Meewerkend, lijdend voorwerp & bijwoord, bijwoordelijke bepaling

Vandaag 1b
  1. Dilemma op dinsdag
  2. Oefeningen meewerkend en lijdend voorwerp behandelen
  3. Vragen over MV en LV?
  4. Vragen over BW en BWB?
  5. Oefenen met BW en BWB
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Vandaag 1b
  1. Dilemma op dinsdag
  2. Oefeningen meewerkend en lijdend voorwerp behandelen
  3. Vragen over MV en LV?
  4. Vragen over BW en BWB?
  5. Oefenen met BW en BWB

Slide 1 - Diapositive

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Dilemma op maandag
Elke dag schoolzwemmen
of
1x per jaar op schoolreisje

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dilemma op maandag
Elke keer als je ergens heen wilt doe je dit paardrijdend

of
Je wordt elke keer als je ergens heen gaat gestalkt door je aartsvijand

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Morgen koop ik appelmoes. Noteer LV, OW en WG
  • LV: appelmoes
  • OW: ik
  • WG: Koop 
 
2. Sint koopt dit jaar veel cadeautjes. Noteer LV, PV+WG en OW
  • LV: veel cadeautjes
  • PV+WG: koopt
  • OW: Sint
 
3. De politie heeft op de A2 186.000 boetes uitgedeeld. Noteer OW,LV, WG en PV+WG
  • OW: De politie
  • LV: 186.000 boetes
  • WG+PV: heeft uitgedeeld
 
4. In Kerkdriel deed de politie vanochtend een inval op een camping. Noteer PV+WG, LV en OW
  • PV+WG: deed
  • LV: Een inval
  • OW: de politie





































Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Ik maak de oefening vanmiddag bij de huiswerkklas. Noteer PV+WG, LV en OW
  • PV+WG: maak
  • LV: de oefening
  • OW: Ik

6. Waarom heb je hem dat gegeven?. Noteer OW, LV, WG en PV
  • OW: Je
  • LV: dat
  • WG: heb gegeven
  • PV: Heb
 
7. De mentor overhandigde Andries zijn rapport. Noteer LV, PV+WG en OW
  • LV: zijn rapport
  • PV+WG: overhandigde
  • OW: de mentor
 
8.Bij de opening van het nieuwe winkelcentrum kreeg iedereen een leuke verrassing. Noteer LV, OW, PV, WG 
  • LV: een leuke verrassing
  • OW: iedereen
  • PV: kreeg
  • WG: kreeg aangeboden 





































Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • 1. We hebben mijn opa een fles drank gegeven.
     
  • 2. De burgemeester is vanmorgen het eerste exemplaar aangeboden.

  • 3. Zij leent haar zus nooit iets.

  • 4. Iedere dag worden aan de ambtenaar veel vragen gesteld.

  • 5. Ons leek het een goed plan.

  • 6. Opscheppen lukt onze buurman goed.















Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • 7. De leraar liet de klas de nieuwste Lijsters zien.

  • 8. Ze hebben de bezoekers bij de opening een leuke verrassing gegeven.

  • 9. Je opmerking lijkt me niet erg gelukkig.

  • 10. De toets heeft Albert een onvoldoende opgeleverd.

  • 11. Artsen zonder grenzen hebben de slachtoffers medicijnen en dekens uitgedeeld.

  • 12. De leraar moest haar de iPod teruggeven
















Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijwoord

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extra uitleg: filmpje over bijwoorden

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen Vragen?
Stel ze!


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu zelf aan de slag!
Jullie maken oefening bijwoord (1 t/m 10) 

Deze deel ik aan jullie uit!

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Prullenbak, deze woorden blijven vaak over nadat je de zin in zinsdelen hebt opgedeeld

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extra uitleg: filmpje over bijwoordelijke bepaling

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen Vragen?
Stel ze!


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu zelf aan de slag!
Jullie maken oefening bijwoordelijke bepaling (1 t/m 8) 

Deze deel ik aan jullie uit!

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions