H7.3 Ecosystemen

Hoofdstuk 7 Ecologie
7.3 Ecosystemen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 7 Ecologie
7.3 Ecosystemen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je kunt de voedselrelaties en de informatienetwerken in een ecosysteem beschrijven
  2. Je kunt de energiestroom door een ecosysteem beschrijven

Slide 2 - Diapositive


Hoe gaat het met jullie?
A
Top!
B
Wel oké
C
Kan beter
D
Niet zo goed

Slide 3 - Quiz

Voedselketen
Een voedselketen geeft de voedselrelaties in een ecosysteem weer. De voedselketen geeft aan hoe een reeks populaties met elkaar verbonden zijn. 

Slide 4 - Diapositive

Voedselweb
  • In een ecosysteem lopen diverse voedselketens door elkaar
  • De diverse voedselketens vormen dan een voedselweb

  • Planten beschermen zichzelf tegen vraat van insecten d.m.v. signaalstoffen. De signaalstoffen worden opgevangen door de planten in de omgeving die vervolgens gifstoffen produceren tegen de insecten.

Slide 5 - Diapositive

Energiestromen
  • Elke schakel in een voedselketen heet een trofisch niveau.
  • In het eerste niveau bevinden zich de autotrofen. Zij produceren organische stoffen uit anorganische stoffen d.m.v. fotosynthese.
  • De autotrofen worden daarom de producenten genoemd.
  • De overige trofische niveau's worden consumenten genoemd.

Om de positie binnen de voedselketen aan te geven wordt in de trofische niveau's van de consumenten aangegeven in welke orde ze zitten.

  • De 1e groep consumenten worden de consumenten van de 1e orde genoemd. De 2e groep consumenten van de 2e orde etc. 

Slide 6 - Diapositive

Consument 3e orde
Consument 2e orde
Consument 1e orde
Producenten
Fytoplankton
Kleine vissen
Leguaan
Slang
Toppredator

Slide 7 - Question de remorquage

Energiestromen
  • Opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen wordt assimilatie genoemd.
  • Bij assimilatie wordt energie vastgelegd.
  • De afbraak van grote organische moleculen naar kleine moleculen wordt dissimilatie genoemd. 
  • Bij dissimilatie komt energie vrij. 
  • Producenten kunnen glucose vormen vanuit anorganische stoffen. Dit noemen we koolstofassimilatie. 
  • Bij voortgezette assimilatie wordt van glucose nog grotere organische stoffen gevormd zoals vetten, eiwitten en koolhydraten.
  • Voor voortgezette assimilatie hebben planten en dieren mineralen nodig

Slide 8 - Diapositive

Waar halen producenten de energie vandaan dat nodig is voor de koolstofassimilatie?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de chemische formule van fotosynthese?
+
+
H2O (water)
CO2 (koolstofdioxide)
C6H12O6 (glucose)
O2 (zuurstof)

Slide 10 - Question de remorquage

Energiestromen

Slide 11 - Diapositive

Assimilatie
Dissimilatie
Verbranding
Opbouw
van o.a. glucose
Fotosynthese

Slide 12 - Question de remorquage

Afvaleters
  • Dode resten van organismen kunnen worden gegeten door afvaleters (detrivoren). 
  • De afvaleters zijn net als alle andere dieren consumenten in de voedselketen.

Slide 13 - Diapositive

Reducenten
De overgebleven dode resten worden door bacteriën en schimmels (reducenten) afgebroken tot anorganische stoffen (koolstofdioxide, water, mineralen). Dit proces heet mineralisatie. Producenten hebben de mineralen weer nodig voor de assimilatie. Reducenten sluiten dus de kringloop.

Slide 14 - Diapositive

Kringloop van stoffen

Slide 15 - Diapositive

Piramiden en stromen in ecosytemen
De organismen per trofisch niveau kun je weergeven in een ecologische piramide.

In de afbeelding zie je het aantal organismen en het totale gewicht van alle organische stoffen (Biomassa) per trofisch niveau.

Slide 16 - Diapositive

Piramide van aantallen
Piramide van biomassa

Slide 17 - Question de remorquage

Om welke 2 redenen gaat er biomassa verloren in een voedselpiramide?
A
Verbranding
B
Één grote boom kan veel rupsen bevatten
C
Onverteerbare resten

Slide 18 - Quiz

Dit is een piramide van
A
aantallen
B
biomassa
C
aantallen of biomassa

Slide 19 - Quiz

Energiestroom
  • In een voedselpiramide wordt een deel van de biomassa doorgegeven aan het volgende trofische niveau.
  • Bij iedere stap gaat energie verloren door dissimilatie, afgestorven weefsel en onverteerd weefsel (ontlasting).

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk
Maak opdracht 14 t/m 21 in de online methode

Leerdoelen:
  1. Je kunt de voedselrelaties en de informatienetwerken in een ecosysteem beschrijven
  2. Je kunt de energiestroom door een ecosysteem beschrijven

Slide 21 - Diapositive