Relative Clauses 3T

Welcome
Today:

- Relative Clauses
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welcome
Today:

- Relative Clauses

Slide 1 - Diapositive

Met welke woordjes kunnen wij een betrekkelijke bijzin beginnen? (5)

Slide 2 - Carte mentale

Relative clauses (betrekkelijke bijzinnen)
In een betrekkelijke bijzin staat extra informatie over iets of iemand. 
Deze bij zinnen beginnen vaak met who, which of that.
In het Nederlands gebruiken we die of dat.

VB.
Dansen is een hobby dat veel tijd in beslag neemt.
Dancing is a hobby that takes up a lot of my time.

Slide 3 - Diapositive

Relative clauses
Hoe begin je de bijzin?
- Who: bij personen
- Which: bij dieren en dingen
- That: bij personen, dieren en dingen.
- Whose:  bezittelijke vorm van who (vertaling: van wie/wiens/waarvan)
- Whom: Ipv who als er een voorzetsel voor staat. 

That is informeler dan who en which.

Slide 4 - Diapositive

Uitzonderingen
Soms is de bijzin nodig om te weten over wie of wat de zin gaat.
In dit geval kan je who, which of that weglaten.
Er staan dan geen komma's in de zin

VB:
This is the man (who) I was talking about.
I bought the bicycle (that) the shop had on sale. 

Slide 5 - Diapositive

Uitzonderingen
Soms geeft een bijzin extra informatie. Dan gebruiken we nooit that, maar altijd who of which.

Zo'n bijzin staat altijd tussen komma's.
VB
My brother, who likes fishing, bought a fishing rod.
The jewellery, which is hand-made, looks great.

Slide 6 - Diapositive

Relative Clauses
Het voorzetsel kan ook vooraan in de zin staan. 
Dat is formeler.
Who veranderd dan in whom.

VB
The gym, in which we always practise, is closed.
The instructor, about whom you told me, is really nice. 

Slide 7 - Diapositive

Relative clauses:
The village .... I lived in has really changed

Slide 8 - Question ouverte

Relative Clauses
My cousin Tina... works as a translator has just gone to Japan.

Slide 9 - Question ouverte

Relative clauses
3. Jenny is the person ... has helped me the most.

Slide 10 - Question ouverte

Relative clauses:
"That house, ___ looks haunted, has been for sale for 2 years.

Slide 11 - Question ouverte

Relative Clauses
That is the boy with ... I play football

Slide 12 - Question ouverte

Relative Clauses
Do you know the employee ... car was stolen?

Slide 13 - Question ouverte

Your turn!
Bedenk nu zelf 3 relative clauses. 
Knip deze vervolgens in twee stukken en hussel ze. 
Geef het nu door aan degene naast je, die gaat er weer hele zinnen van maken 

Slide 14 - Diapositive