Schrijfvaardigheid: vinden van argumenten + bronnen

Doelen
-Ik ken de strategieën om argumenten te bedenken bij een stelling.
-Ik ken de strategieën om bronnen bij mijn argumenten te zoeken.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Doelen
-Ik ken de strategieën om argumenten te bedenken bij een stelling.
-Ik ken de strategieën om bronnen bij mijn argumenten te zoeken.

Slide 1 - Diapositive

Argumenten bedenken
Stelling: Op de Willem van Oranje moet in de examenklassen een leesuur ingeroosterd worden.

Slide 2 - Diapositive

Op de Willem van Oranje moet in de examenklassen een leesuur ingeroosterd worden.

Slide 3 - Question ouverte

Op de Willem van Oranje moet in de examenklassen een leesuur ingeroosterd worden.
-Een leesuur kan gebruikt worden om examenstress te verminderen.
-Met een leesuur kun je de leesvaardigheid van je leerlingen verhogen.
-Door elke week een uur te lezen, kan de docent controleren of er boeken gelezen worden voor de boekenlijst.

Slide 4 - Diapositive

Tips bedenken argumenten: categoriseer!
Welke voor-/nadelen heeft de stelling voor:
-De economie?
-Het milieu?
-De persoonlijke ontwikkeling?
-De gezondheid?
-De school?
-De leerlingen / docenten / ouders

Slide 5 - Diapositive

Formuleren van een argument
1) Het is slecht voor de woordenschat
2) Als je meer leest, zal je woordenschat daarnaast beter worden.
3) De woordenschat gaat omhoog.
4 Betere woordenschat.

Slide 6 - Diapositive

Formuleren van argument
2) Als je meer leest, zal je woordenschat daarnaast beter worden.

--> signaalwoord
--> verwijzen naar stelling (meer lezen)
--> argument duidelijk noemen

Slide 7 - Diapositive

Verzin 3 argumenten bij de volgende stelling: Nederlanders kunnen beter stoppen met het kopen van water in plastic flessen.

Slide 8 - Question ouverte

Formuleren van argument
2) Als je meer leest, zal je woordenschat daarnaast beter worden.

--> signaalwoord
--> verwijzen naar stelling (meer lezen)
--> argument duidelijk noemen

Slide 9 - Diapositive

Zoek bronnen bij je argumenten. Bedenk welke getallen en andere feiten je kunt gebruiken en Google daarop. Plaats hier je link en vertel wat er goed is aan deze bron.

Slide 10 - Question ouverte

Verzin drie argumenten bij de stelling:
'De formule 1 moet volgend jaar niet meer in Nederland worden georganiseerd.'

Slide 11 - Question ouverte