JCD1 Marketing les 3

• Marketing
• MBO
• Studiejaar 1

Marketing les 3

Huiswerk voor volgende les

• Bedenk bij elke fase van de productlevenscyclus een product.
  
• Beschrijf waarom volgens jou dit product zich in deze fase bevind
  

Markt

• = Geheel van vraag en aanbod
• 
  
• 2 soorten:
• Concrete markt
• Abstracte markt

Concrete markt

= werkelijke markt

Abstracte markt

= Geheel van vraag en aanbod

Soorten vraag

• generieke vraag = vraag naar behoeftebevrediging, de oplossing, het product kan verschillende vormen.
  
• 
  
• Bijv: Ik heb dorst, ik wil iets drinken
  

Soorten vraag

• primaire vraag (of finale vraag) =  Vraag naar een productsoort
• 
  
• bijv: Ik heb dorst, ik wil frisdrank
  

Soorten vraag

• secundaire vraag =  vraag naar een specifiek merk/productsoort
• 
  
• Bijv: Ik heb dorst, ik wil Coca Cola
  

Soorten vragen

afgeleide vraag = vraag naar producten en diensten als gevolg van Industriële vraag

Grondstoffen
 

Soorten vraag

effectieve vraag / actuele vraag =

het totale aantal producten dat momenteel wordt verkocht (of in het bezit van de kopers is).

Soorten vraag

initiële vraag = 

niet-bezitters die het product voor het eerst aanschaffen

Soorten vraag

• Vervangingsvraag =  bezitters die hun oude product door een nieuw vervangen (oude apparaat wordt dus afgedankt) (remplace-markt).
•  
  
•  Herhalingsaankoop = vervangingsvraag van niet-duurzame verbruiksartikelen 
  

Soorten vraag

additionele vraag =

bezitters die een tweede of extra exemplaar aanschaffen

Soorten vraag

potentiële vraag =

 het aantal stuks boven de huidige afzet dat de gezamenlijke leveranciers met een optimaal marketingbeleid zouden kunnen verkopen.

Soorten vraag

uitbreidingsvraag =

 als de initiële vraag en additionele vraag samen vallen. 

Bijv: een stel dat tegelijkertijd twee nieuwe auto’s koopt

Er zijn 5 Marketingconcepten. Bij het productieconcept gaat men uit van:

1. Een goed product verkoopt zichzelf
2. zoveel mogelijk producten tegen laagste kosten produceren
3. een actief en agressief verkoopteam is nodig
4. behoeften van de klanten

Vanaf wanneer ging men bij Marketing uit van de behoefte van de klant?

1. 1930
2. 1940
3. 1950
4. 1960

Bij welke marketingconcept staat opbouwen en onderhouden van een relatie met klant centraal?

1. Productieconcept
2. Productconcept
3. Verkoopconcept
4. Marketingconcept

Een kenmerk van een B2C markt is:

1. Is voornamelijk op zoek naar de beste prijs
2. relatief vaak rationele aankopen
3. vertrouwen in uw bedrijf is belangrijk
4. kleinere markt

Een voorbeeld van een initiële aankoop is:

1. Nog nieuwe spijkerbroek omdat dit merk lekker zit
2. Een auto na het behalen van je rijbewijs
3. Je hebt trek, je haalt iets te eten in de schoolkantine
4. Je hebt al een gewone fiets maar besluit een mountainbike te kopen om in de duinen te kunnen fietsen

De DMU is:

1. groep mensen betrokken bij het afhandelen van aankoop
2. groep mensen betrokken bij de aankoopbeslissing
3. groep mensen betrokken bij vaststellen assortiment
4. het management-team

Productlevenscyclus (PLC)

• =  de verschillende fasen die een product of dienst doorloopt vanaf het moment dat het op de markt komt. 
•  
  
• Er wordt gekeken naar afzet in de tijd
  

Fasen productlevenscyclus

De productlevenscyclus bestaat uit vier fasen:

 • Introductiefase

• Groeifase

• Volwassenheidsfase

• Neergangsfase

Introductiefase

Kenmerken van de introductiefase:

• Het product komt net op de markt
  
• Weinig naamsbekendheid en verkopen
  
• Investeren in marketingactiviteiten
  
• Er zijn geen of weinig concurrenten
  

Volwassenheidsfase

Kenmerken van de volwassenheidsfase:

• Groei neemt af
  
• Winst daalt
  
• Concurrentie kan een prijzenoorlog voeren
  
• Het kan wellicht verstandig zijn om je product te innoveren en te verbeteren
  

Marketingcampagnes blijven uitvoeren

Groeifase

Kenmerken van de groeifase:

• Verkoopcijfers stijgen
  
• Veel mensen zijn op de hoogte van het product of dienst
  
• De concurrentie neemt toe
  
• Je dient marketingactiviteiten uit te blijven voeren
  
• De meeste winst wordt in de groeifase gemaakt
  

Investeringen uit de introductiefase terugverdienen

Eindfase / Neergangsfase

Kenmerken van de eindfase:

• De markt is verzadigd
  
• Vraag naar het product stagneert
  
• Het product wordt alleen nog aangeboden aan de trouwe consument, maar verdwijnt gegeven moment uit de mark