Periode 6, les 4: Observatiemethoden

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
OntwikkelingsfasenMBO

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Hoofdstuk 4
Observatiemethoden
Bladzijde 13

Slide 4 - Diapositive

Soorten observatie
1. Kwalitatief OF Kwantitatief
2. Continu OF interval
3. Participerend OF niet participerend

Slide 5 - Diapositive

Kwalitatief of Kwantiatief

Slide 6 - Diapositive

Kwalitatief en Kwantitatief
Bij een kwalitatieve observatie beschrijf je precies wat iemand doet

Bij een kwantitatieve observatie beschrijf je hoe vaak iemand bepaald gedrag laat zien  



Slide 7 - Diapositive

Kwalitatief
kwalitatieve observatie = precies beschrijven wat iemand doet

Bijvoorbeeld: J. pakt een schep. J loopt naar de zandbak. J doet zand in de emmer.

Slide 8 - Diapositive

Kwantiatief
kwantitatieve observatie = noteren hoe vaak iemand bepaald gedrag laat zien

Bijvoorbeeld: J kijkt 10 keer naar buiten tijdens de rekenles

Slide 9 - Diapositive

Kwantiatief
Voordeel: het gaat sneller

Nadeel: naast wat je telt, heb je geen andere informatie

Slide 10 - Diapositive

Kwalitatief of Kwantitatief?

Je werkt bij een dagactiviteitencentrum voor demente ouderen. Het valt jou op dat meneer Bennink 4 keer in een uur tijd naar de wc moet.
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 11 - Quiz

Kwalitatief of Kwantitatief?

Je werkt in het speciaal onderwijs. Een ouder vraagt jou of Tim contact heeft met andere leerlingen. Ze heeft het gevoel dat Tim eenzaam is. Je gaat observeren wat Tim allemaal doet tijdens het buiten spelen.
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive

Kwalitatieve observatie

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Kwantitatieve observatie

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

continu of interval

Slide 21 - Diapositive

Continu of Interval
Een continue observatie doe je wanneer je iemand of een situatie continue observeert. Je probeert hierbij zoveel mogelijk te zien en te horen. 

Een intervalobservatie observeer je hetzelfde op verschillende momenten, er is dus een interval tussen de observaties.

Slide 22 - Diapositive

Je wilt een kind observeren, omdat je de indruk hebt dat hij eenzaam is. Je wilt in verschillende situaties kijken op welke wijze hij contact makt met andere kinderen. Welke observatie is het meest geschikt?
A
continu
B
interval

Slide 23 - Quiz

Participerend en niet-participerend
Wanneer je zelf deelneemt aan de situatie waarin je observeert heet dat een participerende manier van observeren.

Wanneer je van een afstand, en niet deel uitmaakt van de situatie, observeert heet dit een niet-participerende manier van observeren.

Slide 24 - Diapositive

Wat is een voordeel van een niet-participerende observatie?

Slide 25 - Question ouverte



Participerend

Slide 26 - Diapositive


Niet participerend

Slide 27 - Diapositive

Hulpmiddelen

Slide 28 - Diapositive

Opdracht maken
Bladzijde 15
Opdracht 12, 13 en 14

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Soorten observatie
1. Kwalitatief OF Kwantitatief
2. Continu OF interval
3. Participerend OF niet participerend

Slide 32 - Diapositive

bijvoorbeeld:
Je kiest een kwantitatieve observatie (tellen hoe vaak je iets ziet). met interval (dus meerdere keren) en niet participerend (je doet dus zelf niet mee aan de activiteit)

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Heb je nog een vraag of een opmerking?

Slide 35 - Question ouverte

Afsluiting..

Slide 36 - Diapositive

Bij een .... observatie doe je mee aan de activiteit terwijl je aan het observeren bent
A
participerende
B
niet-participerende

Slide 37 - Quiz

bij deze observatie ben je aan het tellen hoe vaak je bepaald gedrag ziet
A
kwalitatief
B
kwantitatief

Slide 38 - Quiz

Als je een kind meerdere keren wilt observeren in verschillende situaties, kies je voor:
A
continu observatie
B
interval observatie

Slide 39 - Quiz

Tot de volgende les!
Hoofdstuk 6: Van doel naar activiteit

Slide 40 - Diapositive