Presenteren

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Wat gaan we doen/leren?

1. Voorbeelden van wat er fout kan gaan

2. Waar komt de stress vandaan?

3. Gedachten en gevoelens

4. Wat gaat je helpen?

5. oefenen/ervaren

1. Voorbeelden van wat er fout kan gaan

Woordweb mk

Wat ging er niet goed bij deze presentaties?

Woordweb mk

Waar maak jij je zorgen over t.a.v. het houden van een presentatie?

2. Waar komt de stress vandaan?

3. gedachten en gevoelens

G-schema negatief

Verwachting  (Ik ben perfect)

situatie(Ik krijg tijdens de feedback een kritische opmerkingen over ….)

gedachte (Ik had beter mijn best moeten doen, ik ben niet goed genoeg> 

gevoel (verdrietig/boos/onzeker) > 

gedrag (piekeren/stress) > gedachte enz. enz.

G-schema positief

Verwachting  (Ik ben niet perfect)

situatie(Ik krijg tijdens de feedback zowel tips en tops ….)

gedachte (Ik kan wel wat met de tips en de tops)> 

gevoel (tevreden en handig om te weten wat ik nog kan leren ) > 

gedrag (blij en in actie om verder te leren) > gedachte enz. enz.

Vul deze nu eens voor jezelf in

1x hoe je het tot nu toe ervaart en 1x hoe je zou willen dat je het ervaart.

Verwachting  ()

situatie()

gedachte ()> 

gevoel () > 

gedrag () > gedachte enz. enz.

4. Wat gaat me helpen?

- houding

- affirmaties

- visualisaties

- ademhaling

- kom in de juiste staat (modus/mood)

Overzicht

Maak voor jezelf een lijstje met wat je gaat toepassen een volgende keer en ook hoe je dat gaat doen.

Bijvoorbeeld

- Thuis ga ik me focussen op een affirmatie: Ik kan dit, ik ben krachtig

- Voor de presentatie loop ik nog even rond, zodat ik al wat spanning kwijt ben en daarnaast luister ik mijn favoriete nummer nog even. 

- Ik ga me focussen op rust aan het begin van de presentatie: ik zorg dat ik de eerste zinnen goed ken, ik adem voor ik begin een paar keer goed en rustig in en uit en ik zet de adempauzes/stiltes ook in mijn spiekbriefje. 

 

5. Oefenen/ervaren

Oefening

Ga met elkaar in gesprek aan de hand van twee voorwerpen die iets zeggen.

Daarna stel je de ander voor in een korte presentatie. Kies een aandachtspunt (ademhaling, pauzes, lichaamshouding, enz.) en kijk hoe het ging.

Oefening: persconferentie

A. Je bent Hugo de Jonge of Mark Rutte (of een nieuwe medewerker) en gaat een korte presentatie houden over corona. 

B. Je bent Willem-Alexander/Maxima en biedt excuses aan en legt uit hoe het zo heeft kunnen lopen met de vakantie naar Griekenland.