Blok 2: De besluitvorming & de instellingen van de EU (deel 1 & 2)


Europese integratie



Roberto Alvarez, 2019
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
economieHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 49 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon


Europese integratie



Roberto Alvarez, 2019

Slide 1 - Diapositive

Agenda
  • Deel 1: Besluitvorming van de EU (H2)
  • Deel 2: Instellingen van de EU (H3 t/m H6)

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Blok 2 (H2)
Blok 2 (H3 t/m H6)

Slide 3 - Diapositive

Overzicht instellingen

Slide 4 - Diapositive

Intro: Europese Unie onder vuur

Brexit, groeiende anti-Europese sentimenten; het zijn barre tijden voor Europa. Een gruwel voor een vurig pleitbezorger van de Europese Unie als Frans Timmermans. Hij wil in mei de nieuwe voorzitter worden van de Europese Commissie.

Slide 5 - Diapositive

Deel 1: Besluitvorming van de EU (H2)
  • Supranationaal vs Intergouvernementeel
  • Soorten besluiten
  • Fases in besluitvorming
  • Gewone wetgevingsprocedure
  • Bijzondere wetgevingsprocedure
  • Open coördinatiemethode

Slide 6 - Diapositive

Supranationaal vs Intergouvernementeel
Supranationale besluitvorming
  • Betekent letterlijk “boven het nationale niveau” 
  • Invloed van regeringen ingeperkt  
  • Bepaalde bevoegdheden van nationale staten overgedragen naar een autoriteit erboven 

Intergouvernamentele besluitvorming
  • Regeringen nemen besluiten en zijn verantwoordelijk voor uitvoering 
  • Recht op veto (besluiten unaniem) of stemming met gekwalificeerde meerderheid 

Multi-level governance
  • Meerlagig bestuurssysteem
  • EU steeds meer supranationaal
  • Rol van overheden blijft wel cruciaal
Dubbele meerderheid
QMV(=gekwalificeerde meerderheid): Raad van Ministers: 55% van de lidstaten stemt voor - in de praktijk betekent dat: 16 van de 28 *VK
+
Het voorstel wordt gesteund door lidstaten die ten minste 65% van de totale EU-bevolking vertegenwoordigen 
Deze nieuwe procedure heet ook wel de regel van de "dubbele meerderheid": vanaf 2014 de standaard!

Europese Raad = unanimiteit

intergouvernementalisme-supranationalisme-federalisme
Steeds minder souvereiniteit

Slide 7 - Diapositive

Supranationaal vs Intergouvernementeel (vervolg)
Supranationalisme
  • “Boven het nationale niveau"
  • Individuele landen kunnen niet controleren of beslissen. 
Voorbeeld: Europees parlement, Europese Commissie, het Hof 

Intergouvernementalisme 
  • Regeringen moeten instemmen met besluiten
  • Soms zelfs veto-recht(in verdragen bepaald), vaak QMV. 
Voorbeeld: Europese Raad, Raad van Ministers (“de Raad”) 

Supranationalisme
Wens van Monnet, grondlegger, idee V.S. van Europa 

Intergouvernamentalisme
Voorkeur van de Gaule, Thatcher.  

EP en EC
Vertegenwoordigen niet hun nationale regering, maar handelen in het belang van de hele EU.  

Slide 8 - Diapositive

Instellingen: kennen & snappen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld besluitvorming

Slide 11 - Diapositive

Besluitvormingsprocedures EU (2.4)

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld van een voorstel
  • 2017: partijen NL waren verdeeld
  • 2017: kabinet wilde 5 betaalde dagen in 2019
  • 2019: De Raad(van Ministers) akkoord + EP akkoord
  • 2022: Minimaal twee maanden betaald ouderschapsverlof.

sociale dimensie interne markt EU

Slide 14 - Diapositive

Is dit voorstel in strijd met het “subsidiariteitsbeginsel”?
"Besluiten zo dicht mogelijk bij de burgers nemen."

Checkvragen bij dit beginsel: 
  • Heeft de actie transnationale aspecten die niet geregeld kunnen worden door EU-landen?
 
  • Zou het optreden van de lidstaten alleen/of het niet optreden in strijd zijn met het Verdrag van Lissabon?
  
  • Levert het optreden op EU-niveau zichtbare voordelen op?  

