Oefentoets hfd 1

REGELS
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

REGELS
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Slide 1 - Diapositive


Tijd van jagers en boeren

          Oefentoets

Slide 2 - Diapositive

Vanaf wanneer begint de geschiedenis? Bij de uitvinding van ...
A
Boek
B
Landbouw
C
Schrift
D
Wapens

Slide 3 - Quiz

Wat voor soort bron is dit?
A
Geschreven
B
Ongeschreven

Slide 4 - Quiz

Wat voor soort bron is dit?
A
Geschreven
B
Ongeschreven

Slide 5 - Quiz

Wat voor soort bron is dit?
A
Geschreven
B
Ongeschreven

Slide 6 - Quiz

Waar of niet waar? De bronnen die uit de tijd van de prehistorie komen zijn allemaal ongeschreven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Bekijk de afbeelding
Boer of
jager-verzamelaar?
A
Boer
B
Nomade

Slide 8 - Quiz

Bekijk de afbeelding
Boer of
jager-verzamelaar?
A
Boer
B
Nomade

Slide 9 - Quiz


Welke zin is waar?
A
Met velen bij elkaar wonen is niet veilig.
B
Boeren hadden geen vaste woonplaats.
C
Mensen die in dorpen wonen, blijven lang op dezelfde plaats wonen.
D
Als jagers-verzamelaars bij boeren gaan wonen, ontstaan er dorpen.

Slide 10 - Quiz

Zet de omschrijving bij de goede groep
Jagers en verzamelaars
Boeren
De oogst is erg belangrijk.
Ze hebben een vaste woonplaats.
Ze doen niet aan landbouw.
Ze wonen in simpele hutten.
Ze wonen in grote groepen bij elkaar.

Slide 11 - Question de remorquage

Hoort de zin bij 'Boeren' of 'jagers en verzamelaars'

"Laten op een stukje land zaden groeien".
A
Boeren
B
Jager-verzamelaar

Slide 12 - Quiz

Hoort de zin bij 'Boeren' of 'jagers en verzamelaars'

"Kunnen geen bezittingen hebben".
A
Boeren
B
Jager-verzamelaar

Slide 13 - Quiz

Hoort de zin bij 'Boeren' of 'jagers en verzamelaars'

"Houden dieren voor hun product, zoals een ei of melk".
A
Boeren
B
Jager-verzamelaar

Slide 14 - Quiz

Jagers-verzamelaars
Verzamelaars
Landbouw
jagers
Mensen die in de natuur speuren naar dieren.
Mensen die voedsel verbouwen en dieren op een stukje grond houden.
Mensen die in de natuur speuren naar eetbare planten, zaden en bessen.
De eerste mensen in Nederland die leefden van de natuur.
wat hoort waarbij?

Slide 15 - Question de remorquage

De Nijl overstroomden elk jaar. De Egyptische boeren maakten hier gebruik van. Zet de seizoenen op de goede plek.
oogsttijd
zaaitijd
overstromingstijd

Slide 16 - Question de remorquage

We noemen de godsdienst van de Egyptenaren een natuurgodsdienst, omdat:
A
goden buiten in de natuur vereerd moesten worden.
B
goden van natuurverschijnselen hielden.
C
Egyptenaren dachten dat onverklaarbare verschijnselen in de natuur door een god werden veroorzaakt
D
goden offers moesten krijgen.

Slide 17 - Quiz

In de bron zie je mensen een ...1... brengen aan de zonnegod. Het is belangrijk om een god ...2... te houden, anders gebeuren er allerlei ...3... . Een godsdienst waarbij een ...4... verantwoordelijk is voor alles wat in de ...5... gebeurt, noemen we een natuurgodsdienst.
Natuur
tevreden
god
offer
slechte dingen

Slide 18 - Question de remorquage

Op de afbeelding zien we een kaartje van Egypte. Welk gebied is het meest vruchtbaar?
A
A
B
B
C
C

Slide 19 - Quiz

Waarom maakten Egyptenaren mummies van overleden mensen?
A
Alleen een goed bewaard lichaam kon verder leven in het dodenrijk.
B
Rijke mensen konden zo laten zien hoe rijk ze waren.
C
Dat stond erg mooi in de piramide en in het dodenrijk.
D
Ze haalden de ingewanden uit een lichaam.

Slide 20 - Quiz