Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
De Eerste Wereldoorlog
paragraaf 3.1
Slide 1 - Diapositive
Programma
Terugblik H1
Uitleg 3.1
Check 3.1
Afsluiten
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Leg uit dat veel Liberalen voorstanders zijn van een kleine overheid.
Slide 4 - Diapositive
Wat maakt een "bijzondere school", bijzonder?
A
Het is gesticht door de overheid en niet door burgers
B
Er zijn lessen met ICT (Laptops Ipads ect.)
C
Scholen die niet door de overheid zijn gesticht en uitgaan van een geloofsovertuiging
D
Scholen met docenten die niet ouder dan 30 mogen zijn
Slide 5 - Quiz
Welk kenmerk past niet bij een parlementaire democratie?
A
Alle burgers zijn voor de wet gelijk.
B
De politieke macht ligt bij het parlement.
C
De regering beslist of een wet wordt aangenomen.
D
Er zijn vrije en geheime verkiezingen.
Slide 6 - Quiz
3. Welke politieke stroming past bij de uitleg?
Uitleg
Politieke stroming
Politieke groep die vindt dat ieder mens zoveel mogelijk vrijheid moet hebben.
Politieke stroming die het verschil tussen arm en rijk wil verkleinen door sociale wetten.
Politieke groep waarbij mensen hun ideeën over politiek, onderwijs etc. baseren op hun godsdienst
Liberalen
Sociaaldemocraten
Confessionelen
Slide 7 - Question de remorquage
6. Wat hoort bij elkaar? Sleep de taken naar de juiste personen
Minister-president
Ministers
Regering
Parlement
Zitten in de regering
Is samen met de regering de baas
Bestuurt het land
Leidt de regering
Slide 8 - Question de remorquage
In een stelsel van evenredige vertegenwoordiging: I. hebben grote, landelijke politieke partijen kans op meerdere Kamerzetels. II. is het voor kleine politieke partijen onmogelijk om een Kamerzetel te halen. III. hebben zwevende kiezers weinig invloed.
A
Alleen I is juist.
B
I en II zijn juist.
C
II en III zijn juist.
D
Alle antwoorden zijn juist.
Slide 9 - Quiz
Leerdoelen
aan het eind van de les:
- ken je de begrippen: Nationalisme, militarisme, imperialisme en bondgenootschappen
- kun je verklaren hoe deze begrippen hebben geleid tot het uitbreken van WO1