij iedere bestuursvorm een mini tekening als ezelsbrug

Slide 4 - Diapositive

Voorbeelden geven van wetenschappelijk denken van Griekse filosofen
Socrates , Plato, Aristoteles. 

  • Wat is goed en wat is slecht?
  • Wat is de beste vorm van bestuur? (kritiek op de democratie)
  • Hoe zit de natuur en het heelal in elkaar? (wetenschap)


Slide 5 - Diapositive

Aantekeningen 1.4
Leerdoel 11: verklaringen geven voor de groei van het romeinse rijk

  • imperium = groot rijk onder de macht van 1 iemand of 1 volk

Slide 6 - Diapositive

Leerdoel 11: verklaringen geven voor de groei van het romeinse rijk
  • Door een sterk goed georganiseerd (beroeps)leger 
  • Door het sluiten van bondgenootschappen
  • goed verdedigbare (natuurlijke) grenzen)
  • goede infrastructuur
  • duidelijk georganiseerd bestuur

Slide 7 - Diapositive

Leerdoel 12: uitleggen hoe het rr in verschillende periode werd bestuurd

Slide 8 - Diapositive

Leerdoel 12: uitleggen hoe het rr in verschillende periodes werd bestuurd

Slide 9 - Diapositive

Leerdoel 13: Voorbeelden geven van de Grieks-Romeinse cultuur
  • Grieks-romeinse cultuur = klassieke cultuur 
  • klassiek = perfect, van blijvende waarde

Slide 10 - Diapositive

Griekse beeldhouwkunst
  • driedimensionaal
  • anatomisch correct
  • naakt
  •  geperfectioneerd

Slide 11 - Diapositive

Romeinse beeldhouwkunst
  • Griekse stijl kopiëren maar
  • ook eigen elementen toevoegen
  • driedimensionaal
  • anatomisch correct
  • gekleed
  • realistisch

Slide 12 - Diapositive

14. Uitleggen hoe het contact verliep tussen de
Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur
  • De verschillende culturen hadden invloed op elkaar
  • In het westen namen de Germaanse volken een aantal Grieks/Romeinse dingen over zoals:
  • schrift, namen, godsdienst, kleding, taal
  • Ook zaten de Germaanse mannen in het Romeinse leger
  • Omgekeerd namen de Romeinen ook dingen van de Germanen over

Slide 13 - Diapositive

15. Uitleggen om welke redenen het West-Romeinse rijk rond 500 ten onder ging en het Oost-Romeinse rijk pas veel later

  • Opdracht 1: Lees de verschillende oorzaken op de kaartjes
  • Opdracht 2: Geef bij elke oorzaak aan intern of extern
  • Opdracht 3: nummer de kaartjes van 1 t/m 7. 1 is de meest belangrijke oorzaak en 7 de minst belangrijke oorzaak. Zorg dat je je volgorde kunt beargumenteren.
  • Opdracht 4: vergelijk je volgorde met je klasgenoot en kom tot een gezamenlijke volgorde.
  • Lever je groene blad in en schrijf in je mapje de 7 verschillende oorzaken.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive