De Roos van Leary - Ontdek je gedrag

De Roos van Leary - Ontdek je gedrag

Doel van de les

Aan het einde van deze les begrijp je hoe de Roos van Leary werkt en hoe je het kunt toepassen om betere relaties op te bouwen.

Introduceer het doel van de les en leg uit wat de studenten zullen leren.

Wat weet je al over gedragsstijlen?

De Roos van Leary

De Roos van Leary is een model dat inzicht geeft in interacties tussen mensen en hun gedrag.

Leg uit wat de Roos van Leary is en gebruik een visuele weergave van het model.

Gedragsstijlen

Er zijn 8 gedragsstijlen in de Roos van Leary: dominant, afhankelijk, vriendelijk, terughoudend, meewerkend, vijandig, controlerend en helpend.

Beschrijf de 8 verschillende gedragsstijlen en zorg ervoor dat studenten begrijpen wat elk gedrag inhoudt.

Gedragsstijlen in de Roos van Leary

De gedragsstijlen worden in de Roos van Leary gepresenteerd als een cirkel met vier kwadranten: boven, onder, links en rechts.

Laat studenten zien hoe de gedragsstijlen in de Roos van Leary worden gepresenteerd en leg uit wat de verschillende kwadranten betekenen.

Gedrag beïnvloedt gedrag

De Roos van Leary laat zien hoe het gedrag van de een het gedrag van de ander kan beïnvloeden.

Leg uit hoe het gedrag van één persoon het gedrag van de ander kan beïnvloeden en laat studenten voorbeelden geven van situaties waarin dit gebeurt.

Gebruik van de Roos van Leary

De Roos van Leary kan worden gebruikt om te begrijpen waarom communicatie soms misgaat en om betere relaties op te bouwen.

Leg uit hoe de Roos van Leary kan worden gebruikt om betere relaties op te bouwen en geef voorbeelden van situaties waarin dit nuttig kan zijn.

Dominant gedrag

Dominant gedrag is gericht op winnen en kan intimiderend zijn.

Beschrijf dominant gedrag en laat studenten voorbeelden geven van situaties waarin dit gedrag voorkomt.

Afhankelijk gedrag

Afhankelijk gedrag is gericht op het verkrijgen van steun en kan passief overkomen.

Beschrijf afhankelijk gedrag en laat studenten voorbeelden geven van situaties waarin dit gedrag voorkomt.

Vriendelijk gedrag

Vriendelijk gedrag is gericht op harmonie en kan soms conflict vermijden.

Beschrijf vriendelijk gedrag en laat studenten voorbeelden geven van situaties waarin dit gedrag voorkomt.

Terughoudend gedrag

Terughoudend gedrag is gericht op zelfbescherming en kan afstandelijk overkomen.

Beschrijf terughoudend gedrag en laat studenten voorbeelden geven van situaties waarin dit gedrag voorkomt.

Meewerkend gedrag

Meewerkend gedrag is gericht op samenwerking en kan dienstbaar overkomen.

Beschrijf meewerkend gedrag en laat studenten voorbeelden geven van situaties waarin dit gedrag voorkomt.

Vijandig gedrag

Vijandig gedrag is gericht op het ondermijnen van de ander en kan agressief overkomen.

Beschrijf vijandig gedrag en laat studenten voorbeelden geven van situaties waarin dit gedrag voorkomt.

Controlerend gedrag

Controlerend gedrag is gericht op het bepalen van de grenzen en kan dwingend overkomen.

Beschrijf controlerend gedrag en laat studenten voorbeelden geven van situaties waarin dit gedrag voorkomt.

Helpend gedrag

Helpend gedrag is gericht op het helpen van anderen en kan soms overbezorgd overkomen.

Beschrijf helpend gedrag en laat studenten voorbeelden geven van situaties waarin dit gedrag voorkomt.

Oefeningen

Laat studenten de Roos van Leary toepassen in verschillende praktijksituaties om hun begrip van het model te versterken.

Geef studenten de kans om de Roos van Leary in verschillende situaties te oefenen en feedback te geven op elkaars gedrag.

Reflectie

Reflecteer op wat je hebt geleerd over de Roos van Leary en hoe je het kunt toepassen in je dagelijks leven.

Stel vragen aan studenten over wat ze hebben geleerd en hoe ze de Roos van Leary in hun leven kunnen gebruiken.

Einde van de les

Bedankt voor het volgen van deze les over de Roos van Leary!

Sluit de les af en geef de studenten de kans om vragen te stellen of feedback te geven.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.