Slide 15 - Diapositive

Welke soorten besluiten neemt de EU?
  1. Verordening: algemene strekking, verbindend en rechtstreeks toepasbaar in alle lidstaten. Voorbeeld: privacy wetgeving, etikettering, streekproducten (feta), beleggersinformatie. 
  2. Richtlijn: verbindend voor alle lidstaten t.a.v. het resultaat.                                                    Voorbeeld: chocoladerichtlijn, consumentenrechten, detacheringsrichtlijn*
  3. Besluit: verbindend voor de partijen op wie het gericht is. 
      Voorbeeld: deelname EU aan terrorisme bestrijdingsorganisaties 
   4. Aanbevelingen en adviezen: niet bindend. 
 
GBVB (gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid):  
  • Richtsnoeren, besluiten over uit te voeren optredens, in te nemen standpunten. 
       Voorbeeld: terugtrekken ambassadeurs uit Rusland of standpunt Iran-deal.  

Tip
Tio

Slide 16 - Diapositive

Bij richtlijnen: Multi-level governance
  • Europese richtlijnen moeten door de nationale regeringen omgezet worden in nationale regelingen. 
  • De Commissie controleert dit 
  • De Commissie kan een lidstaat voor Het Europese Hof van Justitie dagen, mogelijk een boete.   

Slide 17 - Diapositive

Twee routes voor wetgevingsprocedures
Gewone wetgevingsprocedure 
Meer supranationaal: grote rol EC, EP en besluitvorming in de Raad met QMV 
 
Bijzondere wetgevingsprocedure 
Meer intergouvernmenteel: de Raad met unanimiteit 

Slide 18 - Diapositive

Gewone wetgevingsprocedure (2.5)

Slide 19 - Diapositive

Bijzondere wetgevingsprocedure (2.6)
  • 27 onderwerpen (bijv. samenwerking politie, btw, ontslagrecht, sociale zekerheid, begroting, GBVB) 
  • EP mag alleen mening geven 
  • De Raad moet meestal unaniem instemmen 


Lastiger tot overeenkomsten te komen → meer autonomie, diplomatie 

Slide 20 - Diapositive

Spanningsveld bij besluitvorming

Slide 21 - Diapositive

Open coördinatiemethode
  • Geen wet maar wel samenwerken 
  • De raad stelt gezamenlijke doelen vast 
  • Indicatoren om resultaten te meten 
  • Lidstaten maken hervormingsprogramma’s 
  • Prestatie meting op de indicatoren (benchmarking) 
  • Lidstaten bepalen zelf of ze meedoen 
  • Methode wordt vaak gebruikt op sociale economische beleidsterreinen     ( werkgelegenheid, pensioenen, onderwijs, etc.) 

Slide 22 - Diapositive

Deel 2: Instellingen van de EU (H3 t/m H6)

Slide 23 - Diapositive

De Europese Commissie (dagelijks bestuur) (H3)
  • 28 onafhankelijke leden,  één uit elk EU-land  

Taken:
Beleidsvorming: stelt nieuwe wetgeving voor (recht van innitiatief) i.s.m. expertgroepen (zie eerdere slide 'besluitvormingsprocedures)

  •  Bestuur: uitvoerend orgaan  (de begroting opstellen en aanpassen) → programma's, projecten, vertegenwoordigt de EU in de rest van de wereld 

  •  Controle: ziet er op toe dat de lidstaten zich aan de afspraken/richtlijnen houden. Middelen →  Scoreborden, assistentie,  inbreukprocedures (evt. Hof ingeschakeld) 

Ontwerpbegroting

Slide 24 - Diapositive

EC: de voorzitter
  • Zittingstermijn 5 jaar  
  • Europese Raad draagt voor bij QMV, Europees Parlement stemt in (met gewone meerderheid van stemmen)
  • Politieke kleur van voorzitter moet overeen komen met winnende fractie Europees Parlement 
  • Verantwoordelijk voor grote beleidslijnen, evt. conflicten tussen commissarissen  
  • Vertegenwoordigt EC bij de ER en bij belangrijke internationale besprekingen.    
Historie
Eerdere voorzitters

Slide 25 - Diapositive

EC:  College van Commissarissen
  • De commissarissen geven politieke leiding aan hun directoraat-generaal en vertegenwoordigen de Commissie op hun beleidsterrein in vergaderingen van de Raad van Ministers, Europees Parlement en contacten met de regeringen van lidstaten 
  • Voorgedragen door lidstaten, in overleg met voorzitter EC, goedkeuring door EP, bij QMV benoemd door ER.  
  • Commissarissen uit alle lidstaten (28); gekozen op bekwaamheid en politieke kleur 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Agentschappen (3.3)
"Een agentschap is een bureau van de Europese Unie dat zich met een bepaald onderwerp bezighoudt. Agentschappen verzamelen bijvoorbeeld kennis, nemen besluiten over technische onderwerpen of zorgen dat besluiten worden uitgevoerd." 

