mardi le 17 september

Bonjour à tous!
- spullen op je tafel leggen
- jassen uit en buiten het lokaal
- telefoon niet zichtbaar
- kauwgom in de prullenbak
Startopdracht: schrijf in je schrift de vervoeging van het werkwoord avoir op.

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bonjour à tous!
- spullen op je tafel leggen
- jassen uit en buiten het lokaal
- telefoon niet zichtbaar
- kauwgom in de prullenbak
Startopdracht: schrijf in je schrift de vervoeging van het werkwoord avoir op.

Slide 1 - Diapositive

Programme d'aujourd'hui
  • huiswerk bespreken
  • uitleg futur + oefenen
  • apprendre 8

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk bespreken
-apprendre 6
-16A p.67

Slide 3 - Diapositive

LE FUTUR SIMPLE

Slide 4 - Diapositive

Le futur simple p. 83/159-160

De futur simple is de toekomende tijd.


Je gebruikt de futur simple om uit te drukken dat dingen zullen gebeuren.

In het Nederlands vertaal je de futur simple met 

een vorm van het hulpww 'zullen'+ infinitief.


Ik zal over 5 jaar bij de defensie werken.

Slide 5 - Diapositive

Le futur simple
Het maken van de futur is niet heel moeilijk :) 
  • hele werkwoord + uitgang
  • ww op RE: eerst letter E weghalen + uitgang
  • bij onregelmatige ww: stam + uitgang

Wat valt je op aan de uitgangen van de futur?
je
ai
tu
as
il/elle/on
a
nous
ons
vous
ez
ils
elles
ont

Slide 6 - Diapositive

Futur simple

Slide 7 - Diapositive

Le futur simple
Onregelmatige werkwoorden hebben een onregelmatige futur simple. 
Deze stam van de futur simple moet je dus uit je hoofd leren.

Slide 8 - Diapositive

Hoe maak je de futur simple? (onregelmatige ww)
Onregelmatige werkwoorden: voor de toets alleen eerste kolom leren!
stam + uitgangen

être
je serai
ik zal zijn
pouvoir
je pourrai
ik zal kunnen
avoir
j'aurai
ik zal hebben
vouloir
je voudrai
ik zal willen
faire
je ferai
ik zal doen/maken
venir
je viendrai
ik zal komen
aller
j'irai
ik zal gaan
devoir
je devrai
ik zal moeten

Slide 9 - Diapositive

Les devoirs!
- grammaire II 16B-16C p.68/69
- leren apprendre 8 p.84

Slide 10 - Diapositive

Maintenant
- maken exercices grammaire II 16B-16C p.68/69
- leren apprendre 8 p.84




Slide 11 - Diapositive