Schrijvers: P.C. Hooft, Bredero, Cats, Vondel en Huygens
Slide 3 - Diapositive
Werken:
1. Gijsbrecht van Aemstel 2. Warenar 3. Klucht van de koe 4. Klucht van de molenaer + een paar liederen van Bredero 5. Scheepsjournaal van Bontekoe 6. Wonderlicke Avontuer van twee goelieven
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Hoeveel regels heeft een sonnet?
A
4
B
6
C
8
D
14
Slide 6 - Quiz
Wat is, bij een sonnet, een volta?
A
inhoudelijke wending
B
strofe van 8 regels
C
tegenstelling
D
verandering van vorm
Slide 7 - Quiz
Het rijmschema van een sonnet kent een aantal variaties, maar het meest standaard is ...
A
ABAA ABAA CDD DCD
B
ABBA ABBA CDC DCD
C
AABB AABB DCD DCD
D
ABCD ABCD CDC DCD
Slide 8 - Quiz
Wat is emblematiek?
A
stripverhaal
B
cartoon
C
Plaatje met een les
D
dichtvorm
Slide 9 - Quiz
Uit welke onderdelen bestaat een embleem?
A
praatje, subtitel, motto
B
pictura, subscriptio, plaatje
C
pictura, motto, subscriptio
D
praatje, motto, uitleg
Slide 10 - Quiz
Muiderkring
Plaats waar schrijvers en dichters samenkwamen om poezie, toneel en werken te schrijven
Slide 11 - Diapositive
puntdicht
kort gedicht
kenmerken
zet aan tot denken
kritisch of ironisch
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Limerick
Een limerick bestaat uit vijf regels.
In de eerste regels staat altijd een plaatsnaam.
Een limerick heeft vaak een grappige inhoud.
Vaak een verrassend einde of een wending.
Het rijmschema is AABBA.
Het aantal lettergrepen per regel staat vast. Vorm van een puntdicht.
Slide 14 - Diapositive
Limerick
Slide 15 - Diapositive
Acrostichon
Een acrostichon ofwel een naamgedicht is een gedicht waarvan de eerste letters van de zinnen een naam, woord of zin vormen. De bekendste acrostichon in het Nederlands is het Wilhelmus.
Slide 16 - Diapositive
ACROSTICHON - HET WILHELMUS
Slide 17 - Diapositive
Een kort gedicht met een humoristische inhoud noem je een ...
A
puntdicht
B
limerick
C
sonnet
D
acrostichon
Slide 18 - Quiz
Het rijmschema van een limerick is meestal
A
ababa
B
aabbb
C
aabaa
D
aabba
Slide 19 - Quiz
Wat is geen kenmerk van een limerick?
A
Het heeft een vast rijmschema.
B
In de eerste regel wordt vaak een naam en plaats genoemd.
C
Een limerick is een puntdicht.
D
Het heeft meerdere strofen.
Slide 20 - Quiz
Acrostichon?
A
Een acrobatische act tijdens een toneelstuk
B
Een gedicht waarbij de eerste letters van de regels een woord vormen
C
Een decorwissel tijdens een toneelstuk
D
Een verhaal waarin de Griekse oudheid centraal staat
Slide 21 - Quiz
Hoe noem je de volgende dichtsoort? 'Een doedelzakspeler in Glasgow die zei op een dag " wat is dat nou ? mijn kilt die is zoek en ik heb ook geen broek nu speel ik straks bloot in de vrieskou'
A
sonnet
B
puntdicht
C
acrostichon
D
limerick
Slide 22 - Quiz
Gevoel hier, iets dieps in mij. Een moment van vreugde, volmaaktheid, blij. Later zal het overgaan, het gaat voorbij. Uit mijn leven springen, als een kuiken uit een ei. Komt en gaat, maar is nu bij mij.