Slide 29 - Diapositive

Europees Parlement (H4)
  • 750 leden plus voorzitter 
  • Iedere 5 jaar directe verkiezingen, volgens nationale procedures 
  • NL 26 zetels, verdeling over landen naar rato inwonersaantallen met correctie t.b.v. kleine landen 
  • Europese fracties, maar ook onafhankelijke parlementariërs 
  • Voorzitter, gekozen door EP bij QMV 
  • De maandelijkse plenaire vergadering vindt plaats in Straatsburg. Het meeste werk in de fracties en parlementaire commissies vindt plaats in Brussel. 

Zetelverdeling

Slide 30 - Diapositive

Europees Parlement (vervolg)
Historie
Historische verdeling
Verdeling
naar ratio van inwoners verdeeld

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

EP in Straatsburg en Brussel
Achtergrondinfo
Video
Het circus......

Slide 34 - Diapositive

EP: bevoegdheden (p.87 - 90)
Het Europees Parlement heeft bevoegdheden die kunnen worden onderverdeeld in drie hoofdtaken:  
 

Wetgevende
Niet recht van initiatief
Wel voorstellen goedkeuren of niet, samen de Raad. 
Relatief weinig invloed op buza
Meer op milieu en consumentenbescherming. 

Begroting(p.88+89)
Eigen inkomsten EU, zoals 0,3% BTW, importheffingen, nationale bijdrage op basis BNI (de Raad raadpleegt het EP) en de uitgaven (meerjarig financieel kader) moet worden goedgekeurd door EP (bij meerderheid) en de Raad (QMV).  

Controle
Controleert de EC: keurt kandidaat-voorzitter goed en college van commissarissen(in zijn geheel). 
Kan ook hele college naar huis sturen.  

Slide 35 - Diapositive

EP: kanttekeningen bij hun rol
  • Geen initiatiefrecht (= wetsvoorstellen niet doen, wel EC verzoeken) 
  • Bepaalde beleidsterreinen EP maar beperkte rol (GBVB)
  • Het kan geen individuele commissarissen naar huis sturen 
  • Politieke scheidslijnen moeilijker te herkennen want geen politiek gekleurde commissie (vergelijk coalitieregering in NL met coalitiepartijen en oppositie) 
  • Lage opkomst bij verkiezingen 
  • Gebrekkige kennis bij burgers 

Slide 36 - Diapositive

De Raad(van ministers) en de Europese Raad (H5)

Slide 37 - Diapositive

De Raad(van ministers) 
  • De raad : 28 vertegenwoordigers van de lidstaten, bevoegd om bindende besluiten te nemen namens het bestuur van het eigen land (Intergouvernementeel) 
  • Het voorzitterschap rouleert iedere 6 maanden 
  • De Raad niet permanent in Brussel, wordt bijgestaan door een comité van nationale ambassadeurs die permanent in Brussel zijn (Coreper) 
  • De standaardregel voor het stemmen van de Raad is besluitvorming met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen. 

10 raden

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

De Raad(van ministers): de taken
De Raad heeft drie hoofdtaken: wetgeving, coördinatie en delegatie.  
  • De wetgevende taak is de belangrijkste taak, bijna alle Europese besluiten worden genomen door de Raad (veelal samen met het EP) 
  • Coördinatie: gemeenschappelijke doelstellingen tussen landen overeenkomen en beleid op elkaar afstemmen 
  • Delegatie: uitvoeren van besluiten opdragen aan EC 

Slide 41 - Diapositive

De Raad(van ministers): stemwijze (2 opties)
Gekwalificeerde meerderheid 
  • De Raad neemt een voorstel aan wanneer 55% van het aantal lidstaten, met een minimum van 16, vóór stemt. Ook moet in de lidstaten die voor zijn, ten minste 65% van de totale bevolking van de Europese Unie wonen. 

