kerstbomen

kerstbomen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenBasisschoolSpeciaal OnderwijsGroep 4,5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

kerstbomen

Slide 1 - Diapositive

We lezen de tekst

Slide 2 - Diapositive

Inleiding
In deze tijd van het jaar zie je ze overal: kerstbomen. Veel mensen hebben er thuis een staan. Een mooie boom met lampjes, slingers en kerstballen. Ook zie je hem vaak in grote winkels. En misschien staat er bij jullie op school ook wel een. Wat weet je eigenlijk over de kerstboom?

Slide 3 - Diapositive

Wat wordt er in de inleiding al verteld over kerstbomen?
A
Kerstbomen zie je alleen op school.
B
Kerstbomen zie je het hele jaar.
C
Een kerstboom zie je vaak in grote winkels.
D

Slide 4 - Quiz

Vroeger
Lang geleden woonden de Germanen in Nederland. Zij vierden elk jaar feest in de winter. Dat vierden zij op de kortste dag van het jaar. Dus op 21 of 22 december. Want daarna wordt het weer langer licht. En dan komt de lente eraan. Bij dit feest hoorde een dennenboom. Een dennenboom is een naaldboom. En een naaldboom is het hele jaar groen. Andere bomen zijn in de winter kaal. Die verliezen hun blaadjes. De groene dennenboom werd daarom het symbool van de lente. De Germanen versierden de dennenboom met appels en noten. Zo vierden ze dat de lente weer kwam.

Slide 5 - Diapositive

Waarom kozen de Germanen juist een dennenboom als symbool voor de lente?
A
Een dennenboom is het hele jaar groen, want hij verliest zijn naalden niet.
B
omdat de dennenboom zijn baadjes verliest
C
Omdat het de kortste dag van het jaar was.

Slide 6 - Quiz

Traditie
Ook na tijd van de Germanen bleven mensen een boom versieren. Het werd een traditie. Iets wat al heel lang zo wordt gedaan. Er zijn wel wat dingen veranderd. Mensen versieren de boom niet meer met appels en noten. Maar met slingers, glinsterende ballen en lampjes. En de laatste tijd zie je ook veel andere figuurtjes in de kerstboom hangen. Zoals dieren, taartjes en snoep.

Slide 7 - Diapositive

Wat hingen de vroeger in de boom?
A
peren en boten
B
appels en noten
C
bananen en poten
D
kiwi en goten

Slide 8 - Quiz

Echt of nep
Er zijn kerstbomen in allerlei soorten en maten. Er zijn hele grote en hele kleine. Ook kun je kiezen uit een echte of een nep kerstboom. Veel mensen kiezen voor een echte boom omdat die zo lekker ruikt. Ook is het leuk dat een echte boom er elk jaar anders uitziet. Kies je voor een nep kerstboom? Dan kun je die jaren gebruiken. Dan hoef je niet elk jaar een nieuwe kerstboom te kopen. Ook zijn er nep kerstbomen in allerlei kleuren. En soms zitten de ballen en lampjes er al aan. Dat is lekker makkelijk. Of de boom nou nep is of echt: een kerstboom zorgt altijd voor gezellige sfeer.

Slide 9 - Diapositive

Waarom kiezen mensen voor een echte boom?
A
Omdat ze klein zijn
B
Omdat je hem jaren kunt gebruiken
C
Het is lekker makkelijk
D
Omdat een echte kerstboom lekker ruikt.

Slide 10 - Quiz

Bijzondere bomen
De grootste kerstboom van de wereld vind je in IJsselstein. Het is geen echte boom. Maar het zijn allemaal lichtjes in de vorm van een grote kerstboom. Een andere bijzondere boom is een boom van LEGO-blokjes. Deze staat in Londen. De boom is gemaakt van duizenden blokjes. En in Brazilië vind je een drijvende kerstboom. Midden in een groot meer drijft een mooi versierde kerstboom.

Slide 11 - Diapositive

Waar staat de grootste kerstboom van de wereld?

Slide 12 - Question ouverte

Noem twee dingen die de boom in IJsselstein bijzonder maken.
A
De kerstboom drijft midden in een meer en is mooi versierd.
B
Het is de grootste kerstboom van de wereld en hij is gemaakt van lichtjes.
C
Hij is gemaakt van LEGO-blokjes en bestaat uit duizenden blokjes
D
.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Lees het stukje onder Vroeger. In welke zinnen hieronder staat het belangrijkste uit dit stukje? Kies A of B

A. De Germanen versierden de dennenboom met appels en noten. Zo vierden ze dat de lente weer kwam.

B. Een dennenboom is een naaldboom. En een naaldboom is het hele jaar groen.

Slide 15 - Diapositive


A
x
B
x

Slide 16 - Quiz

Lees het stukje onder Traditie. In welke zinnen hieronder staat het belangrijkste uit dit stukje? Kies A of B.

A. De laatste tijd zie je ook veel andere figuurtjes in de kerstboom hangen. Zoals dieren, taartjes en snoep.

B. Het versieren van kerstbomen werd een traditie. Maar er zijn wel wat dingen veranderd.

Slide 17 - Diapositive


A
x
B
x

Slide 18 - Quiz

Lees het stukje onder Echt of nep. In welke zinnen hieronder staat het belangrijkste uit dit stukje? Kies A of B.

A. Een nep kerstboom kun je jaren gebruiken. Dan hoef je niet elk jaar een nieuwe kerstboom te kopen. Ook zijn er nep kerstbomen in allerlei kleuren.

B. Er zijn kerstbomen in allerlei soorten en maten. Ook kun je kiezen uit een echte of een nep kerstboom. En een kerstboom zorgt altijd voor een gezellige sfeer.

Slide 19 - Diapositive


A
x
B
x

Slide 20 - Quiz

Lees het stukje onder Bijzondere bomen. In welke zinnen hieronder staat het belangrijkste uit dit stukje? Kies A of B
.

A. De grootste kerstboom van de wereld vind je in IJsselstein. Het is geen echte boom, maar een boom van lichtjes.

B. In IJsselstein, Londen en Brazilië vind je bijzondere kerstbomen

Slide 21 - Diapositive


A
x
B
x

Slide 22 - Quiz