3. Samenspelen met je nieuwe klas

• Theater
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 3-6

3 Samenspelen met je nieuwe klas

Theaterles Stad & Esch

Leerdoel & planning

Lesduur: 2 lesuren

Leerdoel: je maakt kennis met samenspelen in je nieuwe klas.

Planning:

1. Warming up spelletjes
2. Dialoog
3. Improviseren met dialoog
   

Wie heeft de munt....

• Kring. Ogen dicht, handen op.
  
• Iemand krijgt een muntje.
  
• Allemaal vuisten dicht.
  
• Wie denk jij dat het muntje verbergt...?
  

...Verover jij een stoel?...

Fruitmix

• Vier fruitsoorten
  
• Iemand in het midden
  
• Fruitsoort genoemd? Dan wisselen van stoel.
  
• Fruitmix: iedereen wisselt van stoel!
  

...Verover jij een stoel?...

Diashow

1. Verteller vertelt een verhaal

2. De acteurs beelden foto's uit

3. Klik! Stilstaan.

          Zelf spelen! We oefenen met z'n allen een oefenverhaal.

Oefenverhaal met de klas

Er was eens huisje, diep in het bos. Het huisje werd omringt met allerlei creepy dieren. Klik!

In dat huisje, woonde een mysterieuze vrouw. Niemand had haar ooit gezien. Ze zag er zo uit: Klik!

Op een dag klopte een verdwaald jongetje aan bij de vrouw. De deur ging open, het kindje keek op en: Klik!

Bibberend ging het jongetje het huisje binnen. Eenmaal binnen keek hij zijn ogen uit... overal snoep en spelletjes! Klik!

Het kindje dacht altijd dat het vrouwtje eenzaam en alleen was. Beetje eng ook. Maar eigenlijk had ze hier een paradijs. Toen vertelde de vrouw dat ze wel eenzaam is. Want spelletjes doen en snoepen is alleen toch minder leuk. Het jongetje dacht na... misschien kon hij elke dag eventjes langskomen bij het huisje? Om samen te gamen? De vrouw vond het fantastisch. Daar is een laatste foto van: klik!

Het jongetje is daarna nooit weer gezien...

Je eigen diashow

1. Nu verzinnen jullie allemaal in een tweetal een verhaal voor de diashow. Elk verhaal heeft minimaal 5 foto's.

2. We spelen ieders verhaal met de klas.

Geen inspiratie? Dan gaat je verhaal over een

blunder, vakantie of bankoverval.

         

Dialoog

A Hoe gaat het?
B Waarom vraag je dat?
A Nou, gewoon.
B Was het maar zo gewoon.
A Bijzonder, zeg. Vertel...
B Ik heb gesproken.
A Heel gewoontjes, dit.
B Ja, bijzonder, hè?
A Wil jij weer het laatste woord?
B Nee, dat mag jij.
A (-)

Voeg toe aan je scène:

1. Wie zijn deze personen ?

2. Wat is hun onderlinge relatie?

3. Waar/wanneer speelt het?

4. Wat is er aan de hand? (context)

5. Wat is het dramatisch conflict? (waarom handelen de personages zo?)

Maak de dialoog af met 10 extra regels en oefen goed. We spelen voor de klas en gaan variëren en combineren.

Extra variatie: extra snelle scène, voorwerp of 3e persoon toevoegen.

Extra: gebruiksaanwijzing

Je maakt een gebruiksaanwijzing voor jezelf aan de klas :)

1. Wie ben je? Beschrijf je hobby's en talenten. Waar ben je goed in?
   
2. Beschrijf jouw karakter: wat voor persoon ben je en wat zijn jouw kenmerken?
3. Bedenkt 3 tips hoe anderen het beste met jou kunnen omgaan.
   
   

We delen de gebruiksaanwijzingen met de klas.