Unanimiteit (op politiek gevoelige tereinen, zoals veiligheid, buza en belastingen): elk land heeft dan vetorecht 

Slide 42 - Diapositive

De Europese Raad (regeringsleiders/eurotop)
  • Intergouvernementeel 
  • De Europese raad besluit op basis van unanimiteit 
  • Vaste voorzitter per 2,5 jaar 
  • Draagt zorg voor politieke sturing en belangrijke beslissingen (concurreert met de EC om initiatiefrecht)  
  • De Europese raad vergadert achter gesloten deuren. Er vindt geen publiek debat plaats waardoor het EP en nationale parlementen de regeringsleiders niet kunnen controleren.         Dit wordt het democratisch tekort genoemd. 

Bijvoorbeeld
Besluit in 1993 om onderhandelingen te openen voor de toetreding 10 landen  
Dus met Verdag van Lissabon =>EP meer invloed, maar ook de ER ten koste van initiatiefrecht EC.  

Slide 43 - Diapositive

Let op! Brexit is meegerekend

Slide 44 - Diapositive

Hof van Justitie (H6)
  • Supranationaal 
  • Een rechter per lidstaat (voor 6 jaar benoemd) 
  • Advocaten-generaal bereiden rechtzaak voor + zijn onafhankelijk. Dus geen NL-OM (= partijdig)

Slide 45 - Diapositive

Hof van Justitie: 3 taken
Toezicht op uitvoering van Europese verdragen en wetten door lidstaten   
Voorbeeld: 

Interpretatie van Europese recht 
Hof geeft een interpretatie → Nat.rechters mogen zelf beslissen, maar't Hof formuleert strikt
Voorbeeld: arrest Aranyosi & Caldararu (p.124), arrest Van Gend & Loos (p.125) & Facebook

Het Hof als scheidsrechter (gedeelte taak met Het Gerecht)
Klachten van lidstaten tegen EU-instellingen en EU-instellingen onderling 
Voorbeeld: Lidstaten kunnen met het subsidiariteitsbeginsel EU-instellingen aanklagen.

Ad 2: interpretatie
Oorspronkelijk: hulp voor nat. rechters
Praktijk: interpretatie van het Hof gaat vaak verder dan intentie regeringen bij afsluiting ('geest' van de verdragen)
Ad 1: Procedure
  • EC scoreborden en dan assistentie → daarna pas inbreukprocedure:   2 delen: vertrouwelijke administratieve fase (EC) + een rechtelijke fase (het Hof). 
  • Afspraken niet strikt afdwingbaar. Prestigeverlies moet het doen, vandaar tweede inbreukprocedure, met financiële sanctie, dit is meestal genoeg dreiging.  

Slide 46 - Diapositive

Het Gerecht (p.126 + 127)
Het Gerecht als scheidsrechter 
  • Behandelt klachten tegen Europese beslissingen
Voorbeeld klachten particulieren : registratie merk Cannabis als drank mocht niet van de EC. Fabrikant diende daarop klacht in bij EH. Kreeg geen gelijk. 

Slide 47 - Diapositive

Kritiek/knelpunt van het Hof van Justitie
Politieke kritiek
"Het Hof bedrijft politiek" zeggen politici als uitspraken anders luiden dan regeringen wensten (zie arrest vrouwen in het leger, p.129)

Juridische kritiek
Grondwettelijk Hof(o.a. Duitsland) vs Europees Hof

Knelpunt
Het Hof heeft een te hoge werklast + taalproblemen  → zaken duren jaren
Daarom worden steeds meer zaken “in kamers” afgehandeld → kleine groepjes rechters (3 tot 5)

Slide 48 - Diapositive

De rekenkamer (H6)
Zij onderzoekt de inkomsten en uitgaven van de EU zodat                                fraude, verspilling en wanbeheer kunnen worden bestreden.  
 
2 insteken: 
  • Kijken naar onrechtmatigheden (o.a. fraude) 
  • Kijken naar doelmatigheid (= met minder hetzelfde bereiken, of met hetzelfde méér bereiken) 


Video: De Europese Rekenkamer: hoedster van de EU-financiën

Thuis kijken, mogelijke vragen tijdens het volgende college
Fraude

Slide 49 - Diapositive