Laatste les voor de toets pedagogiek

Ontwikkelingspsychologie
Laatste les voor de toets
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Ontwikkelingspsychologie
Laatste les voor de toets

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerkend aan een ontwikkelingsachterstand is dat:
A
De ontwikkeling van een of meerdere mijlpalen sneller verloopt in vergelijking met andere kinderen.
B
kinderen een lichamelijke aandoening hebben waardoor de ontwikkeling anders verloopt.
C
De ontwikkeling van een of meerdere mijlapen verloopt trager dan gemiddeld.

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer we het hebben over een leerprobleem hebben we het vaak ook over het begrip automatiseren. Wat betekent automatiseren?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk van onderstaande signalen kan een teken zijn van een achterstand in de motorische ontwikkeling?
A
Bang zijn om fouten te maken
B
Slordig of heel langzaam schrijven
C
Het niet kunnen herkennen van emoties
D
Gebaren gebruiken in plaats van woorden.

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de betekenis van retardatie?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is kenmerkend aan een leerprobleem?
A
Het tempo waarin het kind zich ontwikkeld verloopt anders.
B
Het komt van binnenuit.
C
Het is vaak tijdelijk van aard.
D
Het kind raakt achterop in vergelijking met een gemiddelde leerling door medische redenen.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan welk van de onderstaande signalen zou je een leerprobleem kunnen herkennen.
A
Houterig bewegen
B
Afhankelijk
C
Zeer snel afgeleid
D
Moeite met knippen en plakken

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de betekenis van een aandachtsstoornis?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij probleemgedrag spreken we van externaliserend probleemgedrag en internaliserend probleemgedrag. Wat is het verschil tussen deze twee vormen van probleemgedrag?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat houdt A.S.S. precies in?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat valt niet onder een aandachtstoornis?
A
ADHD
B
ASS
C
HD
D
ADD

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Latentiefase 6/7-12 jr
Genitale fase 12+
Ongemakkelijkheid bij aankleden
Interesse in verkering
Eerste seksuele contacten
Aangaan relaties
Kennisgericht, zakelijke belangstelling

Slide 12 - Question de remorquage

Psychoseksuele ontwikkeling v Freud
 Latentiefase; A+E
Genitale Fase: B,C,D
Het kind of de jongere heeft beperkingen in sociale contacten en communicatie, vertoont beperkte en herhaalde (stereotiepe) gedragspatronen en heeft veel moeite met veranderingen. 
Het kind is vaak passief en heeft problemen bij het zich eigen maken van cognitieve, motorische en sociale vaardigheden. Het kind heeft een grote woordenschat, maar het taalgebruik is ‘leeg’. Het kind is motorisch onhandig.
Het kind of de jongere moet zonder dat hij of zij dat wil steeds aan iets denken of moet steeds iets doen, zoals handen wassen.
Het kind of de jongere vertoont impulsief gedrag en heeft een lage frustratiedrempel. Hij of zij is snel afgeleid en over beweeglijk.
ASS
NLD
OCd
ADHD

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke onderzoeker hoort bij het behaviorisme?

A
Pavlov (Honden)
B
Bandura (bobo-pop)

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent het begrip ontwikkelingspsychologie
A
Het bestuderen van kinderen en jongeren
B
Het bestuderen van volwassenen
C
Het bestuderen van ouderen
D
Het bestuderen van het menselijk gedrag

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort niet bij Vygotsky?
A
Zone van de naaste ontwikkeling
B
Spel is essentieel voor ontwikkeling.
C
Kinderen leren zelf te ontdekken.
D
Volwassenen moeten kinderen begeleiden bij hun ontwikkeling.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Piaget hoort bij:
A
Behaviorisme
B
Cognitivisme
C
Constructivisme

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3.2: vraag 8. Vink de juiste antwoorden aan.
Volgens Skinner kun je mensen en dieren bijna alles leren als je:
A
Ze hun fouten afleert.
B
Het gewenste gedrag maar beloont
C
Weet dat hun gedrag bij hun persoonlijkheid past.
D
Geen aandacht schenkt aan ongewenst gedrag.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Moeite met spreken en begrijpen van taal.
Moeite met taal en communicatie.
Moeite met rekenen.
Moeite met lezen en spellen.
TOS
ASS
Dyscalculie
Dyslexie

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

The end of the quiz.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn er nog vragen? Opmerkingen? Iets anders?

Slide 21 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions