HH staatsinrichting wetten en macht

HH staatsinrichting wetten en macht
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

HH staatsinrichting wetten en macht

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voorbeeld van recht van initiatief is
A
Stemmen over wetsvoorstellen
B
Tweede Kamerleden dienen zelf een wetsvoorstel in.
C
Een kamerlid stelt vragen aan de minister

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent het recht van amendement?
A
De rijksbegroting goed of afkeuren
B
Verzoek aan de minister om iets te doen
C
Een wijzigingsvoorstel op een wetsvoorstel
D
Recht om vragen te stellen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft/hebben het recht van amendement?
A
Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Beide Kamers

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zie bron 7 blz. 17
Hoe wordt een wetsvoorstel ook al weer een wet?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

In Nederland bestaat de trias politica.
De trias politica betekent

A
de invloed van politieke partijen
B
de mensenrechten en plichten.
C
de scheiding van de politieke macht.
D
vrije en geheime verkiezingen.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


In een trias politica...
A
Controleren alle machthebbers elkaar, zodat er geen misbruik kan worden gemaakt van de wet
B
Werken alle machthebbers samen om misdadigers zo snel mogelijk te berechten
C
Bepalen de koning, de politie en de rechters welke wetten er zijn
D
Moet één wet langs drie organen voordat het wordt goedgekeurd (bijvoorbeeld: regering, Tweede Kamer, Eerste Kamer)

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions




Wat is geen macht die hoort bij de Trias Politica?
Wat is geen macht die hoort bij de Trias Politica?
A
Uitvoerende macht
B
Rechterlijke macht
C
Controlerende macht
D
Wetgevende macht

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De wetgevende macht is:
A
het kabinet
B
de regering
C
het parlement
D
de koning

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft de uitvoerende macht?
A
Parlement
B
Staten-Generaal
C
Rechters
D
Regering

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wie steunen de uitvoerende macht?
Wie steunen de 
uitvoerende macht? 
A
Politici
B
Ambtenaren
C
Lobbygroepen
D
Externe adviseurs

Slide 11 - Quiz

Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. 
De macht moet gescheiden zijn in een wetgevende, uitvoerende en rechtelijke macht
A
Liberalisme
B
Nationalisme
C
Conservatisme
D
Socialisme

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zich bezig houden met de inrichting van de samenleving
A
wetgevende macht
B
rechtelijke macht

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Burgers beschermen tegen de overheid
A
wetgevende macht
B
rechtelijke macht

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wetgeving interpreteren
A
wetgevende macht
B
rechtelijke macht

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij wie ligt de Rechtelijke macht?
A
De regering en de Staten-Generaal die de wetten vaststellen
B
Bij de regering die met haar anbtenarende de regels uitvoert
C
Bij de rechters en het openbaar ministerie
D
Bij de Koning en de minister president

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions