3mb 22 mrt

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Programm:

mit dem Longboard durch Deutschland  

Herzlichen Wilkommen 

Leerdoelen 

1.  je kunt een tekst over een reis door Duitsland begrijpen

2. je weet iets over het beroemdste kasteel van Duitsland 

In deze les:  controle huiswerk

Grammatik + Lesen   

controle en feedback huiswerk in deze les. 

Sehen-Wortschatz-Hören-Grammatik moest vorige week af zijn

deze week controle  Schreiben + Lesen H 

bijna klaar met hoofdstuk .   Repetitie K3 op 7 april.   Ook lees en luisterdeel. 

Je moet woorden en grammatica kunnen toepassen.  

volgende week oefenen opfrissen Grammatik 

heb je al een zanger(es) of band gevonden voor je opdracht of ben je nog op zoek en wil je nog wat ideetjes opdoen?

1. ik ben tevreden met mijn keuze
2. ik heb wel een idee maar ben niet 100% tevreden
3. ik heb nog niet echt een idee en wil nog wel wat ideeën opdoen

Modale Werkwoorden

Duitse modale werkwoorden

MODALE HULPWERKWOORDEN

dürfen

können

mögen

      möchten

müssen

sollen

wollen

wissen

mogen, toestemming hebben

kunnen, in staat zijn tot

houden van, lusten

         graag (zouden) willen

moeten (noodzaak)

moeten (wil van een ander)

willen

weten

wat doe je als er geen ich, er of wir in de zin staat maar een zelfstandig naamwoord zoals:
Mein Freund, die Polizistin of meine Freunde??
bij welke uitgang of uitgangen kijk je dan?

Modalverben verleden tijd

je ziet zo een schema met werkwoorden in de verleden tijd.

Iedereen kan straks een antwoord geven op de vraag:

wat moet je weten over deze werkwoorden in de verleden tijd?

hoe leer je ze? regels?ezelsbrug?  

Modale werkwoorden verleden tijd

	(können)
ich	k o nn- te
du	k o nn- t est
er/sie/es	k o nn- te
wir	k o nn- ten
ihr	k o nn - tet
sie/Sie	k o nn - t en

Modalverben im Präteritum

Wat valt op aan de uitgangen in de verleden tijd? Tips/ezelsbrug? Hoe leer je ze goed?  

Er ________ das Buch nicht finden.

1. konn
2. Könn
3. konnte
4. könnte

Die Lehrerin sagte, ihr _______ die Hausaufgaben machen!

1. solltet
2. musstet
3. sollet
4. müsset

Hausaufgaben _______ gemacht werden!

1. müssten
2. müten
3. mussten
4. muten

Klik op K3,  Lesen H : Auf dem lonboard durch 

Deutschland

Bei der Deutschen Meisterschaft im Longboard Downhill hat sich der amtierende Deutsche Jugendmeister Pan Diemer für uns die Helmkamera aufgesetzt.

Heute Lesen H

Mit dem Longboard durch Deutschland 

We lezen de tekst eerst globaal door 

Leerlingen online: Eerst nog een kleine toelichting op de vragen klik straks op Lesen H Aufgabe 44 

speel de audio af en lees tegelijkertijd de tekst mee

In 002 doen we dit klassikaal  

vragen en antwoorden staan in het Duits!

Lies (lesen) Absatz 1

Wat betekent Absatz?

1. tekst
2. alinea
3. regel
4. zin

Lies (lesen) Zeile 5

Zeile betekent:

1. tekst
2. alinea
3. regel
4. deel

welche Aussage stimmt mit Absatz 3 überein?
betekent.....

1. welke uitspraak komt overeen met zin 3
2. welke uitspraak komt overeen met alinea 3

Landeskunde

Beroemdste kasteel in Duitsland

König Ludwig

Maak nu de opdrachten

 44 + 45 + 46

daarna checken of alles af is: A-B-C-D-E-G-H  

muziekopdracht

ga verder met je muziekopdracht of met opdrachten die je nog af moet maken

De leerlingen online maken een keuze m.b.t. werk.

muziek of A,B.C,D,E.G,H

De leerlingen in het lokaal doen nog een extra kijk/luister opdracht  en maken daarna een keuze tussen de muziekopdracht en andere Duitse opdrachten.