De strijd om het goede

De strijd om het goede
1 / 34
suivant
Slide 1: Carte mentale
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De strijd om het goede

Slide 1 - Carte mentale

Wat is het voornaamste verschil tussen het rijk van natuur en rijk van vrijheid?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is een 'animal rationale'?
A
een volwaardig mens
B
een met rede begiftigd dier
C
een rationeel wezen
D
een mens dat geleid wordt door instinct

Slide 3 - Quiz

Waarom zijn vrijheid en verantwoordelijkheid onmisbare vooronderstellingen binnen de ethiek?

Slide 4 - Question ouverte

Geloof jij dat we vrij zijn of ben je een determinist? Motiveer.

Slide 5 - Question ouverte

Geef een uitleg van toegepaste ethiek.

Slide 6 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van descriptieve ethiek.

Slide 7 - Question ouverte

Leg uit wat is normatieve ethiek?

Slide 8 - Question ouverte

meta-ethiek beoordeelt vooral ...

Slide 9 - Question ouverte

Hoe moet ik leven?

Volgens de kardinale deugden
A
Plato
B
Arisoteles

Slide 10 - Quiz

Hoe moet ik leven?

Streef naar 'het Goede'
A
Plato
B
Arisoteles

Slide 11 - Quiz

Hoe moet ik leven?
Door rationeel te bepalen wat leidt tot eudaimonia.
A
Plato
B
Arisoteles

Slide 12 - Quiz

Hoe moet ik leven?
Gebruik de phronesis ofwel het praktische verstand
A
Plato
B
Arisoteles

Slide 13 - Quiz

prudentia
lustitia

fortitudo
temperantia
wijsheid
rechtvaardigheid
matigheid
moed

Slide 14 - Question de remorquage

Hoe moet ik leven volgens Plato?
Verwerk in je antwoord de volgende begrippen en breng ze met elkaar in verband: phronesis - het Goede - opvoeding - kardinale deugden

Slide 15 - Question ouverte

Een goed mens is een ... 1 ... mens. Om dit te worden moet je beschikken over zelfbeheersing (= ...2... ), moed (= ...3... ) aangestuurd door ... 4... .

Slide 16 - Question ouverte

Deze deugden zijn de ... deugden.
A
ethische
B
esthetische
C
dianoëtische
D
kardinale

Slide 17 - Quiz

Door middel van paideia, dat ...1.. betekent, kun je jouw ... 2 ... ontwikkelen, zodat je streeft naar het ... 3 ... omwille van ... 4 ... .

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

‘geen absolute maatstaf’ - Wat is het specifieke verschil tussen de ethische visie van Plato en Aristoteles?
A
geluk deugd en goed zijn geen absolute ideeën bij Plato
B
geluk deugd en goed zijn geen absolute ideeën bij Aristoteles
C
geluk deugd en goed zijn onbereikbaar volgens Aristoteles
D
er is geen verschil in opvatting over geluk deugd en goed

Slide 20 - Quiz

Wat hebben concrete voorbeelden en een goed mens zijn met elkaar te maken?
A
het laat zien dat je een goed mens bent
B
het toont je ziel
C
het is de verwerkelijking van de aard van de mens
D
het laat zien dat je onmogelijk slecht kunt zijn

Slide 21 - Quiz

Waarom kunnen we de ethische visie van Aristoteles teleologisch noemen?
A
het gaat om waar je naar streeft
B
het gaat uiteindelijk om het doel eudaimonia
C
het gaat om de tegenstelling
D
het gaat om de middenweg bereiken

Slide 22 - Quiz

Aristoteles
de deugd

Slide 23 - Diapositive

De deugd = een waarde

Slide 24 - Diapositive

De deugd = handelen

Slide 25 - Diapositive

De deugd = zielshouding

Slide 26 - Diapositive

'Het gulden midden'
laf <--> overmoedig

gierig <--> verkwistend

Slide 27 - Diapositive

Wat is het midden en het tegenovergestelde (antoniem) van:
apatisch

Slide 28 - Question ouverte

Wat is het midden en het tegenovergestelde (antoniem) van:
bemoeizuchtig

Slide 29 - Question ouverte

Nu jij!
Van welke eigenschap wil je een antoniem en het midden weten?

Slide 30 - Question ouverte

'Het juiste midden'
blz. 33 rode tekst kort --> samen
rode tekst lang --> zelfstandig

groepjes 4 a 5 
waarom is het juiste midden in de ethica niet gelijk aan het midden van een cirkel bepalen?

Slide 31 - Diapositive

Wat is de conclusie in jouw gespreksgroep?

Slide 32 - Question ouverte

Emoties rationeel?
lees blz 38 'rode tekst'
ander groepje 4 a 5 personen:
wel of niet?

Slide 33 - Diapositive

Wat kun je concluderen over emoties in de ethiek volgens Nussbaum?
A
emoties zijn evenzo redelijk als onredelijk
B
Je kunt je verliezen in je emoties waardoor je onjuist handelt
C
emoties geven aan wat redelijk is
D
emoties zijn redelijk als je goede redenen hebt om ze te voelen

Slide 34 - Quiz