Les 14_Disco

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Les 14

Romulus, eerste koning van Rome

Les 14: wat leer je?

- wat een betrekkelijke bijzin is

- een betrekkelijk voornaamwoord herkennen in het Latijn

- wat een antecedent is

- een betrekkelijk voornaamwoord vertalen

- een vragend voornaamwoord herkennen

- een vragend voornaamwoord vertalen

3 maart  2021

Deze les leer je...

- wat een betrekkelijke bijzin is

- een betrekkelijk voornaamwoord herkennen in het Latijn

- een betrekkelijk voornaamwoord vertalen

3 maart  2021

Deze les gaan we het volgende doen:

- uitleg betrekkelijk voornaamwoord

- maken opdracht 3, p. 113 + nakijken

Betrekkelijke bijzin

De van het keukentrapje gelazerde moeder struikelde ook nog eens over het speelgoedautootje van haar 3-jarige zoontje

De moeder, die van het keukentrapje was gelazerd, struikelde ook nog eens over het speelgoedautootje van haar 3-jarige zoontje

Wat was in de vorige zin het betrekkelijk voornaamwoord?

Op welk woord had 'die' in de vorige zin betrekking?

Betrekkelijke bijzin

De moeder, die van het keukentrapje was gelazerd, struikelde ook nog eens over het speelgoedautootje van haar 3-jarige zoontje

antecedent = het woord dat aan het betrekkelijk voornaamwoord voorafgaat

De vertaling van een betrekkelijk vnw.

1. Pater puero, qui numquam laborat, poenas dat

De vader geeft (aan) de jongen, die nooit werkt, straf.

1. Pater puero, qui numquam laborat, poenas dat. - wat is het anetcedent?

De vertaling van een betrekkelijk vnw.

1. Pater puero, qui numquam laborat, poenas dat

De vader geeft (aan) de jongen, die nooit werkt, straf.

2. Pater uxori, quam valde amat, donum dat.

De vader geeft (aan) zijn echtgenote, die hij erg liefheeft, een geschenk.

2. Pater uxori, quam valde amat, donum dat. - wat is het antecedent?

De vertaling van een betrekkelijk vnw.

2. Pater uxori, quam valde amat, donum dat.

uxori = vwl. ev.                  het betrekkelijk vnw. is ook vwl. ev.

- Het betrekkelijk voornaamwoord congrueert in geslacht en getal met het antecedent.

- In welke naamval het betrekkelijk vnw. staat, hangt af van zijn functie in de bijzin

2. Pater uxori, quam valde amat, donum dat. - in welke naamval staat uxori?

1. nom.
2. gen.
3. dat.
4. acc.

2. Pater uxori, quam valde amat, donum dat. - in welke naamval staat quam?

1. nom.
2. gen.
3. dat.
4. acc.

De vertaling van een betrekkelijk vnw.

2. Pater uxori, quam valde amat, donum dat.

uxori = vwl. ev.                  het betrekkelijk vnw. is ook vwl. ev.

Het betrekkelijk voornaamwoord congrueert in geslacht en getal met het antecedent.

Aan de slag!

Maak opdracht 3, p. 113 werkboek (ook als je thuis zit)

We bespreken de oefening over 20 min.

Klaar? Maak het huiswerk: vertalen tekst 14A t/m regel 8

Leren woorden 14A

9 maart 2021

Je leert vandaag:

 hoe een vragend voornaamwoord in het Latijn eruit ziet en hoe je het vertaalt.

-

9 maart 2021

In de les...

- kijken we tekst 14A t/m regel 13 na

- krijg je uitleg over het vragend voornaamwoord

-ga je zelfstandig aan het werk met opgaven 11+12. p. 116

- kijken we aan het eind opgaven 11 +12 na

Determineer 'eorum'

1. nom. ev. onz.
2. acc. ev. mnl.
3. gen. mv. mnl.
4. dat. mv. onz.

PV

OW

MWV

LV

Overig

qui

prior

sex

aves

viderat

PV

OW

MWV

LV

Overig

cui

postea

duplex

numerus

se osenderat

In welke tijd staan viderat en se ostenderat?

Aan de slag!

- maak nu opdrachten 11 +12, p. 116 werkboek

- lever een foto in van je werk in Classroom

Klaar? Maak tekst 14A af

15 maart 2021

vandaag: herhalen we het betrekkelijk en vragend voornaamwoord

- nakijken opdracht 12 , p. 116 + tekst 14A

- verhaal: de Sabijnse Maagdenroof

- vertalen tekst 14B

Het betrekkelijk voornaamwoord vertaal je met...

1. wie/wat
2. die/dat
3. welke
4. dit/deze

Een betrekkelijk vnw. congrueert met het antecedent in.....

1. naamval, getal en geslacht
2. naamval en getal
3. naamval en geslacht
4. getal en geslacht

Het vragend voornaamwoord vertaal je met...

1. wie/wat
2. die/dat
3. welke
4. dit/deze

Als een vragend voornaamwoord NIET congrueert, dan vertaal je het met....

1. wie/wat
2. welke

Als een vragend voornaamwoord WEL congrueert, dan vertaal je het met....

1. wie/wat
2. welke

Aan de slag!

Maak eerst opdracht 13 +14 uit het werkboek

Vertaal dan tekst 14B

Huiswerk

woensdag 24 maart: SO les 14 woorden en gramm. + woorden les 11 en 13

woensdag 17 maart: leren woorden les 14 + les 11

Maken tekst 14B t/m regel 8

17 maart 2021

 - Vertalen Stappenplan

- Vertalen Sabijnse Maagdenroof + bespreken t/m regel 8

Vertalen stappenplan

1. activeer je voorkennis (lees de inleiding bijv.)

2. Bekijk de aantekeningen van de regels die je gaat vertalen

(3. Bedenk je eigen 'aantekeningensysteem')

4. vertaal volgens PSOLMO

5. Check op ev/mv en de tijd

PSOLMO

PV

(Structuur)

Onderwerp

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Overig

PSOLMO

PV + hele gezegde  - leer goed de rijtjes!

inf. op -re

(Structuur)

Onderwerp - nom.

Lijdend voorwerp - acc.

Meewerkend voorwerp - dat.

Overig

PV + hele gezegde

OW

LV

MWV

Overig

Quis    

nos

expectat

PV + hele gezegde

OW

LV

MWV

Overig

Quis      

nobis

cenam

parat?

Aan de slag!

- Vertalen Sabijnse Maagdenroof + bespreken t/m regel 8